Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 51 / 242 »»
[1] De opperpriester zegt: 'Heer, gaan we nu nogmaals eten? Hoewel we tijdens het eten voortdurend over allerlei onderwerpen hebben gesproken, hebben we aan het begin van het avondmaalons direct gesterkt met spijs en drank! Ik ben helemaal verzadigd en kan niets meer eten of drinken.'
[2] Ik zeg: ' Je hebt gelijk, want je zit vol eten en kostelijke wijn uit de hemel. Maar er zijn er hier nog veel, die niet durfden te eten of te drinken, want Mijn naam en Mijn woord zei hen nog niets, en ze waren bang dat er hekserij in het spel was. Maar nadat ze ons gesprek aangehoord hadden en daaruit het volle licht der waarheid zagen schijnen, verdween hun dwaze angst, en honger en dorst kwamen daarvoor in de plaats. Nu willen ze graag eten, maar durven niet van louter ontzag. Denk je, dat we ze nu zo moeten laten gaan? Beslist niet! Ze moeten nu echt naar hartelust eten en drinken! Want hierna zullen ze pas weer uit deze keuken eten en drinken, als ze in Mijn rijk in de hemel zijn!'
[3] Na op deze wijze tekst en uitleg te hebben gegeven, spoorde Ik de aanwezigen nogmaals aan om te eten en te drinken, en Ik zei tegen de jongemannen: 'Laat het hen aan niets ontbreken!' - En de jongemannen brachten opnieuw een behoorlijke hoeveelheid brood en wijn en allerlei heerlijke vruchten.
[4] Er waren er echter, die niet wisten of ze de vruchten, die ze niet kenden, wel eten mochten. Toen zeiden de jongemannen: 'Beste broeders! Eet al deze vruchten maar gerust, want ze zijn rein en smaken overheerlijk! Er zijn op aarde een aantal vruchten en grassen en dieren, die in hun groei geholpen worden door onreine geesten, omdat dat zo ingepast is in de goddelijke ordening, want ook duivels moeten de Heer dienen, hoewel dat tegen wil en dank gaat! Want zoals een geketende slaaf zijn heer moet dienen, zo moeten ook de duivels hun diensten verlenen; maar er rust geen zegen op dit werk!
[5] En zo zijn er op de aarde, waarop mensen en dieren en duivels meer dan eens onder een dak wonen en daar ieder op hun manier werken, niet zelden allerlei daden, werken en vruchten, die in hun aard en wezen slecht en onrein zijn. De mensen kunnen zich hier beter afzijdig van houden, als ze verschoond willen blijven van al het mogelijke kwade van de aarde. De Heer heeft daarom door Zijn knecht Mozes vast laten stellen, wat rein en goed is, en de Heer heeft de mensen het gebruik van onreine dingen, waaraan ook boze geesten werken, ontraden, - en dat is een voortreffelijk voorschrift. Maar alles wat u hier wordt aangeboden om van te genieten, is rein, omdat het voor u op zo'n wonderbare manier uit de hemel hierheen werd gebracht, daarom kunt u zonder bezwaar van alles genieten! Want wat de Vader uit Zijn hemel geeft is rein en goed, en helpt het leven van de ziel en de geest eeuwig vooruit.'
[6] Dit onderricht van de kant van de wijze jongemannen deed alle gemoederen goed, en allen loofden God voor hun vriendelijke wijsheid. Deze les werd later ook nog door sommigen uit het geheugen opgeschreven, en nog veel jaren in deze stad en omgeving in ere gehouden.
[7] Toen later echter allerlei vijanden deze stad en omgeving erg havenden, ging er veel verloren en ook deze les, waarover Paulus in zijn brieven met nogal mystiek aandoende woorden spreekt, als hij het over 'allerlei geesten' heeft.
[8] Het hele grote gezelschap was nu goed geluimd en de gesprekken gingen al gauw over Mij, over Mijn leer en over deze maaltijd uit de hemel, en de jongemannen bespraken ook veel dingen met de gasten.
[9] Maar Nathánaël ging staan en zei tegen de gasten: 'Beste vrienden en broeders! Nog maar een paar maanden geleden was ik visser in de omgeving van Bethabara aan de rivier de Jordaan, niet ver van diens uitmonding in zee, toen er een heel onopvallende man bij Johannes kwam en zich door hem liet dopen. Zonder dat Johannes Hem ooit persoonlijk op aarde gezien had, begon hij direct over Hem te getuigen, en hij zei: 'Zie het lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt!' En Johannes getuigde nog meer en zei: 'Deze is het, van Wien ik gezegd heb: Hij, die vóór mij was, en ná mij komt, en Wiens schoenriemen ik niet waard ben los te maken!'
[10] Ik hoorde dit getuigenis van de prediker in de woestijn en moest er diep over na denken, en ik ging daar weg en vertelde het thuis aan mijn vrouwen mijn kinderen, en deze waren erg verwonderd dat de boeteprediker zo over een mens getuigde!
[11] Want je kon heel moeilijk met de prediker praten, en als hij wat zei, waren zijn woorden nogal ruwen hij spaarde niemand, of het nu Farizeeën, priesters of levieten waren; iedereen hekelde hij met zijn vlijmscherpe tong!
[12] Maar toen Hij kwam, Die nu onze Heer is, werd Johannes zo mak als een lam en sprak zo teder, als het zingen van een leeuwerik in de lente! Kort en goed, mijn familie geloofde bijna niet wat ik verteld had, want ze was te goed bekend met de manier waarop Johannes gewoonlijk sprak.
[13] Twee dagen daarna ging ik echter vrij vroeg aan mijn dagelijkse werk, ik zat onder een boom en repareerde mijn visgerei. Toen kwam Dezelfde, waarover Johannes dat tedere getuigenis had gegeven, in gezelschap van enigen die Hem volgden, naar mij toe, riep mij bij mijn naam en zei dat ik Hem moest volgen. En toen ik mij afvroeg, hoe Hij mij kende, omdat ik Hem nog nooit eerder had gezien, zei Hij: 'Verbaas je daar maar niet al te veel over , want je zult nog verbazingwekkender dingen beleven! Vanaf nu zul je de hemel geopend zien en de engelen boven de Zoon des mensen zien opstijgen en neerdalen!'
[14] En zie, wat de Heer toen tegen mij heeft gezegd, wordt hier nu op een heerlijke manier werkelijkheid! Alle hemelen zijn geopend en de engelen dalen neer en bedienen Hem en ons allen. Wat voor overtuigender bewijs hebben we nu nog nodig om te bewijzen, dat Hij alleen Degene is Die komen zal volgens de voorspelling, die reeds vanaf Adam tot op heden aan alle kinderen Israëls is gedaan?! Ik denk echter, dat Hij meer is dan de Messias! Hij is -,
[15] Hier onderbreek Ik hem en zeg: 'Mijn beste vriend en broeder, voorlopig tot hier toe en niet verder! Pas als dit vlees door de Joden verhoogd zal worden, kun je alles watje van Mij weet zonder terughouding zeggen, maar niet eerder, want de mensen kunnen dat nog niet begrijpen!'
[16] Nathánaël stelde zich hiermee tevreden, maar begreep toch niet goed, wat Ik bedoelde met de verhoging van Mijn vlees, en er waren er veel die dachten, dat Ik in Jeruzalem op de troon van David zou gaan zitten. Maar de opperpriester begreep wel wat Ik bedoelde met de verhoging van Mijn vlees, maar hij zweeg en staarde treurig voor zich uit! Ik troostte hem en wees hem op wat Ik in dit opzicht al eerder met hem besproken had, en hij werd weer opgewekt en loofde Mij in zijn hart.
[17] Ondertussen kwam de ochtend van de volgende dag al in zicht. Maar niemand voelde zich vermoeid, en men had ook geen slaap, want allen waren zo verkwikt, als ze nog nooit eerder, ook niet na de beste nachtrust, waren geweest. Zij smeekten Mij daarom allemaal of ze deze hele dag bij Mij door mochten brengen. En Ik willigde hun vrome wens in. Heer! Ik arme zondaar dank U voor deze eerste dag in Sichar, een stad, die op mijn innerlijk leek. J. Lorber
«« 51 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.