Matigheid van Cyrenius in eten en drinken. Jozefs dankgebed en de goede uitwerking daarvan op Cyrenius. Jozef over dood en eeuwig leven. Het wezen en de waarde van de genade (5 oktober 1843)

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 39 / 302 »»
[1] Hoezeer de Romeinen ook ge­wend waren aan langdurige zwelg­partijen. Cyrenius was op die regel een uitzondering.
[2] Wanneer hij -zoals dat af en toe gebruikelijk was -ter ere van de keizer te Rome een dergelijk eetfestijn moest aanrichten, dan was voor hem die maaltijd toch maar kort van duur. Hij was dan ook een van die filosofen, die plachten te zeggen: de mens leeft niet om te eten, hij eet om te le­ven! En daarvoor zijn geen dagen­ lange (vr)eetpartijen nodig!
[3] Dus duurde ook deze gehei­ligde maaltijd slechts kort. Hij bleef uitsluitend berekend op een noodzakelijke versterking van het lichaam.
[4] Na die dus korte maaltijd dankte Jozef de Heer voor de ge­noten spijs en drank, en hij ze­gende er de gastheer voor!
[5] Deze werd erdoor ontroerd en hij zei tegen Jozef: 'Wat staat Uw godsdienst toch hoog! Hoe­veel hoger dan de mijne! En hoe zeer staat U nader tot de Almach­tige Godheid dan ik!
[6] En hoeveel menselijker ook bent U daardoor dan ik ben en ooit zal kunnen worden!'
[7] Jozef wierp hem tegen: 'Waarde vriend, nu maakt Ge U nog zorgen om wat de Heer U zo­juist reeds heeft gegeven!
[8] Ik zeg dus: blijf wat U bent; verneder Uzelf in Uw binnenste voor God-alleen en probeer in eenvoud aan alle mensen goed te doen, dan zal God U even nabij zijn als Hij voor mijn voorvade­ren, Abraham, Izaak en Jacob is geweest!
[9] In dit Kindje heeft God U bezocht; Ge hebt Hem zelfs op Uw arm gedragen! Wat wilt U nu nog meer? ! Geloot me, U bent van de eeuwige dood gered; U zult voortaan aan Uzelf geen dood meer zien, voelen noch proeven!'
[10] Cyrenius sprong nu op van vreugde en zei: 'Maar beste man, wat zegt Ge nu? Zal ik niet ster­ven?
[11] Hoe is zoiets nu mogelijk? Tot nu toe is er nog geen mens van de dood gevrijwaard. Zal ik dan, zoals ik nu leef, worden opgeno­men onder de eeuwig levende go­den?'
[12] Maar nu zei Jozef: 'Neen, edele vriend, Ge hebt me kenne­lijk niet goed begrepen. Laat mij dus zeggen hoe het toe zal gaan, wanneer Uw aardse einde daar is:
[13] Was U gestorven zonder deze genade, dan zouden zware ziekten, pijnen en wanhoop Uw ziel en lichaam hebben gedood. Dan zou er -na zo'n dood -van jou niets anders zijn overgebleven dan een kwellend en mistig zelf­bewustzijn!
[14] In dat geval zoudt U zijn geweest als iemand, die halfdood begraven ligt onder zijn ingestorte huis, eigenlijk levend begraven dus. .., onmachtig zichzelf te hel­pen, en niettemin de dood voe­lend en proevend!
[15] Sterft Ge echter in de ge­nade Gods, dan wordt slechts dit loodzware lichaam afgenomen, en dan zult U ontwaken tot een leven in volmaaktheid; en dan zult U beslist niet meer vragen: waar is nu toch mijn aardse lichaam?!
[16] Als de Heer des levens U nu zou roepen, geestelijk vrij als U nu bent, dan zoudt Ge Uw li­chaam kunnen afleggen, uittrek­ken, als ware het een oud en hin­derlijk gewaad!'
[17] Hierdoor was Cyrenius diep onder de indruk gekomen! Hij viel voor het Kindje op zijn knieën en zei: 'Heer der hemelen, Iaat mij toch alstublieft in deze genadetoestand mogen blijven!' Het Kindje glimlachte en hief een handje naar hem op.
«« 39 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.