Aan de zee. Genezing van de bezeten man. In Jesaïra.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 178 / 242 »»
[1] Wij lopen nu snel naar de oever en komen daar precies op het moment waarop de schippers het scheepstouw naar de wal gooien. Petrus, die, zelf een ervaren schipper is, pakt direkt het touw; vervolgens trekken we gemakkelijk het schip aan de oever, schepen ons in, en binnen anderhalf uur brengt het ons aan de tegenoverliggende oever, en wel in de buurt van een plaatsje, dat half door Grieken en half door Joden bewoond werd.
[2] We bereikten de oever toen de avondschemering de omgeving nog goed verlichtte en wij alles nog goed onderscheiden konden. Kisjonah stuurde twee boodschappers naar het plaatsje, om te vragen of er voor tenminste honderd mensen onderdak beschikbaar was. Maar de boodschappers kwamen al vlug onverrichter zake terug, en daarom bleven wij gedurende de nacht in het schip, omdat de wind was gaan liggen en het water heel rustig golfde.
[3] Kisjonah liet snel brood, wijn en goed gebraden vlees uit het schip halen, en zijn vrouwen zijn dochters hielpen mee en bedienden ons. Het behoeft wel nauwelijks vermeld te worden dat dit voor Judas, die op de andere oever al een lege maag had, heel welkom was.
[4] Ook vraagt Kisjonah Mij of hij een vuur in het schip zal aanleggen, omdat de nachten aan het water, ondanks de zeer grote hitte overdag, gewoonlijk toch nog behoorlijk koel zijn. Ik stem daar mee in, en in de grote vuurpan waarin zich een hoeveelheid zuivere hars, olie en ander licht brandbaar materiaal bevindt, wordt meteen vuur gemaakt; deze grote scheepstoorts stond al gauw in lichterlaaie en gaf over de hele omgeving een intens licht. Dat lokte al heel snel een aantal kijklustigen uit het plaatsje naar de oever, en daaronder waren er die Mij vanaf de dichtbij zijnde oever in het schip herkenden, en die begonnen te juichen, omdat Ik, de bekende wondergenezer, in hun gebied was gekomen; want er waren daar veel zieken.
[5] Velen haastten zich weer naar huis en vertelden in het hele plaatsje, dat Ik daar op het schip was.
[6] Het duurde dan ook niet lang, of er werd een stomme en tevens blinde.die ook bezeten was, aan de oever gebracht, en het volk vroeg Mij of Ik deze wel zou kunnen en willen genezen.
[7] Maar er waren ook een aantal Farizeeën uit dit plaatsje haastig komen kijken wat er gebeuren zou, en die zeiden tegen het volk: 'Hij zal het wel laten om deze man te genezen!'
[8] Maar Ik genas de bezetene in een oogwenk vanaf het schip, zodat hij kon zien en spreken. (Matth.12:22) Daar was al het volk uit dit plaatsje van ondersteboven, en de Joden, die de Farizeeën niet steunden, riepen: 'Dit is waarlijk Davids Zoon, waar alle Joden op hopen!' (Matth.12:23)
[9] Een goed en rechtvaardig man uit dit plaatsje kwam dicht bij het schip en zei: 'Goddelijk grote, wonderlijke Meester! Waarom zou U gedurende de nacht op het schommelende schip U Uw nodige nachtrust door de wind en de gevoelige koude van de nacht laten ontroven!? Deze omgeving aan het water heeft de speciale eigenschap, aan ieder welbekend, dat na een hete dag altijd in dezelfde verhouding een koelere nacht volgt, waardoor de mensen die .hier wonen allerlei ziektes oplopen; Ik heb echter een groot, ruim en goed ingericht huis, zodat U met Uw leerlingen daarin meer dan voldoende plaats kunt vinden, en U kunt daar blijven zolang U maar wilt; waarbij een redelijke hoeveelheid voedsel ook niet zal ontbreken!'
[10] Ik antwoord hem: ' Ja, Ik neem uw uitnodiging aan; want Ik weet dat uw ziel oprecht is. Maar ook Kisjonah met zijn vrouwen zijn dochters is hier; het schip is van hem, en hij is een trouwe leerling en een man naar Mijn hart; heeft u voor hem ook plaats?' Hierop antwoordt de oude man: 'Ook als er nog meer van die families waren! Allen die bij U behoren zijn welkom in mijn huis!'
[11] 'Dan zal uw huis ook een groot geluk te beurt vallen!', zeg Ik, en Ik vervolg tegen Kisjonah: 'Leg het schip maar helemaal tegen de wal, zodat we op ons gemak aan land kunnen gaan!' Dat gebeurde meteen, en we kwamen daarna snel in het huis van onze oude man, die zijn mensen direkt opdracht gaf om ons zo geriefelijk mogelijk onder te brengen.
«« 178 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.