Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 165 / 242 »»
[1] Allen gaan nu in de berghutten en gebruiken de maaltijd, en er is er niet een, die niet opgewekt en vrolijk is.
[2] Na de maaltijd zegt Kisjonah, dat hij nu, als Ik dat goed vond, voor de avond nog een paar speciale plaatsen van zijn berg wilde bezoeken om zijn herders hun loon te geven en bij die gelegenheid ook wilde zien, hoe het met zijn schaapskudden ging en hoeveel wol de herders al hadden verzameld,
[3] Ik zeg: 'Weet je, morgen is het de dag voor sabbat, en die zou Ik nog op deze berg door willen brengen; maar omdat we vandaag nogal lang aan tafel gebleven zijn, en de dag nog maar een paar uur duurt, kunnen we beter plezierig hier bij elkaar blijven en een aantal belangrijke onderwerpen bespreken, en dan valt er nog heel wat voor jullie te beleven; daarom zou Ik nu liever hier bij elkaar blijven!'
[4] Kisjonah zegt: 'Heer, iedere wens van U is een heilig gebod voor mij! Maar dan kom ik meteen al met een vraag; en die betreft die drie mannen, die hier een paar dagen geleden zo bultengewoon stralend uit het oosten naar ons toegekomen zijn, en die meer in de lucht zweefden dan dat ze met hun voeten de bergweiden beroerden. Deze drie mannen zijn nu voortdurend in ons gezelschap, praten met ons, eten en drinken met ons, zijn erg voorkomend en gedienstig en zien er nu, behalve dat hun gestalte veel edeler is dan de onze, net eender uit als wij.
[5] Ik heb de indruk, dat ze voortdurend bij ons zullen blijven, -wat mij bijzonder veel genoegen zou doen. Toen ik ze daarnet omarmde en kuste, voelde ik dat ze net als wij van vlees en bloed zijn, en dat verbaasde mij bijzonder!
[6] Ik wilde daarom aan U vragen mij uit te leggen hoe zoiets mogelijk is. Eerst waren zij zuivere geesten, en nu zijn zij net zulke mensen als wij; waar komt hun lichaam vandaan? En als zij dat lichaam, dat er veel volmaakter uitziet dan het onze, van het ene op het andere moment gekregen hebben, zou dat dan niet bij alle mensen zo gedaan kunnen worden, in plaats van moeizaam geboren te moeten worden?'
[7] Ik zeg: 'Laat Ik voorop stellen, dat je normaal deze drie engelen niet lichamelijk zou kunnen zien en voelen. Maar Ik heb je tijdelijk zodanig ingesteld dat je ziel met haar geest door middel van je lichaam al het geestelijke nu zodanig kan zien en waarnemen alsof het natuurlijk en daardoor lichamelijk is; maar het is en blijft toch helemaal geestelijk en er is niets lichamelijks bij. .
[8] Het grote verschil tussen ieder mens en iedere geest ligt daarin, dat een geest, zoals nu deze drie engelen hier, van meet af aan een wijs gebruik heeft gemaakt van zijn vrijheid binnen Mijn ordening en nooit daartegen heeft gezondigd. Een groot deel van de voor jouw, begrippen talloos vele geesten heeft de vrijheid van haar wil echter misbruikt en is daarom ondergedompeld in het gericht; en uit zulke geesten, die tesamen eigenlijk deze hele aarde en alle talloze andere werelden, zoals zon, maan en sterren, vormen, ontstaan volgens de wet waaraan de gehele natuur gehoorzamen moet, zowel de natuurlijke mensen van deze aarde als ook de mensen van alle andere werelden, en wel op de je wel bekende manier van de geboorte met de daaraan voorafgaande verwekking. Zo moeten ze door opvoeding en onderricht mensen worden, en na het afleggen van hun lichaam tot zuivere en vrije geesten worden opgevoed.
[9] Als dus het lichaam van de mens voornamelijk aan een uit het gericht geheven geest gegeven wordt, opdat hij daarin in een geheel eigen wereld een vrijheidstest zal ondergaan, is het wel duidelijk, dat de vólmaakte geesten het vleselijke lichaam helemaal niet nodig hebben, omdat het vlees slechts een middel, maar nooit een doel is en kan zijn, omdat uiteindelijk alles toch weer geestelijk en nooit meer stoffelijk moet worden.
[10] Ik zeg je: Deze aarde en deze hele eigenlijk lichamelijke hemel met haar. zonnen, manen en alle werelden, zullen eenmaal vergaan, als al de daarin door het oordeel gevangen gehouden geesten via de vleselijke weg zuivere geesten zijn geworden; maar de zuivere geesten blijven voor altijd, en zullen en kunnen, net als Ik en Mijn woord, in der eeuwigheid niet ophouden te bestaan. -Zeg nu eens, of je dit goed begrepen hebt!'
«« 165 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.