Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)

«« 130 / 187 »»
[1] En terstond verliet Asmahaël het gehele gezelschap en snelde heen als een vurige bliksemstraal.
[2] En toen Hij uit het oog was verdwenen begon iedereen in zichzelf de grote God te prijzen. De drie oudste kinderen richtten het woord tot Adam en vroegen hem:
[3] "O goede, achtenswaardige vader! Zie, de woorden van deze jonge mens die zojuist zo snel wegging hebben ons enerzijds buitengewoon goed gedaan; anderzijds was toch weer hun onbegrijpelijke verhevenheid als een uitslaande brand die in staat zou zijn de gehele aarde in vuur en vlam te zetten! O vertel ons, wie is deze mens en waar komt hij vandaan; want dergelijke woorden zijn nog nooit tot onze oren doorgedrongen. Eerlijk waar, deze mens kan onmogelijk van deze aarde zijn!
[4] Als het mogelijk zou zijn, O vader, laat ons dan niet in het ongewisse! Uw wil geschiede! Amen."
[5] En Adam antwoordde: "O kinderen, denk na; Hij heeft het je al zo goed als Zelf gezegd! Voor de rest, wacht op Hem! Amen."
[6] En alle drie dankten Adam en begonnen daarna alles te overdenken, maar zij konden niets passends vinden waarmee zij hun harten tevreden konden stellen. De ene hield het op de engel die na de vlucht in het land Euehip aan Abel het vlammende zwaard overhandigde, de andere hield het op de geest van Abel zelf en de derde twijfelde welke mening hij zou onderschrijven. En zo was er een grote stilte ingetreden onder allen die hier bijeen waren, - deels omdat iedereen in voldoende mate met zichzelf bezig was en deels in afwachting om misschien iets van Asmahaëls roep op te kunnen vangen door zeer ingespannen te luisteren. Maar daarop wachten was ijdel en geheel vergeefs; want Asmahaël wist wel wat Hij deed en ook hoe, en het was voor Hem niet nodig om als een balkende ezel te schreeuwen, want Hij hoefde Zijn machtige woord alleen maar in de harten van degenen die zich uit angst hadden verstopt, te laten weerklinken. En zij die zich hadden verborgen hoorden deze heerlijke roep heel goed in zichzelf, zodat er niet één achterbleef, maar allen, groot en klein, oud en jong haastten zich naar de grote innerlijke roepstem en ieder van hen herkende Hem als Diegene die hen tevoren in stilte in hun harten had geroepen.
[7] In drie minuten was Asmahaël omringd door zevenmaal honderdduizend mensen, die Hij meteen met Zijn hand zichtbaar zegende en vervolgens hen allen onmiddellijk naar Adam bracht.
[8] Toen Adam met de overige kinderen die grote, onafzienbare volksscharen naderbij zag komen met Asmahaël aan het hoofd, werd hij geheel met stomheid geslagen en kon geen woord meer over zijn lippen krijgen. (9 aug. 1841)
[9] Zelfs Henoch kwam deze buitengewone expeditie zo overweldigend wonderbaarlijk voor, dat hij zichzelf helemaal niet meer kon beheersen. Daarna zei hij bij zichzelf: "Zijn er dan zoveel kinderen in de middernacht?!
[10] Wanneer meer dan drievierde deel daarvan niet pas geschapen werd, dan weet ik in alle ernst tenslotte niet waar ik aan toe ben; want ik droom, of ik moet er honderd voor één aanzien! Want hier bevinden zich net zoveel mensen als er zand in de zee en gras op het oppervlak van de aarde is!
[11] O Asmahaël, wie kan U in eeuwigheid ooit begrijpen?! In elk van Uw woorden bent U oneindig en Uw ademtocht beweegt werelden, zoals de mijne een onuitsprekelijk kleine hoeveelheid zonnestofjes beweegt over het oppervlak van mijn onmachtige hand. U kijkt de zon en alle lichtende sterren aan en zij sidderen van onbegrijpelijk verheven eerbied en stralen dankbaar op de kleine aarde de heerlijke, hoewel slechts doffe weerschijn van de oneindige mildheid van Uw oog. En Uw oren horen - zoals de mijne een naderende donder horen reeds de begeerten en meest bescheiden wensen van die wazig waarneembare wezens, die misschien pas bij toekomstige nieuwe scheppingen uit U voort zullen komen. En het ademzuchtje van het totaal onzichtbare, kleinste straaldiertje in een meest ver verwijderd universum wordt door U net zo waargenomen als mijn oor nauwelijks het razen van een orkaan verneemt. Maar wat een verschil is er in het horen zelf! Voor U is alles de zuiverste harmonie, - voor mij is alles een verwarde chaos!
[12] Voor U is ieder klaterend geluid van een ergens opborrelende bron een tot in de essentie begrijpelijk woord. U verstaat het zachte wuiven van het gras en de klacht van een vallend blad gaat niet onbegrepen aan Uw oor voorbij.
[13] U hoort de grote lofzang van de ruisende wind en die van de woedende zee blijft U niet vreemd; en toch let U op het wormpje in het stof alsof U niets anders hoorde dan alleen maar het meest zwakke geklaag van het bestofte wormpje!
[14] O Asmahaël, Gij grote, verheven, heilige, meest liefdevolle, boven alles meest machtige God en Heer! Een eindige geest zal U nooit begrijpen en iedereen die U zal willen doorgronden, zal zich verliezen in de eeuwige nacht van Uw macht! Ja, reeds een dauwdruppel zal hem in zijn talloze, bodemloze diepten verzwelgen en de verslondene zal zich nimmer meer terugvinden in de eindeloze oceaan van een dauwdruppeltje en zijn talloze wonderen!
[15] Daarom wil ik mijn leven lang niets meer onderzoeken, maar U, 0 mijn God, alleen nog maar beminnen en bij iedere groei in wijsheid in alle liefde en deemoed mijn nietigheid bekennen en zeggen: 'Tot daar en in geen geval verder!' Want iedere hartklop moet ondergeschikt zijn aan Uw wil; want wie is levend vergeleken bij U, omdat U alleen het leven Zelf bent?!
[16] Ik leef slechts voor zover ik U liefhebbend beleef; daarom bestaat er voor mij niets levends dan alleen U! Of zijn niet alle dingen voor mij als waren zij dood?! Of leeft voor U de dode steen niet meer dan voor mij de meest beweeglijke vogel?! Want de steen is niet sprakeloos voor U; maar wat betekent het opgewekte gesjirp van een krekel voor mij?!
[17] Daarom is voor de levende alles levend en voor de dode alles dood! Laat dat genoeg zijn! Amen."
«« 130 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.