Een boeteprediking door de dieren

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)

«« 35 / 187 »»
[1] Laten wij ons nu naar de school van de hyena begeven en daar onze veertien studerenden opzoeken en daar ook daadwerkelijk vernemen hoever dit kleine volk in deze uitzonderlijke leerschool het met de verbetering van hun gemoed gebracht heeft gedurende deze korte tijd. (27 juli 1840)
[2] Zie en let scherp op en niemand zal zijn oor dichtgestopt en zijn oog gesloten houden om de ferme taal te vernemen uit de muil van de reeds bekende hyena of van een tijger, een leeuw, een wolf en een beer. Want de mensen zijn vol leugens en er is er dan ook niet een die aan de ander wat waars kan zeggen, want de ervaring heeft jullie al heel dikwijls geleerd hoezeer de geleerden zich vergissen, omdat al hun dwaalleren door andere verdrongen worden, die vaak nog slechter zijn dan die verdrongen en verworpen werden. Zodoende is het ook voor jullie niet overbodig om stevige woorden vol pit en kracht uit de sfeer van de ongeveinsde natuur te vernemen en dat goed in je hart te schrijven om daardoor in te zien, hoe waarachtig, rechtvaardig en getrouw jullie aller heilige, eeuwige Vader is.
[3] Want zie, toen nu de vastgestelde tijd met goed gevolg was verstreken, trad de hyena weer vol woede voor het verschrikte gezelschap om doof angst hun gemoederen des te oplettender te maken en zei met haar brede tong, die met Mijn toestemming was losgemaakt en met wijd opengesperde muil het volgende:
[4] "Rijs op uit de dood! Dat is de wil van de grote, almachtige God en Heer van al Zijn talloze schepselen! De korte tijd is snel verstreken; snel hebben de dagen en nachten in jullie zwakke bestaan elkaar afgewisseld. Destijds, toen jullie door mij, hyena, krachtens de machtige wil van de allerhoogste God werden weggeleid, zagen jullie dat de volle maan de ontoegankelijke paden door een wirwar van hoogten verlichtte tot aan het hol, dat ik en mijn kinderen bewoonden en dat wij je gewillig hebben afgestaan, zodat je je aldaar hebt kunnen verkwikken in de frisse koelte van de aarde. Kijk nu weer naar de maan en zie, dat hij opnieuw groot en vol is geworden, terwijl hij hiervoor zijn licht verloren had tot er niets meer van over was en toen een kind is geworden, daarna een jongeling en nu wederom is als een man, in zijn volle kracht en majesteit.
[5] Wat deze jullie voortdurend in korte tijd ter zinvolle lering toont, moeten jullie later in je leven getrouw nabootsen. Jullie wereldse licht zal en moet afnemen zoals het licht van de maan, opdat jullie in staat zijn met volle overgave in plaats van het vroegere wereldse licht - dat jullie hoogmoedige verstand is -, een nieuw licht uit de hoge hemelen op te nemen, dat een ware liefde zonder eigenbaat is en uit dat licht de genade van de grote, heilige God.
[6] Zie, zoals ik nu met jullie praat, kan op gelijke wijze ook ieder ander ding door de genadige toestemming van boven geschikt gemaakt worden om met je te spreken. Maar indien jullie verstokt en heerszuchtig van hart zullen blijven, val dan voor ons neer en bedenk, terwijl je je deze woorden herinnert, hoe ver jullie beneden ons staan - en hoe hoog de kinderen van God boven ons staan!
[7] Want zeg me, welk dier hebben jullie ooit een ander zien overheersen? Welk dier hebben jullie zich iets zien toe-eigenen? Welk dier hebben jullie ooit iets van de ander zien wegnemen? Of hebben jullie ons ooit elkaar zien vermoorden of liegen en bedriegen of hoererij zien bedrijven louter uit bevrediging van de wellust?
[8] Zeg me, wanneer hebben jullie ons een handeling zien plegen, die niet volledig met onze natuur overeenkwam!
[9] Zou het dan niet redelijk zijn, als de dieren van jullie het nuttige gebruik van je krachten zouden hebben geleerd?! - En nu, zoals jullie zien, moeten juist wij bloeddorstige dieren je zachtmoedigheid en de wijze ernst van het leven tonen en onderwijzen! O schaam je, jullie heren van de wereld, omdat een mug die mij om de oren zoemt meer wijsheid bezit dan jullie en heel Hanoch met de tien steden die zij bezitten bij elkaar. Want ook al is de duur van haar leven nauwelijks tot op enige dagen begrensd en is er van haar werken geen zichtbaar nagelaten spoor voorhanden, toch heeft zij zelfs in deze zeer korte levensduur oneindig veel meer gedaan dan jullie sinds de tijden van Kaïn met al je stedenbouw en marteling van je broeders, want zij vervulde de in haar heersende wil van God en voelde dankbare vreugde in dit onbeduidende korte bestaan. Alleen jullie mensen, die eeuwig zullen leven, konden de waarde in je vergeten en nog meer de oneindige waarde van de meest heilige liefde van de eeuwige, heilige God in je geest!
[10] Wij dode wezens zijn verheugd en dankbaar voor het stomme, korte leven en jullie levenden kunnen vreugde beleven aan het met begerige tong oplikken van het afval van de dood!
[11] O Gij grote, heilige God, waarom hebt U niet liever louter hyena's, tijgers, leeuwen, wolven en beren geschapen, die altijd Uw heilige wil doen?! En U zou er nooit aan hebben moeten denken om ook maar één mens te scheppen, die niet alleen Uw meest heilige wil, maar zelfs Uzelf kon vergeten!
[12] O kijk hierheen, jullie mooie, gladde mensen, kijk naar mijn afschrikwekkende, harige, jammerlijke gedaante; is deze niet, als ware zij gehuld in de goddelijke vloek van de nacht, en die van jullie daartegenover in de hoogste zegen van de eeuwige liefde?!
[13] Maar hoe komt het dan, dat onder het omhulsel van de dood de Schepper dankzegging, - en onder jullie huid van de zegen Hem spot, hoon, verachting en tenslotte zelfs totale vergetelheid tegemoet snelt?!
[14] Daardoor komt het dat jullie je door je ongehoorzaamheid tot een uitvaagsel van de hel gemaakt hebben, terwijl mijn geslacht in alle dienstbaarheid aan de goddelijke macht, vele duizenden jaren voor jullie over de velden van de aarde liep, onder de zware druk van zijn wildheid, toch nog nooit ondankbaar uit de door God aangewezen orde trad!
[15] O overdenk deze woorden van een verscheurend dier goed en verhef je tot het peil om zelfs maar schepselen genoemd te worden en zie of het je eens zal gelukken mensen genoemd te worden, en bedenk vervolgens, hoe hoog de kinderen van God dan nog boven jullie zullen staan en dat jullie op zijn minst op hen gelijkend, zoal niet gelijk aan hen kunnen en ook moeten worden. - Mijn rede is ten einde; maar blijf en luister nog naar een andere geslacht! Amen."
[16] En zie, toen nu de hyena deze indringende rede had beëindigd, sprong een machtige grote tijger met verwoede haast voor het geïntimideerde gezelschap, keek hen vreselijk ernstig aan en keerde zich met zwiepende staart tot de zegsman en aanvoerder. Hij keek hem een poosje strak aan, sperde eindelijk zijn dodelijke muil wijd open en begon als volgt te spreken:
[17] "Sihin! Dat zal jouw naam zijn, - dat betekent, deze naam wil je zeggen dat je een zoon van de aardse hemel bent, welke is een hemel van de dieren, wier ziel voortkomt uit het vuur van de zon en die het gegeven werd tot je ziel te spreken, die een door God gegeven ziel is en door jullie te schande is gemaakt tegenover mij en alle bloeddorstige dieren in de wouden en het struikgewas. Want zij heeft de grote Gever vergeten, terwijl onze ziel het nog nooit gewaagd heeft om ook maar een haarbreed van Zijn ordening af te wijken, ofschoon ook wij net als jullie met vijf zintuigen begiftigd zijn en ook een geheugen hebben en verlangens, en ook aarde en water onderscheiden, vuur en lucht, nat en droog en wij onderscheiden dag en nacht, hoog en laag, stijl en vlak, warm en koud en hebben ook een zeer scherp gezichtsvermogen, waarvoor zelfs een verdorven geest zich niet kan verbergen, maar waarvoor hij rillend van ontzetting als in doodsangst ineenzakt. En dat, omdat hij een onverbiddelijke, krachtige rechter vol moed voor zich ziet, die gekomen is om hem het eerst te ontmaskeren en zijn vuile paleis te verwoesten en zijn onreine bloed te drinken, opdat de heilige bergen er niet mee verontreinigd zullen worden.
[18] Jullie hebben allemaal met eigen ogen gezien wat het leger van Tatahar niet ver hier vandaan is overkomen; denken jullie dat de ezels en kamelen je hebben beschermd tegen onze terechte woede? - O neen, jullie zouden je geweldig vergissen als je er deze volslagen verkeerde mening op na hield! God heeft ons bevolen jullie te sparen; en er was niet één onder ons, die niet onmiddellijk aan de wil van de almachtige Schepper gehoor zou hebben gegeven!
[19] En jullie mensen, die niet alleen de vijf edele zintuigen hebben, maar daarbij nog een onsterfelijke ziel waarin een goddelijke geest huist, jullie kunnen God vergeten en Zijn allerheiligste naam en wil veronachtzamen?
[20] O ellendig geslacht, jij laaghartig mensenwezen, jij werkelijk rottend monster van de grote aarde! Zeg me wat je bent of wat je wilt zijn, als je God, de Heilige, jouw liefdevolle Schepper uitgeschakeld hebt, terwijl je, zoals alles, slechts door Hem bent en bestaat?! - Hij die je nog daarenboven uit ongemeen grote liefde de volledige vrijheid schonk om jou, uitwerpsel van de hel, eens steeds dichter en dichter aan Zijn liefhebbend vaderhart te trekken! Daartoe, daartoe moest Hij, de meest liefdevolle, heilige Vader vervloekt en vergeten worden - O Gij grote God, ondersteun mijn kracht, die mij bij de aanblik van deze monsters verlaten wil, opdat ik Uw heilige wil kan uitvoeren!
[21] Kijk naar het gras! Het prijst God, want ofschoon het niet spreekt, kent het God, en jullie weten in je leven van vrijheid niets van Hem! Ja, kijk naar deze bergen, kijk naar de stenen, kijk naar het water, kijk naar ons, ja alles wat je blik, je oor en je andere zintuigen maar tegen kunnen komen, dat looft, vereert en prijst God, - en alle hemelen zijn vol van Zijn grote genade, Zijn roem en Zijn oneindige eer! En waarvan zijn jullie dan wel vervuld, dat jullie Hem zo volkomen uit je oog en je hart hebben kunnen verliezen?!
[22] Kortom - ik heb er geen woorden meer voor! Het is voor mij niet mogelijk om jullie nog langer aan te zien en mijn gerechtvaardigde woede in te houden! Daarom verlaat ik jullie volgens de wil van de Hoogste en zeg nog tot slot, dat jullie - indien de eeuwige Liefde je uit onze klauwen, die vergeleken met jullie handen, waar de damp van het bloed van je broeders nog afslaat, zachte klauwen zijn, naar de vrijheid zal geleiden en jullie tot een volk op aarde worden gemaakt jullie je zullen herinneren wat hier gezegd en getoond werd door een gruwelijke tijger, in wiens ogen grijnzend en fel gloeiend de bloeddorst brandt, maar toch ten opzichte van jullie gelijk een lam was!
[23] Leer het van de natuur, indien jullie hart afgestompt werd voor de zo luide stem van God! Amen."
[24] En toen de tijger op die manier zijn rede had beëindigd, krachtig en doeltreffend, kwam nu de leeuw aan de beurt. Na loerend achter het kreupelhout gewacht te hebben, sprong hij plotseling als een kolos hieruit te voorschijn om voor de ogen van Sihin, die al weer wat meer moed gekregen had, post te vatten. Hij sperde zijn muil wijd open en begon, zoals gezegd, eveneens te spreken en zei het volgende: "Luister, jullie doven en kijk, jullie blinden, die machthebbers op aarde willen zijn, jullie flinke koningen, vorsten en heren van de wereld die zo zwak zijn als een mug! Wat denk je, wat zou wel de eerste plicht moeten zijn voor een vrij wezen, dat zijn door God verleende krachten naar willekeur kan gebruiken en door niets wordt of kan worden belemmerd om vanuit de liefde van de grote, almachtige Schepper te denken?
[25] Zie, jullie staren mij aan als een te pletter gevallen steenblok en weten minder dan een rottende boomstam! Zou het niet de eerste plicht zijn de heilige wil na te streven van Hem, die jullie evenals mij het leven schonk aan jullie een onsterfelijk, aan mij echter een sterfelijk -, en aan die wil bereidwillig gehoor te geven om daardoor de verloren genade te bereiken, die door jullie grote ongehoorzaamheid was vergaan?!
[26] Deden jullie dat ooit of doen jullie dat misschien nu? - O neen, jullie hebben God nog nooit leren kennen; en tegenover wat men niet kent, is men ook van alle plichten ontheven, - dat is je snode troost! Maar ik moet jullie zeggen en het jullie vragen, hoe het eigenlijk is om Hem te vergeten, aan wie je toch iedere dag en iedere nacht met klem herinnerd zou hebben moeten worden en hardop Zijn grootse majesteit aan de opgaande zon, de maan en de heldere sterren had moeten verkondigen.
[27] Zie, ik ben een krachtige, wrede bewoner van deze ongastvrije omgeving vol met dode stenen en stekend, doornig struikgewas, en ik moet uit noodzaak en door mijn natuur gedwongen ook op wrede wijze wat erbarmelijk voedsel zoeken en dankbaar aanvaarden wat Gods gericht mij slechts karig heeft toebedeeld en bovendien vaak dagenlang razende honger dulden en lijden. Daarom zeg ik tegen jullie: als iemand mij in mijn grote nood ook maar één druppel water zou reiken om mijn brandende dorst te lessen en hij zou daarmee mijn droog geworden tong laven, - als een schutsengel zou ik hem dan vol dankbaarheid volgen en mijn laatste hap met hem delen en sterven uit liefde voor mijn weldoener!
[28] Maar jullie mensen - niet alleen slaan, martelen en doden jullie de voor je werkende broeders - maar jullie zijn ondankbaar tegenover God, vervloeken Zijn zegen en verdoemen Zijn genade en veranderen Zijn grote liefde in het giftigste vuil van de slang!
[29] O Lamech, Lamech! Jij wilde de wouden aansteken om ons te vernietigen omdat wij gehoorzaam waren aan de wil van de grote God! Wat moeten wij echter met jou doen, jij die God hebt vergeten en je broers hebt vermoord en ons voor de Rechtvaardige wilde beschuldigen van het vergieten van bloed?!
[30] Zie, wij zoeken geen wraak, ofschoon zijn plannen ons welbekend zijn; maar alleen jullie ondankbare mensen willen je wreken op de onschuldigen! Leer daarom van mij dankbaar te zijn en gehoorzaam aan God; treed dan pas naar buiten en word datgene waartoe Gods hoogste liefde je gemaakt en voorbestemd heeft! Amen."
[31] En zie, toen nu de leeuw zijn rede had voltooid, kwam ook de wolf eraan geslopen en begon voor het nu reeds wakker geschudde gezelschap een goede preek te houden en maande hen dat het hun ernstige plicht was te gehoorzamen en wederzijds God en al Zijn schepselen lief te hebben, waarbij hij zei:
[32] "Zie, hier sta ik voor jullie ogen en bedeesde harten, een gevreesde en verscheurende wolf, geroepen en gewekt door de grote barmhartige liefde van de almachtige, heilige God om jullie Zijn heilige wil te tonen. Hij is een eeuwige kracht, vol van het hoogste, meest volkomen leven uit en in Zich, onzichtbaar voor alle wezens die zich onheilig geplaatst hebben in Zijn genade, terwijl Hij de Allerheiligste is. Hem hebben jullie op zeer smadelijke wijze vergeten door jullie broedermoord, door je zelfzucht, eigenliefde, heerszucht en de daaruit voortvloeiende verachting van alles wat jullie ook maar op enigerlei wijze aan het bestaan van de grote God en Zijn onaantastbare heiligheid zou hebben kunnen herinneren.
[33] Daarom wekte de eeuwige Liefde juist ons tot je grote vernedering en onuitsprekelijke beschaming, de meest verachte en gevreesde beesten, om jullie ten eerste zachtaardige en deemoedige gehoorzaamheid te prediken en ten tweede om aan jullie blinden, aan jullie mensen die onsterfelijk zouden moeten zijn en zouden moeten worden, door onze handel en wandel en zoals nu ook door het woord van onze los gemaakte tongen, krachtig en indringend de wil van God te tonen.
[34] En deze heilige wil, waarin alle kracht en macht, alle wijsheid en sterkte, het eeuwige leven en de meest zalige, meest vreugdevolle vrijheid heerst en eeuwig zal heersen, luidt als volgt: jullie zijn allemaal volkomen gelijk voor God, jullie zijn broeders en zusters; daarom zal niemand er ooit ook maar van dromen op de een of andere wijze boven de anderen uit te willen steken. Want kracht noch schoonheid, jeugd noch ouderdom, deugd noch wijsheid of wat voor voortreffelijke eigenschap ook, mag je ooit voorrechten verlenen, maar met al deze voordelen moeten jullie volgens de goddelijke wil slechts in alle liefde en overgave elkaar bijspringen en de klaarblijkelijk minder begaafden bijstaan, opdat jullie gelegenheid zullen hebben om de goddelijke deugd van de eeuwige, door de bovenmatig goede Schepper in jullie ingeplante liefde te beoefenen. Want slechts uit de zuiverste en grootste liefde heeft de almachtige heiligheid van God zich laten bewegen om jullie slechte, ondankbare, eer, liefde en God vergetende mensen uit Zich te scheppen en dan ter wille van jullie ook nog een talloze, oneindige hoeveelheid wezens van allerlei onoverzienbare soorten, die jullie op alle mogelijke wijzen hadden moeten dienen.
[35] Maar jullie, drievoudige blinden en stokdoven zien en bemerken niets van al hetgeen voor jullie altijd nuttig zou zijn geweest, maar je schandelijke, wanordelijke, geile zinnelijkheid en vleselijke liefde heeft je in alles verduisterd en jullie daardoor in de klauwen van de rechtvaardige, verdiende dood geworpen!
[36] Overdenk daarom, wat je zou moeten en kunnen zijn en wat jullie nu zijn: niets dan jammerlijke larven en slangenpoppen van de hel!
[37] Verander jullie zinnen, breng orde in je begeerten, was je met de liefde, word elkaar gelijk in deemoedigheid, in gehoorzaamheid en in de goed geordende verwekking van je kinderen; laat af van hoererij en verwek je kinderen met Gods zegen en wees voor hen ware vaders en moeders in de liefde en de genade van God. Leer hen vooreerst te gehoorzamen aan jullie wijze liefde om daarin de grote liefde, de heilige wil en zodoende ook de onschatbare genade van God te vinden. Pas dan zullen jullie erkennen, dat niet wij, boze dieren, maar Gods liefde zulke heilige woorden vol genade door middel van onze losgemaakte tongen tot jullie oren heeft gericht!
[38] En als jullie zullen worden zoals de liefde van de eeuwige heilige Schepper je nu geleerd heeft, dan zullen jullie merken dat niet alleen dieren, zoals jullie nu meemaken, maar alle schepselen in staat zijn met je te spreken en de dood zal uit jullie harten verdwijnen en met levendige ogen en wijdopen oren zullen jullie de diepten van de goddelijke wonderen heel duidelijk vernemen. Denk goed aan wat een wolf je hier op zeker wonderbaarlijke wijze heeft gepredikt en bedenk daardoor in jullie gebroken harten, hoe hoogst gemakkelijk alle dingen door de eeuwige Liefde en Gods heiligheid te verwerkelijken zijn, - en jullie zullen dan nog veel merkwaardiger dingen in jezelf gewaarworden door de genade van God! Amen."
«« 35 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.