Het einde van Jeruzalem.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 163 / 242 »»
[1] Nadat de Farizeeën en hun soortgenoten deze langdurige verklaring van Mij over Genesis gekregen hadden, stonden ze allemaal als aan de grond genageld, en de leider der Farizeeën zei, nadat hij zich zichtbaar had ingespannen om goed na te denken: 'Heer! Meester aller meesters in alles! Ik en wij allemaal zien nu, hoewel niet zonder veel spijt, in dat U in alle opzichten volkomen gelijk hebt, en dat alles wat U zegt de zuivere waarheid is. Maar ik zei niet voor niets: Niet zonder veel spijt zien wij dat nu in! Want met Uw diepe wijsheid, die te heilig is voor deze slechte zelfzuchtige wereld, zult U zonder heel bijzondere wonderen voor dovemansoren prediken, en als U wonderen zult doen, dan zult U blinde toeschouwers hebben en zodoende weinig resultaat boeken.
[2] Als de mens voor zijn vorming tot een waar mens een geheel vrije wil moet hebben en geheel vrij moet kunnen handelen, dan kunt U prediken en wonderen doen wat U wilt, maar van de honderd zal er zich nauwelijks één werkelijk bekeren. Want als iemand van nature al te dom is en op geen enkele wijze ontwikkeld is in het een of andere voor mensen noodzakelijke en nuttige vak, dan kan hij Uw leer onmogelijk begrijpen. Als hij echter een beetje meer verstand heeft dan het gemiddelde en daardoor gemakkelijk kennis opdoet, hetzij van de Schrift of van de een of andere wetenschap of kunst, terwijl dat enig aards voordeel geeft en misschien ook nog veel aanzien voor zijn persoon oplevert, dan kunt U Vader Jehova met donder en bliksem voor U laten spreken, maar dan zullen zulke mensen toch dat doen wat onze voorvaderen in de woestijn onder Mozes hebben gedaan. Toen maakten zij van goud een kalf en dansten er op heidense manier omheen om het te aanbidden, terwijl Mozes op de Sinaï onder donder en bliksem met Jehova sprak en de heilige geboden van Hem kreeg! .
[3] Als ik niet wist, hoe de Farizeeën, schriftgeleerden en al de priesters en Levieten, vooral in Jeruzalem, geaard zijn, dan zou ik het nauwelijks wagen op deze wijze met U te spreken; maar ik ken dat volk maar al te goed en daarom heb ik me ook zo ver mogelijk van de tempel verwijderd en kom er ook nooit meer.
[4] Als U soms weer eens naar Jeruzalem gaat, neem dan een grote hoeveelheid almacht mee, anders wordt U als godslasteraar gestenigd! Want wie daar ook maar voor een cent verstandiger probeert te zijn dan de gewoonste veger van de tempelhoven, die wordt direct voor ketter en godslasteraar uitgemaakt, en als hij zich niet bekeert door behoorlijk te offeren, dan staat hem buiten de stadsmuren op de vervloekte plaats genadeloos de steniging te wachten! .
[5] Ik zeg U, goddelijke vriend, voor Jeruzalem is er maar één oplossing, en dat is die van Sodom en Gomorra! Verder heil is er voor deze stad en haar bewoners niet!'
[6] Ik zeg: 'Vriend! Wat je Mij nu gezegd hebt, wist Ik allang! Ja, Ik zeg je, zo zal ook het einde van Jeruzalem zijn! Maar eerst moet in die stad al datgene nog gebeuren, wat door al de profeten over haar voorspeld is, opdat de schrift vervuld en haar maat vol wordt. En het zal nu geen zeventig jaar meer duren tot er geen steen meer op de andere gelaten zal worden! En als dan iemand zal vragen waar de tempel stond, dan zal er niemand zijn die de onderzoeker kan inlichten!
[7] Binnen de muren van deze stad werden vele profeten vermoord. Ik ken ze állen, hun bloed riep in de hoogste hemelen om wraak op zulke erge misdadigers; maar de maat, die de hel aan deze stad gaf, is nog niet helemaal vol, en daarom werd ze nog gespaard. Maar binnenkort is de maat vol, en zij zal niet meer gespaard worden!
[8] Voordat we nu echter deze berg verlaten, geef ik jullie een opdracht waaraan streng de hand gehouden moet worden, en dat is dat niemand van jullie tegen iemand daar beneden iets vertelt over wat je hier op de berg gezien hebt, tot Ik jullie in de geest daarvoor toestemming geef. Wie dit gebod van Mij niet in acht neemt, wordt meteen met stomheid bestraft; want het volk hier beneden is daarvoor nog lang niet rijp, en jullie zelf ook nog maar ten dele.
[9] Spreek met je soortgenoten over het hier geleerde alsof je het niet van Mij hebt gehoord, maar alsof je het persoonlijk had bedacht! Slechts als je vrienden als het ware deel hebben aan jullie leer, dan mag je ze pas onder vier ogen vertellen van Wie je die leer hebt ontvangen, en welke tekens daaraan vooraf zijn gegaan!
[10] Maar vergeet dan niet om deze mensen in Mijn naam hetzelfde gebod met dezelfde straf aan te zeggen, dat Ik jullie allen nu hier heb gegeven!
[11] Gedurende de korte tijd dat we hier nog op deze hoogte zullen blijven, zullen jullie nog meer wonderbaarlijke dingen beleven; want Ik wens het geloof van jullie zo krachtig mogelijk te maken. Maar denk bij alles wat je nog zien en horen zult aan het zojuist gegeven gebod; want als je je daar niet aan houdt geldt voor ieder van jullie, dat je een jaar lang getroffen zult worden door de straf waar Ik voor heb gewaarschuwd!'
«« 163 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.