De genezing van de bezeten doofstomme man. (12/13.12.1851) In het Galilese hongerdorpje.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 131 / 242 »»
[1] Toen deze twee nog maar net het huis hadden verlaten, brachten anderen, die juist waren aangekomen, een mens die stom en tevens bezeten was. (Matth. 9:32) Er waren echter ook verscheidene Farizeeën en schriftgeleerden, die wij twee dagen eerder in het huis van Matthéus achtergelaten hadden, nagekomen om te zien wat Ik thuis zou doen en waarheen Ik verder zou gaan. Zij kwamen voor het huis de twee blinden tegen, die hen meteen vertelden, dat er nu een stomme en tevens bezeten man genezen zou worden; maar over zichzelf zeiden ze niets, want in hun hart waren ze nog te bang om daarover iets te vertellen.
[2] De Farizeeën maakten snel voort toen ze dit bericht hoorden, opdat ze niet te laat zouden komen. Toen ze in de kamer kwamen, herkenden ze de bezetene die stom was, en ze zeiden: '0, die kennen we al heel lang! Geen macht kan hem helpen! Als zijn duivel wild wordt dan ontwortelt hij bomen, en geen muur en geen ketting is hem te sterk. In het vuur verbrandt hij niet, en de vissen zijn te beklagen als hij het water in gaat. Zijn beste eigenschap is nog, dat hij stom en doof is; want als hij kon horen en praten, dan zou geen wezen op aarde veilig voor hem zijn. O, het is een verschrikkelijk mens! Alles slaat voor hem op de vlucht; zelfs de verscheurendste dieren vluchten voor hem. Wil hij die gaan genezen? Die kan alleen maar door de opperste duivel genezen worden! ,
[3] Ik zeg: 'Ondanks dat zal Ik hem genezen, opdat u nu eindelijk eens begrijpen zult dat alle wezens moeten gehoorzamen aan de macht van God!'
[4] Toen strekte Ik een hand uit over de bezetene en zei: 'Ga uit deze mens, jij onreine, boze geest!' Daarop schreeuwde de geest: 'Waar moet ik dan heen?' Ik zeg:' Daar, waar de zee het diepst is, daar wacht een monster op je!' De boze geest schreeuwde nog één keer en verliet toen de mens.
[5] De mens kreeg meteen een heel vriendelijke gelaatsuitdrukking, begon heel dankbaar te praten, en gaf met de vriendelijkste woorden iedereen een gepast antwoord, en allen overtuigden zich ervan dat zijn doof en stomheid geheel en al verdwenen waren.
[6] De leerlingen en al het volk dat daar was, waren buitengewoon verbaasd en zeiden: 'Dit overtreft werkelijk alles! Zoiets is in Israël nog nooit gehoord! (Matth. 9:33) Het is al eens gebeurd dat wind en storm verdreven werden, hoewel op bescheiden schaal; schijndoden zijn ook al eens levend gemaakt, rotsen werden gedwongen om water te geven, en toen Mozes daarom vroeg kwam er manna uit de hemel, maar het was allemaal zeker niet zo perfect.
[7] Toen Salomo de tempel bouwde en er gedurende een maand geen dagloner mee wilde werken aan de bouw, smeekte hij God om arbeiders, en er kwamen direkt een groot aantal jonge mannen en boden de koning aan om voor hem te werken, en Salomo accepteerde dat en werkte gedurende een maand met hen, zoals de overlevering zegt.
[8] Kortom, sinds Abraham tot op heden zijn er al veel wonderlijke dingen gebeurd; maar, zo waar er een God is die over hemel en aarde regeert dit wonder slaat alles!'
[9] De Farizeeën ergerden zich ontzettend over al die verbazing, en ze konden hun woede niet meer beheersen en zeiden daarom tegen het volk: 'Hoe kunnen jullie toch zulke blinde dwazen zijn! Hebben we jullie niet direkt toen we deze kamer binnenkwamen luid en duidelijk gezegd, wie alleen in staat zou zijn om die bezetene te genezen? We hebben jullie gezegd, dat alleen de opperste duivel dat zou kunnen! Hij genas weliswaar de bezetene, maar hoe?! Hij heeft met behulp van de opperste duivel deze duivel uit die mens verjaagd!' (Matth. 9:34)
[10] Toen de kwade Farizeeën dit over Mij zeiden in het bijzijn van het volk waar nu ook de Romeinse overste Cornelius bij was, barstte de bom! Buiten zichzelf van woede over die opmerking donderde de overste zijn oordeel over de Farizeeën en schriftgeleerden: 'Jullie komen vandaag nog aan het kruis! Ik zal jullie het verschil tussen God en duivel wel duidelijk maken!'
[11] Na het horen van dit donderend oordeel, begonnen de Farizeeën werkelijk ontzettend te jammeren en bevreesd te worden. Het volk juichte echter en riep: ' Ah! Hebt u eindelijk de juiste man gevonden, die uw oude duivel verjagen zal? Het is precies wat u nodig hebt! Want u bent zelf net als de opperste der duivels; u vecht nog, net als hij eens deed, om het lichaam van Mozes, d.w.z. om de dode materie van zijn leer, en u vervolgt alles wat ook maar iets van de geest in zich heeft, met vervloekingen, vuur en zwaard! Daaruit blijkt wel dat u het bent, die steeds de hulp van de duivel gebruikt en met die oude bedrieger samenwerkt! Daarom is het oordeel van de overste over u duivelsknechten geheel terecht, en we hebben echt geen medelijden met u!'
[12] Nu komt Matthéus de tollenaar naar de Farizeeën en zegt: 'Ongeveer vier dagen geleden heeft Meester Jezus de oude broer van mijn moeder genezen van de jicht; heel grote waarheden zijn er toen tegen u gezegd! Het was haast kinderlijk eenvoudig te begrijpen en de Meester Zelf sprak zo waarachtig en wijs tegen u, dat u daarna zeer verwonderd was en verplicht was Hem te vragen hoe Hij die wijsheid verkregen had. Maar ondanks Zijn bijzonder geestrijke en leerzame antwoorden en ondanks Zijn ongelofelijke daden, bleven uw ogen blind!
[13] Als dan zulke daden en lessen uw ogen niet kunnen openen, en u daarbij in uw slechte harten alleen maar steeds kwaadaardiger en wraaklustiger wordt, vertel me dan eens, wat er bij u nog aan ontbreekt tot u volleerde duivels bent? Ja, ik zeg nog eens wat ik al een keer gezegd heb, dat u erger bent dan alle duivels bij elkaar, en daarom is het voor God en alle betere mensen juist en rechtvaardig, als men u uitroeit als verscheurende beesten!
[14] Ik ben echt wel iemand die diep meeleeft en ik ben bijzonder goedmoedig en mijn fijngevoeligheid maakt dat ik geen vlieg kan doodslaan ; en geen worm kan plattrappen; maar u zou ik zelf zonder angst de kop af kunnen slaan. Ik geef de overste dan ook groot gelijk, dat hij u tot de galg (heeft dezelfde betekenis als kruis) heeft veroordeeld.'
[15] In hun grote angst zagen de Farizeeën nu wel in, dat niemand medelijden met hen had en een goed woordje voor hen wilde doen bij de overste, die over geheel Galiléa het Romeinse, meestal onverbiddelijke, scherprecht uitoefende. Ze vielen daarom, bij elkaar zo'n dertig man, voor de overste op de knieën, zwoeren dat ze het echt zo kwaad niet hadden gemeend met hun eerdere opmerkingen tegen Jezus, en dat ze daarmee alleen maar op een wat indringender manier duidelijk hadden willen maken, dat de onmiskenbare kracht van God in Jezus, de Meester van alle Meesters, ook de opperste van de duivels aan zich dienstbaar kan maken en moet maken; want het zou toch erg droevig voor de mensen zijn, als God geen macht over de duivel zou hebben. Daar in Jezus zonder de geringste twijfel de allerhoogste macht en kracht van God aanwezig was, moest deze zowel over alle duivels als over alle engelen macht hebben en hen zonder uitzondering tot absolute gehoorzaamheid kunnen dwingen! 'Wij wilden daarom met het gezegde, dat hij die duivels met behulp van hun aanvoerder uitdreef, alleen maar zeggen, dat zijn kracht van God sterker is dan alles, wat in de hemel, op de aarde en onder de aarde is. Als u nu begrijpt, hoge gebieder van Rome, dat wij alleen maar dit en beslist niets anders hebben bedoeld met wat we zeiden, en dat we daarvoor ter dood zijn veroordeeld, hoe is het dan mogelijk, dat u ons zo hebt kunnen veroordelen? Wij vragen u daarom in de naam van de goddelijke Meester Jezus, of u zeer genadig uw uitgesproken oordeel weer in wilt trekken!'
[16] Toen zei de overste: 'Als Jezus, de Meester, een goed woordje voor jullie doet, wil ik mijn woorden wel terugnemen; als Hij echter zwijgt, dan sterven jullie beslist vandaag nog! Want van wat jullie zeggen geloof ik geen steek, omdat je in je hart heel andere dingen denkt dan je met je mond uitspreekt!'
[17] Na deze woorden van de overste vielen ze allemaal voor Mij op hun knieën en riepen: 'O Jezus, goede Meester, wij vragen u, red en verlos ons! Als u ons helemaal niet meer vertrouwt willen wij u gijzelaars geven, zodat we u in het vervolg geen hindernissen meer in de weg kunnen leggen! Want we zijn nu allemaal wel meer dan overtuigd, dat u een zuivere afgezant van God bent voor ons, Zijn helaas in vele opzichten slecht geworden kinderen! O Jezus, verhoor ons verzoek!'
[18] Ik zeg: 'Ga dan in vrede naar huis! Denk er echter om, dat u niet iets slechters onderneemt; want dan zou Ik nooit tegen u zeggen: 'Ga in vrede naar huis!'
[19] Dat beloofden ze Mij, en de overste zei: 'Omdat Hij jullie vrede gaf, geef ik het jullie ook en neem voor dit moment mijn oordeel terug; maar wee jullie, als ik ook maar het minste van jullie merk!'
[20] De Farizeeën putten zich uit in dankbetuigingen tegenover Mij en de overste, gingen toen zo snel mogelijk naar huis en zwegen zorgvuldig; want ze waren allemaal erg bang voor Cornelius. Maar in hun harten broedden ze des te meer op plannen om Mij te vernietigen en zich op de overste te wreken, maar ze moesten, omdat er zich geen gelegenheid Voordeed, net doen alsof er geen vuiltje aan de lucht was; want anders waren ze hun leven niet zeker. Dat was voor Mijn bezigheden echter wel prettig; want nu kon Ik geruime tijd, bijna tot in de late herfst, in de steden en marktplaatsen van heel Galiléa het evangelie van het Rijk van God ongestoord verkondigen en daarnaast allerlei besmettelijke ziekten en aandoeningen van het volk genezen. (Matth. 9:35)
«« 131 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.