De gemeenschappelijke maaltijd en Jozefs verhaal over de ge­schiedenis van de schepping der mensheid en van het joodse volk. Cyrenius licht op voorzichtige wijze en met succes de keizer in (16 oktober 1843)

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 46 / 302 »»
[1] Jozef gaf nu zijn zoons opdracht om de dieren te verzorgen en om vervolgens te bezien hoe het met de levensmiddelenvoorraad was gesteld.
[2] Zij deden alles naar Jozefs wens, verzorgden de dieren en melkten de koeien.
[3] Daarna namen zij een kijkje in de provisiekelder, waar ze een grote voorraad vonden van meel, brood, vruchten en ook van vele potten vol honing.
[4] De wachtcommandant was namelijk een goede imker ge­weest, geschoold volgens de Ro­meinse methode, die daar zo in zwang was, dat een Romeins dich­ter er indertijd een gedicht aan wijdde.
[5] Ze brachten dus vlug brood, melk, boter en honing naar Jozef in de woonkamer.
[6] Jozef bekeek alles, dankte God, zegende al die spijzen, liet ze op tafel brengen en vroeg Cy­renius om aan de maaltijd deel te nemen.
[7] Deze vervulde die wens van Jozef maar al te graag, want ook hij was een liefhebber van melk en van brood met honing.
[8] Onder het eten vertelde Jo­zef in het kort de geschiedenis van het joodse volk aan Cyrenius, als ook de geschiedenis van de schep­ping en die van het mensenge­slacht.
[9] Hij verhaalde dat alles zo bondig en logisch, dat het Cyre­nius volkomen duidelijk werd dat Jozef met zekerheid de zuiverste waarheid had gesproken.
[10] Wat Cyrenius zelf betreft, die werd daardoor enerzijds blij gestemd; anderzijds echter was hij begaan met de zijnen te Rome, want hi j begreep best dat die nog ronddoolden in de diepste duis­ternis.
[11] Daarom zei hij tegen Jozef: 'Hooggeachte man en grootste vriend die ik ooit had.
[12] Ik heb een plan gemaakt: Alles wat ik zojuist van U verno­men heb wil ik ook aan mijn half­broer, keizer Augustus, berich­ten. Ik zal dat zo doen, alsof ik het toevallig had gehoord van een mij onbekende, overigens zeer recht­schapen jood.
[13] Uw naam en verblijfplaats zal ik niet noemen, ook niet indi­rect. Maar waarom zou de beste van alle Romeinen, mijn broeder Augustus, de keizer, aan de eeu­wige dood moeten worden prijs­ gegeven?!'
[14] Ditmaal ging Jozef ermee akkoord en dus bleef Cyrenius nu nog drie dagen lang in Ostracine zitten schrijven en zond zijn ver­slag met een speciaal schip naar de keizer te Rome, ondertekend sl.echts met: Uw broeder Cyre­nius.
[15] Het doornemen van dit rapport van Cyrenius heeft de kei­zer de ogen geopend; hij kreeg hoogachting voor het joodse volk en stelde het zelfs in de gelegen­heid om, tegen betaling van gerin­ge leges, als Romeins burger te worden geregistreerd.
[16] Tegelijk werden al te 'or­thodoxe' predikers van het hei­dendom onder een of ander voor­wendsel verbannen.
[17] Zo werd bij voorbeeld ook de in Rome zeer geliefde dichter Ovidius op gronden, die niet ach­terhaald konden worden, uit Ro­me verbannen; en zo verging het ook de priesterkaste onder het be­wind van Augustus niet al te best.
«« 46 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.