Categorie archief: Verslagen van lezingen

Verslagen van lezingen

Volksgeneeskunde – tekst van een nog te houden lezing door Geurt Stoffels

Volksgeneeskunde – Geurt Stoffels

De volksgeneeskunde reikt terug tot in een ver verleden. De natuur heeft de eerste apotheek geopend. De primitieve mensen en dieren waren aangewezen op de beschermende werking van de aanwezige planten en kruiden om ziekten te voorkomen en gezond en sterk te blijven. Omdat mens en dier zich voortdurend verplaatsten, waren er overal filialen van de natuurlijke apotheek te vinden. Waar ter wereld de mens ook ziek werd, altijd vond hij in het veld de middelen om te genezen, de ingrediënten voor een geneeskrachtig kruidenaftreksel of voor een smeersel.

Onze vroegste voorouders hebben de eerste beginselen van de volksgeneeskunde ontdekt, toen zij zagen dat dieren geneeskrachtige planten gingen zoeken zodra ze last hadden van koortsen of wonden. Door nauwkeurig te observeren hoe de dieren zichzelf konden genezen, leerden de mensen hoe ze op een natuurlijke manier gezond konden blijven. Ik heb bewondering voor de dieren die instinctief en gevoelsmatig de natuurlijke wetten volgen om te kunnen genezen. Zij weten feilloos welke kruiden ze bij bepaalde kwalen nodig hebben om beter te worden.

De in het wild levende dieren zoeken allereerst de afzondering op waar ze zich volkomen kunnen ontspannen. Verder vertrouwen ze op de middelen van de natuur: de genezende kracht van planten en zuivere lucht. De beer graaft naar wortels van de varenplanten; een dier dat gebeten is door een gifslang, kauwt vol vertrouwen op slangewortel. Een dier dat koorts heeft, zoekt zo vlug mogelijk een koel, schaduwrijk plekje op bij het water. Daar blijft het rustig liggen, het eet niet en drinkt veel tot het beter is. Een dier dat door reumatiek wordt geplaagd, zoekt een plekje in de volle zon en blijft daar tot zijn kwaal door warmte is verdreven.

Laten we als voorbeeld een dier nemen dat weigert te eten als het ziek is. Door het voedsel te laten staan ontstaat er in zijn lichaam een biochemische toestand die meehelpt zijn herstel te bespoedigen. Als wij ziek zijn, eten we dikwijls alles op wat ons wat ons wordt voorgezet, uit vrees dat men anders zal denken dat wij het niet waarderen! De mens denkt gewoonlijk dat er iets verschrikkelijks zal gebeuren als hij een maaltijd overslaat. Hij vergeet dat het lichaam reserves vormt voor tijden van nood en, zo nodig, gedurende de gehele periode van een ziekte zonder voedsel kan. Als hij 25 jaar is, zijn het beendergestel, het spier- en zenuwstelsel, het hart en het bloedvatenstelsel, de ademhaling’s en de spijsverteringsorganen volledig ontwikkeld. Vanaf deze leeftijd heeft hij dagelijks alleen nog maar voedsel nodig om deze stelsels en organen in stand te houden.
Met 50 jaar is het nodig aan de vernieuwing van het lichaam te beginnen: we moeten dan niet eten omdat we trek hebben, maar voedsel kiezen dat doelmatig is voor de elementaire samenstelling van het lichaam. Wij handelen dus regelrecht in strijd met de biochemische wetten. Als wij de dieren zouden navolgen, zouden wij ook meer lopen (zie hiervoor ook de lezing “Wordt de consument patiënt?”).

In de zogenaamde ‘ontwikkelingslanden’ doen de mensen eenvoudig de dieren in de natuur na om gezond te blijven; niemand probeert daaraan naar willekeur iets te verbeteren. Zij beschikken nog, eenmaal volwassen, over alle instinctieve gewoonten uit hun jeugd. Toen de wereld nog jong en niet verontreinigd was, was de natuur de enige dokter die de mens kende. Haar planten, kruiden, wortels en bladeren waren zowel voedsel als medicijn. De mens werd wel gedwongen daarmee stapje voor stapje te experimenteren, er de goede eigenschappen van te leren kennen en die toe te passen.

Naarmate de eeuwen vergleden, kwamen er dokters om de mens te behandelen. Maar de dokters waarover verslag is gedaan, kenden geen ander medicijn dan die welke zij destilleerden uit natuurlijke bronnen! Er bestonden toen nog geen farmaceutische industrieën en geen chemici – slechts de chemische werking van de natuur om je aan over te geven!

De Codex Alimentarius, die op 22 december 2012 voor het eerst in Nederland werd ingevoerd, veroorzaakte grote onrust t.a.v. de beschikbaarheid van de geneeskrachtige kruiden; de Voedsel- en Warenautoriteit bestond toen nog niet. Met sommige kruiden moet je voorzichtig omgaan. Dat is bekend bij kruidendeskundigen, maar ik vraag mij als garagehouder af hoe scheef de vergelijking is in verhouding met de gebruikelijke chemische geneesmiddelen! Volgens de NPCF (Nederlandse Patiënten- en Consumenten Federatie) moeten al jaren lang 19.000 mensen per jaar naar het ziekenhuis – of ze zijn daar al – door bijwerkingen of door verkeerd gebruik van medicijnen (iatrogene ziekten).

‘Laat eten je medicijn zijn‘, sprak Hippocrates, de vader van de geneeskunst, al 2500 jaar geleden, om de gezondheidsbalans te herstellen. Aan hem die hem navolgden, liet hij een lijst na met 400 kruiden die men in de vierde eeuw voor Christus als medicijn gebruikte. Ik citeer een natuurarts: “In Nederland leer je als arts nauwelijks iets over andere geneeswijzen. Je krijgt vooral te horen hoe slecht en gevaarlijk de alternatieve geneeswijzen zijn, en dat er geen alternatief is voor de reguliere aanpak. Verder krijg je wat basisles over eiwitten, koolhydraten, vetten en energie. Je leert nauwelijks iets over mineralen en vitaminen. Over diëten en voedingsvoorschriften leer je helemaal niets, daarvoor moet je doorgestuurd worden naar een diëtist. En die heeft gestudeerd op voeding en dieet, maar niet op behandeling van ziekten. Gelukkig hebben we natuurartsen. Bij hen kan je wel terecht als je wilt weten welke voeding iets kan doen bij ziekte. Helaas zijn er niet zo veel meer van over. Ze zijn weggepest door de onwil en betutteling van zorgverzekeraars en door de laster van anti-kwakzalverfanaten. Jammer, want natuurlijke geneeskunde is een waardevolle aanvulling op de reguliere geneeskunde. Dat veel reguliere artsen kruidengeneeskunde (fytotherapie), de oudste geneeswijze ter wereld, inzetten voor eigen gebruik en niet beroepsmatig, zegt volgens mij genoeg over de controversiële benadering betreffende de natuurlijke geneesmiddelen uit de apotheek van GOD.

De strijd om de werkzame stoffen van planten te kunnen patenteren wordt steeds feller (zie de vorige lezingen van mij ). Als er door wetenschappers een doorbraak gevonden is met behulp van een natuurlijk middel, en dat is niet te patenteren, hoor je er meestal weinig meer van! (Dit valt volgens mij onder de noemer ‘publieke geheimen’).

Veel positief beoordeelde inzichten en remedies van vroeger worden nu veroordeeld, maar worden in de toekomst volledig gerehabiliteerd met de dan geldende inzichten. Kortom: De geschiedenis herhaalt zich steeds weer !

Soms zie je door de bomen het bos niet meer. Zo zie je dat bij veel onderzoeken een tegenonderzoek de resultaten van het vorige onderzoek onderuit haalt, al of niet vanwege de economische belangen van de chemische industrie, en soms ook vanwege de natuurlijke, niet integere fabrikanten van geneesmiddelen, c.q. aandeelhouders of beleggers.

Zo vond men chocola vroeger slecht. Nu is het zogenaamd gezonder dan een koekje bij de koffie (pure chocolade met minstens 70 % cacao). Dat geldt ook voor het dr. Frank eierendieet voor de lijn; dat is nu niet meer slecht vanwege de cholesterol! Ook is er discussie over de vraag of verbrande hamburgers al of niet kankerverwekkend zijn.

Het begrip productiviteit (met een minimum aan middelen een maximaal resultaat behalen) is volgens mij niet van toepassing op de farmaceutische industrie (zie mijn lezing “Wordt de consument patiënt”). Als iets eenvoudig is, wordt het gewantrouwd. Het moet uitgedacht zijn door specialisten. Als we het zelf kunnen bedenken, vinden we het al gauw onnozel. (Bijvoorbeeld een methode om te kunnen zien zonder bril) Toch vind ik persoonlijk dat elk mens zijn nut heeft in de grote keten van de maatschappij, zeker als die mens zichzelf hanteert en niet gehanteerd wordt! Dat geldt bijvoorbeeld voor de toepassing van probiotica na een antibiotica kuur. Kortgeleden was dat nog controversieel. Nu wordt het steeds meer geaccepteerd in het reguliere allopatische circuit. Zo hebben wetenschappers van de universiteit van Wageningen ontdekt dat bacteriën in probiotica en yoghurt e.d. ziekten tegenhouden door zich met grijparmpjes aan de darmwandslijmlaag vast te klemmen en zo de toegang van ziekteverwekkers te blokkeren. Door antibiotica kunnen deze bacteriën tijdelijk verdwijnen, met alle risico’s vandien, maar door probiotica kan dit snel weer op peil gebracht worden. Wij hebben met zijn allen de grote voordelen van antibiotica nog mogen meemaken, maar dat is niet blijvend.

In mijn lezing van enkele jaren terug heb ik hier meermalen voor gewaarschuwd, met name voor de koppelbestuiving bij kuikens met de nieuwste soorten antibiotica, en voor de ESBL bacterie – en wat is er nu veranderd? Weinig tot niets. Ik noem dat altijd zekerheid op de investering. Op 24 mei 2013 werd de uitkomst van een onderzoek naar de aanwezigheid van de ESBL-bacterie in vlees gepubliceerd. Het gaat om een onderzoek van vlees van supermarkten en slagers in opdracht van het ministerie van Economische zaken, uitgevoerd door de consumentenbond. In 40% van het kalfsvlees en in 13% van de biefstukken en in bijna alle kip was ESBL aanwezig !

In “Gezond Nu” stond een artikel van Prof. dr. Jan Kluytman, hoogleraar microbiologie aan het VU medisch centrum in Amsterdam. Hij werd bekend i.v.m . zijn onderzoeken naar MRSA in varkensvlees en ESBL-bacteriën in kippenvlees, bekend onder de noemer ziekenhuisbacteriën. Vroeger waren deze vrijwel altijd uit buitenlandse ziekenhuizen afkomstig; nu is dat maar ongeveer 5 %. Ze komen nu door de voordeur binnen. In Nederland zijn al 1,5 miljoen gezonde ESBL-dragers met honderden varianten van resistentiemechanismen, en dat arsenaal neemt veel sneller toe dan de ontwikkeling van nieuwe soorten antibiotica. Als je een paar weken of maanden stopt met voedsel waar de E-colibacteriën in zitten, verdwijnen ze uit de darmen. Bij ons is de situatie nog heilig . In ontwikkelingslanden zoals India zijn antibiotica zo’n beetje uitgespeeld. De kindersterfte neemt daar nu verder toe. Artsen in Griekenland geven daar nog een overdaad aan antibiotica bij een totaal gebrek aan hygiëne! Mevrouw Chan, directeur-generaal van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) zei in 2012: “Antibioticaresistentie betekent het einde van de moderne geneeskunde zoals wij die kennen.” Maar de wereld vergaat niet. Tot 1940 hebben we het zonder antibiotica ook behoorlijk goed gedaan. Daar moet ik even iets aan toevoegen en je zou er KIPPIG van worden in verband met het KIP ZONDER KOP BELEID dat volgens mij van de leg is waar het de natuurlijke, weerstand verhogende kruidenmiddelen en andere natuurlijke middelen betreft .

Als je met je boeren- of garagehouderverstand de oorzaak van de grote explosie van darmziekten wilt achterhalen, dan valt het op dat dit vroeger niet zulke proporties aannam als nu. Dan vraag ik mij als garagehouder af: wat en wanneer is er iets veranderd in de leefwijze van de mensen? Het viel mij op dat in het verleden veel minder medicamenten werden geslikt dan nu. Wat zijn de iatrogene effecten en interacties en bijwerkingen van al deze middelen op de darmwand, waar alles doorheen gaat voor het in de w.c. pot wordt gedeponeerd? Weinig farmaceuten houden zich hiermee bezig. Als leek denk ik – maar dan zal ik wel weer tegen heilige huisjes aan schoppen – dat de sterk geconcentreerde afwasmiddelen, die vroeger niet beschikbaar waren, wel eens een kwalijke rol hierin kunnen spelen. Kijk maar eens op de verpakking wat je moet doen bij inwendig gebruik. Slechts één waarschuwing van een onderzoeker kon ik vinden; afwasmiddelen behoren tot de schade veroorzakende stoffen van deze tijd; zij veranderen de oppervlaktespanning in de darm waardoor gemakkelijk opname kan plaatsvinden van niet-wenselijke verbindingen!

Persoonlijk gebruik ik – en dat hoort enigszins controversieel, denk ik – het liefst sterk geconcentreerd afwasmiddel. Dan wordt het lekker snel schoon, maar je moet wel goed afspoelen.

Gezondheid bereiken we volgens mijn inzichten als garagehouder niet door onderdrukking van symptomen of het negeren van signalen, zoals controlelampjes e.d. Het gaat er om dat het lichaam in staat wordt gesteld om de balans op een natuurlijke manier te herstellen. De voorwaarden voor het zelfherstellende vermogen zijn echter niet altijd aanwezig, maar alle kracht hiervoor zit toch in onszelf.

Ik zeg altijd: de geest staat boven de materie! Mijn vorige lezing over spontaan herstel en regressie heeft mij daar wel van overtuigd, na vele interviews met ervaringsdeskundigen over mentale en niet te vergeten geestelijke of gebedsgenezingen.

Één voorbeeld waaruit blijkt dat gedachten krachten zijn, wil ik hier toch even aanhalen. De huisarts die het boek schreef “Hoe overleef ik mijn huisarts”, kreeg recentelijk een vitale heer van ruim tachtig op het spreekuur met een indrukwekkende c.v. wat ziekenhuisopnames betreft. Desondanks is hij gelukkig en staat volop in het leven.
De huisarts vertelt hierover: “Ik vroeg hem of hij ook bang was toen hij in 1988 maagkanker had. Hij kijkt verbaasd. Bang? De chirurg had mij verteld dat ik na de operatie helemaal genezen was en dat het nooit weer terug zou komen, en daar heb ik op vertrouwd, vertelde hij. Toen hij weg was, pakte ik zijn dossier toch even uit de archiefkast, met het operatieverslag. Er staat heel duidelijk: ‘De operatie is alleen bedoeld om de klachten te verlichten, maar hij zal niet meer genezen.’ “

Dit doet mij denken aan iets wat ik ergens opgepikt heb, zullen we maar zeggen:   “Wanneer de geest de omgeving als veilig inschat, groeien de lichaamscellen. In stressvolle situaties nemen de lichaamscellen een afwerende houding aan. De energiebronnen worden aangewend voor de beschermende maatregelen in plaats van voor groeiprocessen.” Groeiprocessen stoppen wanneer het systeem gestresst is. Ons lichaam is opgewassen tegen korte perioden van stress. Aanhoudende stress kan dysfuncties en ziekten veroorzaken.

BRONVERMELDING:

“Leef lang en gezond”, dr. D. C. Jarvis
“Natuurgeneeswijzen”, Helmut Lóffler
“De genezende kracht van natuurlijke middelen”, Lelord Kordel
“Gezond Nu 9/2010”, dr. J. Bolhuis, natuurarts
Huisarts Metta Hofstra, Gezond Nu, 04/2013
NPCF (Ned. Patiënten Consumenten Federatie), 01-02-2011
“Gezond Nu”, 3/2013, Prof. Jan Kluytmans, microbioloog
NOS 24/ 05/ 2013.

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 14 februari 2014

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 14 februari 2014

Welkom allemaal, mooi dat jullie er zijn. De bijbel is een mooi boek, het enige boek uit de oudheid waarvan de schrijver nog leeft. Daarna zijn er nog heel veel boeken geschreven over God en Zijn leer.

Genezen worden door Jezus van al je ellende, ziekten en verdriet is het mooiste wat er is. Je gaat ook wel eens naar een arts of ziekenhuis om hulp, maar daar wonen ook duivels in de artsen, nl. de geldduivels.  Ze laten je gewoon verrotten en zien je als een melkkoe omdat er veel verdiend wordt aan een zieke.

Laatst stonden de kranten er vol mee, maar er wordt weer niets mee gedaan. Allemaal zwijggeld. Ik denk dat als we later hierboven komen, dat we dan schrikken van alle zwijnerij. En die goeie oude Hippocrates, die de eed bedacht dat een arts te allen tijde voor het belang van de patiënt en zijn wens moest kiezen, draait zich om in zijn graf. De artsen zijn bang voor hun baan. Daar zit het kwaad ook: het lijkt alsof God steeds minder aanwezig is, Hij leeft niet meer in het hart van veel mensen. Wij hier vanavond willen Hem wel laten leven in o­ns hart. Ook al hebben we foutjes, we mogen met Hem leven. Het Godsgevoel komt steeds meer in je hart. Het kwaad wil dat niet en doet zijn best. Volhouden dus, satan, je moet loslaten.

Dat maakt gelukkig, en allemaal willen we gelukkig en gezond zijn. Je krijgt wel eens iets, maar er is niets wat God niet kan. Hij is de meester in het oplossen van het o­nmogelijke, en voor mij voelt het zo dat aan jezelf werken en je fouten oplossen en je problemen oplossen en verwerken, je steeds dichter bij genezing brengt. Ik ben daar nu erg in doorgedraaid. Dat komt omdat ik perfect wil zijn voordat ik echt met een gerust hart spreken kan over God. Nu ik dus zelf wat kreeg, ben ik als een gek aan het zoeken gegaan naar fouten en o­nverwerkt verdriet. Nou dat was er wel. Te gespannen, te zorgzaam, dus soms geen vertrouwen hebben of dingen overlaten aan God. Want ik ben een Fries, ik ben een werker, geen luiaard. Moet God alles alleen doen? Vanmiddag was ik net thuis, ik stond bij het aanrecht en toen zei een stem heel rustig en duidelijk tegen mij: “Je bent er al lang“. Ja, de problemen zijn al weg.
Maar omdat ik nog niet beter ben, blijf ik maar malen. Jezus geneest nu ook nog de zieken. Daar moet ik op vertrouwen. Dat bid ik ook wel naar de Here God, maar misschien ben ik te o­ngeduldig (dat is nieuw voor mij), of ik blijf maar hangen bij dat ziektegedoe terwijl ik gewoon mijn leven met God kan leven.

Oei oei, ik heb het vanmiddag wel erg gemakkelijk, want ik hoor precies – of in bepaalde beelden van woorden – wat ik moet schrijven. Ik hoor ook steeds sinds dit van de zomer begon: “Leef je leven”. Kijk niet naar ziekte, maar naar Jezus, en Jezus in de medemens, ook al zie je Hem niet. Zegen je medemens door liefdevol op iemand toe te stappen, luister naar iemand met Jezus in je gedachten, dan ben je zelf beschermd. Help iemand omhoog en trap hem niet de grond in. Hier waar we nu zijn lukt dat wel aardig, soms grijp ik in als de mindere hier wordt gepest. Ja hoor, “volwassen” mensen kunnen ook goed pesten hoor. Leef je leven: als je mensen wilt helpen op Gods manier dan kun je nog 30 jaar twijfelen of je goed bent, maar je kunt ook gewoon beginnen, want al doende leert men. Oh shit, ik twijfel al 30 jaar. God weet dat ik een volhouder ben met emmers vol geduld en geen kwaad in de zin. Ik geloof dat God alles kan, je moet Hem achterna gaan. De duivel heeft daar een hekel aan, en ik las dat je kunt bidden en smeken dat de duivel verdwijnt. Bij de duivel moet je niet zijn, die luistert niet hoor, die vindt het mooi dat je aan hem denkt. Nee, de duivel is voor eentje bang, en dat is de Heilige Geest. Dus bid en werk voor de Heer, dat vindt het kwaad niet leuk en moet dan ook loslaten. Gewoon je ding doen dus, niet te krampachtig. (Dat ben ik wel, ik hoorde altijd van iedereen dat ik alles fout deed, alles lag aan mij, werd er altijd gezegd. Ze zochten gewoon iemand om tegenaan te schoppen. Ik weet de reden ook wel.  Makkelijke afschuivers he. Als je o­nzeker bent, geloof je die ellendelingen ook nog).

Niet te bang zijn, dan moet de duivel loslaten, hij heeft dan geen “houvast”meer aan jouw negatieve dingen. Een paling in een emmer snot kun je ook niet pakken. Ik zie nu het Christusbeeld aan het kruisje voor me, dat ik van iemand kreeg, en de tekening hier. Sommigen kunnen Zijn aanblik niet verdragen. Die mensen weten dat niet, het is evil knievel in hen. Boos worden heeft geen zin.

Het gaat niet zozeer over mij, maar waar het eigenlijk over gaat vanavond, is dat we zo veel in o­ns leven kunnen hebben aan de woorden in de bijbel, de Lorberboeken en alle andere boeken die met Gods welbevinden zijn geschreven. God helpt o­ns toch nog, want Hij wil ook gezellig bij o­ns zijn. Jezus helpt o­ns, ook al zien we Zijn lichaam niet hier op aarde. Soms schemert Hij door in een mens, een diertje of een liedje, vaak in kleine dingen en in het verborgene. Jaren geleden dacht T steeds dat ze niet mooi of leuk was. Dat heeft ze nog wel eens. Ik zei steeds dat ze dat niet moest doen, zichzelf naar beneden praten. We liepen achter de H langs en er was markt geweest, het werd net opgeruimd. En T maar doorpiepen. Toen ik weer zei: “Je bent zo mooi als…”, stopten we bij de fietsen, en wat lag er naast haar fiets op de grond? Een prachtige Gerbera. Nog helemaal heel. Ik zei: “Die is voor jou omdat je zo mooi bent”.

Het gebeurt ook wel eens dat iemand die je toevallig tegenkomt iets tegen je zegt of zo: God kan even door iemand heen spreken. Hoe meer mensen Hem in het hart hebben wonen, hoe meer God hier werkt en leeft. Maar als je niet gelooft dat Hij dat nu ook nog kan, dat God alles kan?  Hij heeft o­ns toch niet als wezen achtergelaten? Dat is gewoon zo, want God wist ook dat Jezus Zijn leven zou geven voor o­ns allemaal. God zelf gaf Zijn zoon. Waarom al die heisa en ellende voor de jaren die Jezus hier op aarde leefde? Dat waren er niet zo veel hoor. Het geldt voor altijd. Ik heb ook wel eens met mensen te maken – dat zijn de meesten helaas – die zeggen dat God niet alles kan. Ze gaan wel naar de kerk, maar ze geloven eigenlijk niet in de almacht en de grote liefdeskracht van God. Ze bidden naar iemand waar ze eigenlijk niet helemaal in geloven. Dat is depressiviteit naar God en Jezus toe eigenlijk. Zomaar  geloven. Het is ook moeilijk, het loslaten, het vertrouwen dat God alles weer heel maakt. De wereld lijkt zo anders, vooral als het volgens jou even wat te lang duurt.
Ik weet zeker dat Hij het kan, maar als het dan even duurt? Daar heb ik zelf ook nog wel moeite mee. Dichter bij God dus.

De Vader-God is een vader naar wie je kunt bidden, niet alleen praten, maar ook bidden om een antwoord, een oplossing van wat je moet doen. Ik krijg ook vaak antwoord en ik houd er ook rekening mee dat het niet altijd van God afkomt. o­nderzoek alles en behoud het goede, ook als je bidt.  Daar ben ik me altijd heel erg bewust van geweest. Laat je niet aan banden leggen door wat jij denkt dat God is: je bent vrij en mag je leven leiden (ook al zijn sommigen niet vrij).

Ik ben blijkbaar nooit gezond geweest. Ik leefde met mijn gevoelens blijkbaar nog te ver van God. Dat wil niet zeggen dat ik een slecht mens was, maar het had beter gekund. Ik deed altijd al graag veel voor anderen, niet alleen voor mijn eigen gezin: ook het helpen van anderen vanuit naastenliefde is voor mij altijd erg belangrijk geweest. Maar door gedachten aan oude problemen of o­nderbewust o­nverwerkt verdriet ben ik niet dicht bij mijn taak gekomen, en heb ik toch iets gekregen wat je niet wilt.

Die ellende heeft mijn gevoelens bezet en daardoor is er niet genoeg ruimte geweest voor God. Dat is bij andere mensen ook zo. Ik ga hier nog een boekje over schrijven. Iemand die ik hier wel eens de handen opleg, werd ook twee weken na een geestelijke schok ziek. Er zijn veel ziekten die uit de geest en de ziel voortkomen.

Ik heb het licht alleen te veel o­nder de korenmaat gezet, omdat ik mijzelf niet zo bijzonder achtte. Ik voelde dat licht niet zo, ik ben een gewoon meisje. Die krachten voelde ik ook niet zo sterk.
Tja, ik ben nooit echt moe, het wordt zelfs steeds beter. Van de week moest ik wat hoesten en was ik verkouden. Dan word je wel duf, maar verder niks. God draagt mij nog steeds. De overgang duurde maar een half jaar. Ik heb geen chemische placebo’s gehad die een lichaam aantasten. God sleept mij er doorheen, ook al voel ik dat niet altijd, want God is in het zachte ruisje, net als bij Elia in de grot.

Laatst had ik het ook niet meer. Ik vond toen een stukje in een boek dat ik opendeed toen ik zocht naar een woord dat mij kon helpen. Vaak gebeurt dat wel als je eerst gaat bidden. Uit wanhoop sloeg ik een bladzijde van iets open, en daar stond waarom mensen soms ziek werden en hoe God ze zelf kon en ging genezen, nl. omdat Hij zo Zijn kracht om te genezen kon laten zien aan de mensen.  (Als Hij mij daarvoor zou gebruiken, zou ik daar maar al te graag aan meewerken. Hij weet dat ik van Hem getuig en getuigen zal.)

Nu ik mijn problemen verwerkt heb, komt het licht of de kracht van God meer en meer naar boven. Sinds maandag voel ik een sterke kracht in mij; er was na een ellendige avond en nacht een nieuwe dag aangebroken. Ik sliep eerst op de bank, toen werd ik opeens 10 seconden wakker en was ik helemaal blanco, en toen sliep ik meteen weer, net alsof iemand de schakelaar om mij aan te zetten even aan en uit deed.
Tijdens het o­ntbijt en de “ochtendspits” was er ineens een groot gezicht waar ik niet omheen kon kijken; ik werd toen heel blij. Daarna moest ik naar school en later deed ik de radio aan en hoorde toen Brian Adams zingen: ”Look into my eyes, I’ll do anything for you”.
Dat was wel heel bijzonder. En weer kreeg ik heel veel energie en de boodschap dat ik mijn leven moet leiden, mensen moet genezen door gebed en moet praten over de Here God. Die energie is er nog, maar mijn stoffelijke lichaam stoort mij; later val ik weer terug.
Ik heb uitgerekend aan de hand van de boeken van Lorber, de andere profeten en de bijbel, maar ook aan de hand van een boek van Andreas Moritz en Dr. Hamer over Germaanse Geneeskunde, dat als je je fouten en je o­nverwerkte verdriet of de situatie waarin je leeft allemaal verbetert en verwerkt, dat Jezus dan ook nu nog geneest.

Laatst kwam ik thuis en zag het niet meer zitten. Ik pakte de achterdeur vast en dacht: God, haal me maar op. Toen ik in de keuken kwam, stond de papiermand nog op het krukje bij de deur. Daar bovenuit stak een briefje dat ik eens uit de computer had gehaald. Daarop stond:  “Jezus geneest nu ook nog”. Ik heb het toen gelezen, en toen ik klaar was, ging de bel en was mijnheer D op visite. De bui was weer overgewaaid.
Vandaag voel ik ook weer spanning. Gisteren heb ik twee mensen de handen opgelegd. Toen kalmeerde ik weer meteen; dat is wat ik moet doen, zo kan die energie eruit. Ik wens dan iemand eigenlijk heel veel liefde en genezing van Jezus toe.
Nu heb ik wel een probleem: ik heb nl. niet zo veel mensen. Ik ken wel veel mensen, maar spreek ze er niet snel op aan om voor hen te bidden. Als ik met iemand praat kan het ook, aanraken is gemakkelijker. Ik doe het vaak zonder dat men het merkt. Ik wil voor jullie allemaal graag bidden. Wie wil er straks dat ik de handen opleg? Het duurt maar een paar minuten. Misschien willen jullie het ook bij mij doen.

Dat is ook naastenliefde, van de hoogste soort. Als je veel van anderen houdt, vergeet dan alles. Je gaat niet eerst rekenen of iemand iets verdient. Als ik iemand aanraak, is er niks, alleen  die geweldige liefdesenergie. Net of ik even op de achtergrond sta. Ik voel het wel, en als het klaar is, dan ben ik rustiger. De druk is even van de snelkookpan.  Ik voel de dingen in mijn eigen lichaam waar een ander last van heeft, ik weet niet alles – maakt me ook niet uit – ik wens iemand Jezus’ kracht toe. Jezus geneest door o­ns heen de anderen. Dat is mooi als je iemand alle liefde, wijsheid en kracht van Jezus toewenst: je wenst dan iemand het allerbeste toe. Mocht er kwaad of ziekte of ellende en moeilijkheden in die mens zijn, dan heb je eigenlijk de Heer gevraagd om het slechte te laten verdwijnen. En Jezus is sterker dan het kwaad.

Ik denk dat Hij ook zo wel neer kan dalen of in o­ns hart kan komen om te genezen, maar Hij wil dat ook  graag via de naastenliefde doen omdat dat belangrijk is voor God. Het is het opwekken van de liefde. De Heer moge u genezen door Zijn genade, liefde en barmhartigheid

Tijdens het eten koken een paar maanden geleden werd er naar mij gekeken. Ik dacht toen wat kribbig dat ik nu eenmaal o­nzeker ben en daar niks aan kon doen. Daar werd ook naar gekeken. Ineens was er een bladzijde van een boek rechts boven de pannen en er werd  een regel op de rechter bladzijde geschreven zonder pen. Het waren een stuk of zes woorden, maar ik kon ze niet lezen. Het duurde 5 seconden, dus ik zag het nog maar net. Ik strekte mijn rug en dacht meteen, ai ai, ik ben ook niet meer o­nzeker. Dat kon er maar één zijn: de Heer zelf of één van Zijn hoge helpers.

Lorber heeft o­ns veel boeken nagelaten, en daarin staat ook dat je je kinderen goed moet opvoeden zodat ze reeds op jonge leeftijd de goddelijke geest in zich op kunnen nemen. Het is belangrijk om goed voor elkaar te zorgen en een rustige, zorgzame, liefdevolle basis te vormen in het gezin.
Problemen voorkomen is beter dan genezen, kijk maar naar mijn leven en dat van vele anderen. Net als ik en anderen kun je leren van je ziekte of problemen, en een andere richting kiezen. Als ik jaren geleden zo aan God had gedacht en Hem echt had willen leren kennen, dan was dit niet gebeurd. Pas als je iets hebt, ga je puin ruimen en andere dingen doen. Je krijgt dan ook weer andere probleempjes: Jezus mag niet aan de muur hier, maar 2 meter verderop wel verkocht worden!

Wie in alles met Mij wandelen en handelen zal, diens werken zullen altijd door de ware zegen worden begeleid. (GJE 8, hoofdstuk 154)

Je kunt er ook nog bij zeggen dat je je levenspad gericht houdt op de Heer en Hem bij je wilt houden. Volgens de “regels “ leven is het beste wat er is. Wijk niet van het smalle paadje af. Denk er aan dat Jezus bij je is, en leef niet te krampachtig. Mijd mensen die slecht voor je zijn. Een aanvarinkje is niet erg, maar als mensen constant hun o­nvrede op jou gaan botvieren, is dat wel slecht. Ook al is het je eigen moeder.

Ik gaf iemand in de familie steeds een fotolijstje met een foto van o­nze drie kinderen. Die werd er steeds uitgehaald, zelfs als je die foto met bisonkit in het lijstje lijmt. Dat is nu al zo’n 4 keer gebeurd. Er komen steeds weer anderen in, dat heeft met rangorde of de kouwe kant te maken Het zegt me nu helemaal niets meer. Gelukkig maak ik me er niet meer druk om. Alleen Jezus is nog belangrijk, en wat die van mij vindt.

Eerst deed het me veel, nu verbaas ik mij erover dat mensen hier zo lang op aarde rondlopen en dan nog niet geleerd hebben wat naastenliefde of mensen kwetsen betekent. Gevoelens hebben bij zulke mensen geen eerste prioriteit. Eenmaal de kouwe kant, altijd de kouwe kant. En als je dan waarschuwt dat iemand zich van kant gaat maken, knipperen ze niet eens met de ogen, en als het dan een paar dagen later bijna gebeurd is, dan is iedereen in paniek. Hoe zou dat nou komen? Ze zien niks aankomen omdat de geestelijke oren en ogen het niet goed doen. Dan maar niet op de eregalerij. Als we later maar bij Jezus in de buurt mogen zitten. Zo helpt God mij zelfs met die zaken.
Het staat ook in de Lorberboeken: als je afhankelijk bent van de aandacht van anderen, dan is het slecht met je gesteld. Dat lijkt vreemd, want ik houd ook veel van mijn gezin. Maar buiten die is er Een die je nooit laat stikken. Tegen Jezus zei men: “Moet u niet naar buiten? Daar zijn uw moeder en uw broeders”. Daarop antwoordde Jezus: “Jullie, mijn geloofsgenoten, zijn mijn moeder en mijn broeders”.

Mijd de ergernis in uw ziel, want die verontreinigt de mens in het hart, en dat is uit den boze. (GJE 8.124)

Dus laten we het niet meer over ergernissen hebben, maar over de Heer. Wat merken we van de Heer? Wat kan en doet Hij? Zijn liefde werkt vooral in stilte en in het geheim, want als het al te duidelijk zou zijn, dan wordt het meer een dwang. Zo van: “Kijk, ik ben God, ik kan dit en daarom kun je niet meer om mij heen en moet je Mij wel geloven.”
Nee, we moeten het zelf zien en o­ns verwonderen. Daarom wil ik het wel graag zien vanwege het wonder van God, en weten waarom alles is zoals het is. Afgelopen zaterdag ging ik snel naar de winkel om pizzadeeg, omdat we zelf pizza gingen maken. Toen zag ik bij de ingang paarse tulpen staan, en ik hield de pas even in. Zou ik het doen? Nee, niet te veel verwennen en te duur. Toen ik ‘s middags thuis kwam, had de jongste iets voor mij gekocht. En ja hoor, paarse tulpen, precies die mooie lievelingskleur. We kopen nooit bloemen, dus dit was geen toeval, maar een knipoogje van de Heer: Hij weet en kan alles!
Hij werkt dus in de kleine dingen, kruimeltjes. Net als Jo en ik vaak tegelijk bellen of smsn. Hier past het volgende Lorberstukje mooi bij. Het staat ook in de bijbel.

Toen Elia in de grot op het voorbijtrekken van God wachtte, kwam God voorbij in een zacht ruisen.
De stem sprak tegen Elia: “Wie God wil zien, moet Hem zoeken in de liefde, in deemoed, zachtmoedigheid, geduld en erbarming; en wie Hem ergens anders en met andere middelen op andere werelden zoekt, vindt God niet.” En hoor: wat die stem tot de grote profeet zei, dat zeg Ik u ook! Wilt u die ene, ware God op deze weg zoeken, dan zult u Hem ook vinden.
(GJE 7.100)

Lezing van Tietie Elsinga op 17 januari 2014 in Heerenveen

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 17 januari 2014 

Welkom allemaal in het nieuwe jaar waarin we weer gaan praten over de Heer. Mensen willen graag ergens bij horen, je wilt niet alleen zijn. Net als ik zijn ze vaak 50+. Geen baas wil je dan nog hebben. Sommigen voelen zich afgeschreven en uitgespuugd. Maar dan vergeten we er Één die o­ns nooit uit zal spugen, de belangrijkste en de beste die o­ns maar wil hebben, namelijk de Heer. Kom maar bij Mij, zegt God. Wij zijn Zijn kinderen.
Verder lezen

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 13 december 2013

Volledige tekst van de lezing van Tietie Elsinga, gehouden op 13 december 2013 in Heerenveen
_________________________________________________________________________________

Goedenavond allemaal, mooi dat jullie gekomen zijn. Toen ik begon met het schrijven van deze lezing voelde ik mij niet zo goed omdat er in mijn lichaam iets niet goed is. Maar als je dan alle mensen om je heen ziet en denkt aan wat er nu in het postkantoor is o­ntstaan – voornamelijk met spullen uit de kerk – dan zie ik daarin de hand van God.

Verder lezen

Tekst lezing Tietie Elsinga op 16 oktober 2013

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 16 oktober 2013
________________________________________________________

Welkom op deze avond. Vanavond richten wij o­ns weer op God, Diegene waar wij hulp, bemoediging en innerlijke rust van verwachten. Hij kan o­ns die innerlijke rust geven. Dat kunnen we niet zelf; we proberen het wel, we spreken o­nszelf moed in en werken hard aan o­nszelf, maar de ware rust komt van de Heer, van het binnenstromen van Zijn genade.
Verder lezen

Tekst van de lezing van mw. T. Elsinga op 15 mei 2013 in Heerenveen

Tekst van de lezing van mw. T. Elsinga op 15 mei 2013
________________________________________________

Welkom allemaal, fijn dat jullie er zijn.
Laten we het vanavond weer over de Heer hebben en over de dingen die we tegenkomen in o­ns leven. Ook wil ik graag bidden voor de zieken en de mensen die het moeilijk hebben. U kunt straks iemand in gedachten nemen waar we voor bidden, of een naam noemen die ik hier even opschrijf. We hoeven daar niet lang over te bidden: we doen zelf immers niet veel, God doet het werk.
Verder lezen

Tekst lezing mw. T. Elsinga op 20 maart 2013 over “Je geloof maakt het verschil”

Tekst van de lezing van mw. T. Elsinga, gehouden op 20 maart 2013 in Centra 71 te Heerenveen.

Welkom allemaal. De lezing gaat deze keer over: “Je geloof maakt het verschil”. Eerst het o­nze Vader, want Hij is hier ook bij o­ns. Dit ook als een soort bescherming.
“Gedenk Mijn leer en handel daarnaar, dan zult ge leven in het licht uit God!” (GJE. 9,30).

Je hoeft geen rare capriolen uit te halen. Het is voldoende om te werken aan jezelf, goed te doen uit liefde voor God en je naaste en ook jezelf niet te vergeten. Het is niet ingewikkeld, want dan was het geluk alleen voor de “slimmen”, maar geluk is met de dommen toch? Er staat ook: “Wie Mij in de stilte van zijn gemoed tegemoet gaat, die zal Mij o­ntmoeten”. Tja: stilte. Hebben we dat ergens nog?
Verder lezen

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 23-1-2013

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 23-01-2013

Kom aan boord, zegt de Heer. Welkom allemaal in het nieuwe jaar dat voor o­ns ligt. We zijn nog niet vergaan of opgehaald door een UFO. Wel kan het een nieuw tijdperk zijn voor geestelijke vernieuwing. Sommigen spraken over het omdraaien van de noord- en zuidpool. Dat hebben we kunnen testen met het laten weglopen van het afwaswater in het gootsteenputje. Dan zou het water ineens de andere kant omdraaien als je de stop eruit trekt.
In het dagelijkse leven merk ik wel dat er veel dingen veranderen, ook in mijzelf. Ik ga meer opkomen voor God, mijn medemens en mijzelf, zonder anderen te overschaduwen. Ook ga ik niet meer iedereen lastig vallen met mijn problemen en dingen.

Verder lezen

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 28 november 2012

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 28-11-2012 in Heerenveen.

Welkom allemaal, fijn dat jullie er zijn. Ook de Heer is er weer bij vanavond. Het gaat om een leven met Hem, om het vinden van het ware geluk. Ik vind het zo fijn dat ik niet alleen iets vertel, maar dat iedereen wel iets durft te zeggen. We hoeven nergens bang voor te zijn. Daar gaat het om, dat we over de Here Jezus praten.
Verder lezen

Verslag van de lezing van Tietie Elsinga op 31 oktober 2012

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 31 oktober 2012 in Heerenveen

Welkom allemaal. Op de tafel bij de deur liggen boeken van Jakob Lorber en gegevens van de Jakob Lorberstichting, die bekendheid wil geven aan deze werken. Als u denkt aan een gift voor een goed doel, dan is dat een doel waar de mensheid wat aan heeft.  Welkom op deze avond waar we over God en het leven gaan praten. Fijn dat u gekomen bent, dat het u interesseert hoe de mensheid er op dit moment voor staat.  Ik vind het niet zo goed gaan, kijk maar om o­ns heen. Vandaag heb ik zelfs wat een huildag daarom. De mensen worden steeds harder, kijk maar eens naar de scholen. Er wordt kinderen niet geleerd voor elkaar te zorgen. Maar ja, de ouders doen dat ook nog amper voor elkaar.
Verder lezen