Het gezonde verstand van Risa.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 62 / 246 »»
[1] Dan wordt het stil aan de tafel. Maar nu beginnen de dertig jonge Farizeeën en levieten onder elkaar te ruziën, omdat hen door hun woordvoerder Hebram in zekere zin ook het zwijgen is opgelegd. Vooral een zekere Risa praat steeds maar door over zijn ouders die veel landgoederen bezitten, welke hij na hun dood als enige erfgenaam zou erven. Hij ergert zich buitengewoon als Hebram hem er op wijst, dat hij nu beter zou kunnen gaan nadenken over de wijze woorden van Mathaël en vooral die van de heiland uit Nazareth en daarbij zijn mond dichthouden, in plaats van steeds maar door te blijven kletsen over zijn waardeloze erfenis.
[2] Maar RISA zegt op grove wijze tegen Hebram: "Arme schooiers worden uiteindelijk altijd vroom en zoeken het in allerlei wijsheden, omdat ze weten dat zij van de wereld niet veel te verwachten hebben. En de groten en rijken worden af en toe ook vroom en wijs, om de woedende, arme duivels gemakkelijker weer tot zachtmoedigheid en geduld terug te kunnen brengen, zodat deze zich voortaan hun zeer drukkende armoede laten welgevallen!
[3] De rijke gaat naar de synagoge en bidt voor het aangezicht van de armen, om deze te laten geloven hoe vroom men zou moeten zijn om door God zo gezegend te worden. De arme bidt eveneens veel. Ten eerste om ook door God gezegend te worden en ten tweede opdat de rijke hem zal zien en hem dan misschien toch een aalmoes geeft. Wat voor verschil is er dan tussen beiden? Er is helemaal geen verschil! Want de rijke strooit de arme zand in de ogen en de arme doet datzelfde zoveel mogelijk bij de rijke, om iets van hem te krijgen. Maar mij bedriegt niemand, ook geen wonderdoener. Want de wonderdoeners weten heel goed voor wie en waarvoor zij hun schijnwonderen doen! Als zij zeer grote meesters in hun geheime kunsten zijn weten ze vaak groot en klein beet te nemen, worden letterlijk als hogere wezens vereerd en daardoor rijk en machtig!
[4] Om kort te gaan, voor blinden kun je gemakkelijk een schilder zijn. Je schildert een beer voor hen en zegt: 'Kijk, dat is een aantrekkelijke jonkvrouw!', en ze geloven het. Maar als iemand voor mij een wonder zou doen, zal de scherp toeziende Risa zich er niet tussen laten nemen en de man zou ook geen aalmoes verdienen en krijgen!
[5] Alles in de wereld is bedrog. Wie het best bedriegen kan, komt het verst! Maar wie wat minder goed kan bedriegen, zal op de oneffen baan van het geluk niet zulke grote sprongen maken!
[6] Alleen hij is gelukkig, die van meet af aan in het rijke bezit is van allerlei goederen en daarbij veel inzicht heeft, zodat men hem geen beer in plaats van een jonkvrouw voor kan schilderen! Dat is mijn gezonde kijk op de wereld en al haar omstandigheden en die is niet zo nevelig als die van een arme, slimme drommel! Zo is het altijd geweest en zal het ook altijd blijven!
[7] Maar kom bij mij niet aan met het eeuwige leven na de dood! Want wat dat betekent laat ieder graf ons zien, net als iedere van ouderdom omgevallen boom in een bos. Wat uit de aarde komt, wordt weer aarde en verder is er niets -behalve de vrome inbeelding van de arme drommels, die door de rijken natuurlijk graag ondersteund wordt!"
[8] HEBRAM is, zoals al eerder gezegd, zeer verontrust over zulke opmerkingen en zegt tegen Risa: "Voor jou zijn dus Mozes en alle grote en kleine profeten niet meer dan echte of gefantaseerde bedriegers van de blinde mensheid, en de hier aanwezige heiland uit Nazareth vind je geen haar beter?!"
[9] RISA zegt:"Ik zie ze niet als opzettelijke bedriegers, maar zeker als bedriegers van de betere soort. Want allen konden erg goed de blinde mensen zo dan al geen beren, dan toch apen in plaats van mensen voorschilderen, en knollen voor citroenen verkopen!
[10] Van de heiland uit Nazareth denk ik dat hij heel goed onderricht is in de geheime krachten. Hij kan ze nu gebruiken en wij, als oningewijden, staan erbij als een os voor een nieuwe poort en weten niet waar het allemaal om draait!
[11] Maar zijn leer is goed. Want als alle mensen zo'n leer zouden hebben en haar navolgden, zou het tenslotte met alle mensen goed moeten gaan! Wie zal echter die leer nu aan alle mensen op de uitgestrekte wereld gaan verkondigen? En als daar een mogelijkheid voor zou zijn, dan vraag ik: Op hoeveel onoverkomelijke moeilijkheden en hindernissen zou zo'n werk stuiten?!
[12] Want de mensen zijn in niets zo star als juist in hun verschillende religies en godsdiensten!
[13] De gewone mens is in alles meer dier dan mens. Het ontbreekt hem aan iedere hogere intelligentie en hij zal zich daarom niet laten verheffen boven zijn duizendjarige levensopvatting, ondanks alle duidelijk zichtbare onjuistheid en zoete dwaasheid. De meer intelligente mens zal echter denken: 'Het leven in de oude dwaasheid is goed, waarom iets nieuws waarmee men geen ervaring heeft hoe het geaccepteerd zou worden en hoe daarmee geleefd zou moeten worden?' Daarom zijn zulke verlichte denkbeelden bedoeld voor bepaalde plaatsen en moeten zoveel mogelijk geheimgehouden worden om de gelukkig makende waarde tenminste voor een paar mensen van de grote wereldmassa te behouden. Als zoiets gemeengoed wordt, verliest het zijn waarde, wordt al gauw belachelijk, en dan kraait er geen haan meer naar. Wat één - zeg maar - mens kan doen, doen hem dan al gauw duizenden na, zodra ze maar enigermate in de zaak worden ingewijd!
[14] En zo, denk ik, zal deze overigens goede meester uit Nazareth ook al gauw het loodje leggen, vooral, als hij zijn geheime wetenschap ook aan andere mensen zal leren, zoals wij dat zojuist bij dat jonge, mooie mensenkind hebben gezien die al een meesterlijke vaardigheid in wonderen doen heeft bereikt!
[15] Als een leerling al zulke ongehoorde dingen te weeg brengt, wat blijft er voor de meester dan nog over?! Als de leerlingen goed kunnen zwijgen, kan er in ieder geval een rendabel instituut mee opgericht worden zolang men de wereldse machthebbers te vriend houdt. Die steunen wel graag zulke instituten, die vanwege hun buitengewone uitwerking heel geschikt zijn om er het volk mee in toom te houden door grote beloften voor het hiernamaals, gewoonlijk bestaande uit loon of oneindige straf.
[16] Maar als zulke geheime wetenschappen bij het volk terechtkomen en het volk klare wijn wordt geschonken, is het uit! Alles gaat men dan bekritiseren en belachelijk maken, geen mens hecht er dan nog waarde aan en alle eerst zo verheven, bezielende waarde is onherroepelijk verloren. De mensen gaan vervolgens nadenken over iets dat nog buitengewoner is, maar vinden gewoonlijk niets meer zolang zij verstandig blijven. Maar na eeuwen, als de een of andere oude, zoete domheid weer is ingeburgerd, kan een avontuurlijke slimmerd, als hij het goed aanlegt, weer een volkje voor een paar eeuwen aan zich binden. Probeert hij het echter op een domme manier, dan moet hij al snel maken dat hij weg komt wil hij er heelhuids van afkomen.
[17] Kijk, ik ben heus geen profeet en daarvan is er waarschijnlijk ook nooit ofte nimmer een geweest! Maar Ik waag het om nu stellig te beweren, dat de tempel zich met zijn fantastische oplichterijen nauwelijks nog een eeuw zal staande houden, ondanks al zijn veronderstelde voorzichtigheid! Want als zo'n instelling eenmaal te zeer op winst belust wordt verraadt zij zich al gauw, verliest de verheven stralenkrans en het is afgelopen met haar! Tweeduizend jaar schijnt wel de langste periode te zijn voor een leer om zich te handhaven. Dan vervalt zij tot niets en in een kroniek kan men dan nog slechts enkele brokstukken terugvinden.
[18] Slechts de rekenkunde, die de oude Phoeniciërs uitgevonden moeten hebben en die door de Egyptenaren en Grieken sterk is uitgebreid, kan nooit vergaan omdat deze waarheden bevat die voor iedereen begrijpelijk, nuttig en daarom onverwoestbaar zijn.
[19] Maar iedere andere leer, die van de mensen allerlei offers vraagt en die, als men zich die heeft eigen gemaakt, geen ander voordeel oplevert dan het kunnen genezen van een aantal zieken en daarbij in noodgevallen ook nog een ander wondertje doen, kan geen stand houden! Want ten eerste berust deze niet op een mathematisch aantoonbare basis en ten tweede blijft zij, zelfs al doet de stichter daar nog zo zijn best voor, nooit zo eenvoudig en zuiver als zij oorspronkelijk was.
[20] Gewoonlijk begint men met allerlei uitleggingen, omdat iedere stichter van een leer altijd min of meer de oude mystiek aanhangt en zijn overigens vaak zeer gezonde leer opvult met allerlei onbegrijpelijke, mystieke brokstukken, die hij eerst waarschijnlijk zelf niet heeft begrepen en waarvan zij die na hem komen nog minder kunnen begrijpen. Langzaam maar zeker wordt zo'n leer dan steeds meer omvattend, het oude mystieke daarin wordt steeds mystieker, men bouwt grote zalen en verricht met doodernstige gezichten allerlei ceremoniële handelingen, om het volk de oude heiligheid van een eerst heel eenvoudige leer duidelijker en nadrukkelijker onder ogen te brengen. Maar dat helpt allemaal niets, want in de loop der tijd worden de mensen door allerlei verschijnselen op het gebied van de natuur en door het gezonde verstand, de ogen geopend en met de hele oude leer is het dan zo goed als afgelopen, want de hier en daar nog bewaarde brokstukken kunnen toch nooit meer tot één geheel worden gemaakt. - Kijk, zo ziet mijn gezonde mening er uit, die ik echter aan niemand wil en zal opdringen. "
«« 62 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.