De prehistorie van het Chinese volk

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)

«« 37 / 187 »»
[1] Voordat wij nu naar Hanoch terug zullen keren, moet Ik jullie noodzakelijkerwijs nog wat naders over de bewoners van China zeggen. Onthoud en weet dan dat ten eerste, wat de afmetingen van de grote kinderen van Mijn liefde ontsproten uit Adam betreft jullie voorstelling verkeerd is, als je daaronder de lichamelijke grootte verstaat; doch zeshonderdzesenzestig duim is het getal dat Mijn volledige liefde in de mensen aangeeft. De duim geeft de maat aan van het goede dat uit de liefde tot Mij voortkomt; daarvan zijn er zeshonderd voor Mij, dan zestig voor de naaste en tenslotte zes voor zichzelf. En de maat van de vrouw is gelijk aan de goddelijke maat in de man; doch in de naastenliefde en de eigenliefde Van de vrouw is een verschil van zesenzestig en vandaar heeft de vrouw (10 aug. 1840) wat dit betreft de man in alles volstrekt te gehoorzamen. Daar de vrouw uit de eigenliefde van de man gevormd is, kan zij zichzelf ook alleen in de man beminnen, als haar liefde oprecht zal zijn; en daar zij de man het naast is, is ook haar naastenliefde allereerst op de man gericht, en vandaar het verschil.
[2] Overigens waren deze beiden, evenals alle kinderen van Adam, lichamelijk beduidend groter dan de zeer verzwakte kinderen van Kaïn en zij hadden veel machtiger, krachtiger en sterkere spieren, aderen en inwendige organen.
[3] (N.B. De overeenkomst van het getal van de mens met het getal van Mijn tegenstander berust daarop, dat bij de laatste juist het omgekeerde het geval is, om het meest afschuwwekkende wezen in Mijn ogen te zijn.)
[4] Zie nu, hoe Sihin de eerste was die zijn gemoed naar Mij toekeerde; ook was hij de meest volgzame zoon van deze ouders en bracht zelfs vol zorg ook de anderen tot gehoorzaamheid; daarom zei Ahujel, terwijl hij hem eerst uit Mijn naam zegende, in de tegenwoordigheid van Aza en alle overigen:
[5] "Sihin, ik zegen je in de naam van mijn en jouw God! Het land zal jouw naam dragen. Neem je mooiste zuster tot vrouwen breng met haar in alle gezegende kuisheid kinderen voort, net als de kinderen van God en noem hen 'Zonen van de hemel' en 'Dochters van de aarde'; en als mijn grote geslacht door de liefde van God van de aarde zal worden weggenomen, laat dan jouw nakomelingen liefdevolle, wijze leiders zijn voor de nakomelingen van je broeders!
[6] Zoek de liefde, en de wijsheid zal je gegeven worden en je stam zal niet uitsterven voor het einde van alle tijden; want de Heer zal vele takken aan je stam maken, opdat je naam tot aan het einde van alle tijden zal voortleven.
[7] Aan jou is nu slechts één vrouw gegeven; maar in de loop der tijden zullen de mannen in alle kuisheid vanwege de verwekking van de geslachten ook meer vrouwen nemen; doch houd je ver van alle hoererij en een ongezegende geslachtsdaad. En als jullie dat allemaal in acht zullen nemen, zal jullie volk reeds na duizend jaar als het gras op aarde en als de sterren in de hemel worden.
[8] Ik met mijn weinige nakomelingen zal jullie nog zegenen en vijfhonderd jaar lang leiden; maar dan zijn jullie aan de beurt tot aan het einde der tijden. Maar de tijd moet je meten aan de rijpheid van een vrucht, die in de tijd van één omloop van de aarde om de zon vijfmaal rijp wordt. En zo vaak jullie een ding hebben leren kennen, kijk dan in jezelf; daar zullen jullie een teken vinden en met dit teken moet je het ding altijd beeldend aanduiden. Jullie handelingen moeten uitgedrukt worden door verschillende daarbij passende lijnen en de voltooiing daarvan door punten. Op die manier moeten jullie alles optekenen wat je in de toekomst nog van ons zult horen, leren en ervaren, en jullie moeten ook tot aan het einde der tijden je kinderen op het noodzakelijke daarvan wijzen als toekomstig groot getuigenis over het boze slangengebroed. Amen."
[9] Doch zonder schade aan de vrijheid van geest bleef ook dit volk niet altijd geheel hetzelfde. Volgens de berekening ongeveer honderdentwintig jaar na de zondvloed, groeiden de nakomelingen van Sihin eveneens tot een belangrijk volk aan en geraakten dikwijls verwikkeld in allerlei twisten en vormden op die manier partijen, die in hun gebruiken en godsdiensten verschilden. Sommigen beweerden dat alleen de eerstgeborenen in staat waren leiding te geven; anderen zeiden dat als eerste geboren te worden, geen uitnemendheid inhoudt, omdat herhaaldelijk vrouwelijke eerstgeborenen voorkwamen, - vandaar dat de bekwaamheid om leiding te geven altijd aan verstandiger harten opgedragen zou moeten worden. Dat grepen weer anderen uit het volk aan en zeiden: "Als het alleen maar over het hart gaat, waarom zou dan niet ook het bezonnen hart van een jongere broeder in staat zijn leiding te geven?" Maar sommigen verwierpen weer alles en zeiden: "Zoals het in het begin was, zo zal het tot aan het einde der tijden blijven!" Anderen zeiden dat men overal en altijd God om raad moet vragen en nooit eigenmachtig moet oordelen en handelen. Daarop wierpen weer anderen tegen: "Als dat zo is, dan kan immers iedereen dat doen, waarom dan ook nog een of ook meer leiders?" - Anderen weer zeiden dat God zich niet aan iedereen openbaart, opdat de mensen elkaar niet zullen kunnen ontberen. Daarop antwoordden weer anderen: "Dan moet dus toch iedere ziener onderwijzen wat hij vernomen heeft en de leiding aan God toevertrouwen; waartoe dan een of meer leiders?" Weer anderen merkten op: "Maar wie geeft ons de zekerheid dat zo'n ziener en leraar die boven ons wil staan, ook wel altijd Gods woord spreekt?" Anderen wederom zeiden daarop: "Ja, wanneer men de leraren niet meer onvoorwaardelijk geloven kan en mag, dan zijn onze leiders en leraren immers zinloos geworden!" En meer van dergelijke grappenmakerij, waardoor er dan ook een massa sekten gesticht werden en het rijk daardoor in zeer verschillende bestuurs - en onderwijsgroeperingen verviel, en zo ging de versplintering voort tot in het jaar 3700 nadat Adam in leven was geroepen. Totdat de zelfs bij jullie betere geschiedschrijvers iets meer bekende bouwer van de Hehu-Tsin's linie (beschermende muur), Tschi-Hoang Ti (wijze alleenheerser over het volk) genaamd, optrad. Hij begon vurige predikingen voor het volk te houden en voorspelde het, dat een groot volk, niet ver van de landsgrenzen, ze in het geheim zou hebben verkend; en als zij zich niet allen tezamen zouden verenigen om langs het hele rijk een hoge en dikke muur op te bouwen, dit volk massaal en krachtig binnen zou vallen en hen allemaal op kwalijke wijze om zou brengen.
[10] Hijzelf zou van Mij de macht hebben, zolang de inval tegen te houden, totdat de muur klaar zou zijn; echter slechts gedurende tien jaar, waarin zij alle ijver aan moesten wenden om zo spoedig mogelijk dit grote, heilige werk volgens Mijn in hem geopenbaarde wil te volbrengen, anders zou het er slecht voor hen uitzien.
[11] Nu kwam al wat handen had bij elkaar en de muur was in acht en een half jaar voltooid en had een lengte van meer dan achthonderdzeventigduizend manslengten, de breedte was negen manslengten en de hoogte negentien manslengten. En zij werd om de honderd lengten voorzien van een tien lengten hoge wachttoren, waarin onafgebroken honderd man, elkaar afwisselend, de wacht moesten houden. Dit heeft weliswaar helemaal niet zo lang geduurd, omdat deze valse profeet zichzelf aan het volk bloot gaf doordat hij al hun godsdienstige voorschriften verzamelde en wat niet in zijn ware despotenkraam te pas kwam, liet verbranden en vernietigen.
[12] Daardoor gelukte het hem dit grote rijk, dat vóór hem zeer verdeeld was, zij het dan slechts door geweld weer te verenigen en zestig jaar lang als een echte overweldiger te beheersen. Zijn zoon die dezelfde naam had werd lauw en toegevend; maar diens zoon, de opvolger van deze beide overweldigers, begon de bloedige vervolging van de vromen, waarmee reeds zijn grootvader was begonnen, op nog onmenselijker wijze voort te zetten en daarvoor moest hij bij een algemene volksopstand die grote misdaad met zijn leven betalen.
[13] Het rijk verviel toen weer in vele delen, tot dan eindelijk in het jaar van de wereld 3786 Liehu-Pang (een straatrover) een leger van gelijkgezinden bijeenbracht, als veldheer alles onderwierp en zich tenslotte als alleenheerser (keizer) en zoon van de hemel, opwierp. Zoveel als maar mogelijk was, verzamelde hij oude, nog ergens verborgen geschriften en sagen, regelde de godsdienst, stelde priesters aan die over het heiligdom moesten waken en scheidde het volk in bepaalde klassen of kasten, waarbinnen men moest blijven op straffe des doods.
[14] Hiermee stichtte hij het zogenaamde hemelse rijk of de grote dynastie (Han) en breidde het zelfs voorbij de muur in westelijke richting aanzienlijk uit. En zo bleef dit rijk voortbestaan tot in de vierde eeuw voor de grote menswording van Mijn woord, waarna er wederom een grote splitsing plaatsvond, waarbij het een groot deel van lartarije en Mongolië verloor. Het viel daardoor uiteen in drie elkaar bestrijdende rijken, en zo'n rijk noemde men Tschenkue en nog later in de vierde eeuw na de grote menswording van Mijn woord, stierf dit geslacht uit. Het rijk kwam omwille van het volk en de priesters in dezelfde hemelse gedaante onder een Mongools-Tartaarse heerser die zich in de buurt van het Baikalmeer opwierp en het bevindt zich nog heden ten dage onder dezelfde leiding, die te verdragen is.
[15] Daar hebben jullie nu in het kort de hele geschiedenis van China. Laat degene die moeite heeft dit te geloven ernaartoe reizen en zich overtuigen; maar het zal hem niet veel beter vergaan dan wanneer hij naar Japan zou reizen. Een lantaarn op klaarlichte dag helpt ook de blinden niet; zij die zien hebben genoeg aan het licht van de zon!
[16] Nu, aangezien wij op deze manier onze veertien mensen die een scholing doormaakten, goed verzorgd hebben, keren wij voor een korte tijd nog naar Hanoch terug en kijken nog even naar de dwaze handel en wandel van Lamech; en als wij tot aan de tijd van Noach daar dan schoon genoeg van hebben gekregen, dan zullen we nog een kort bezoek aan de stamvader Adam brengen en zullen daarna meteen de sluizen van de hemel openen. Amen.
«« 37 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.