Henochs woorden over Seths vergissing

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)

«« 83 / 187 »»
[1] Seth begreep heel goed Henochs woorden over het stilzwijgen van de kinderen van de avond en de verontschuldigende woorden van Adam en zei tenslotte:
[2] "O vader, o Henoch, nu is me alles duidelijk; jullie beiden, jij, geliefde vader, en jij, geliefde zoon, zullen mij mijn door angst ontstane vergissing wel willen vergeven; maar zal de Heer dat ook doen, tegen wiens allerheiligste woord ik me in de eigenlijke zin van het woord heb gekant? Hoe kan ik daar vergeving voor krijgen?
[3] Het was reeds licht geworden in mijn ziel en ik bespeurde al duidelijk dat er een nieuw, waar leven in mijn hart ontstond; nu echter zie ik maar al te duidelijk weer nacht en dood in mijn binnenste!
[4] Waarlijk, de kinderen van de avond en van de middernacht zullen beginnen te spreken alsof zij uit het midden van de zon voortgekomen waren; maar ik zal stommer zijn dan een steen in het diepst van de zee, omdat ik mijn tong gebruikt heb om tegen te spreken, daar waar ik haar tot eeuwige dank had moeten benutten! Niet eens het levende woord van boven zal Henoch nog tot mij spreken, maar dat moet Asmahaël doen! O grote God, hoe geweldig groot moet mijn zonde voor U wel zijn, dat zelfs U als Heer van al het leven vanwege mijn hardnekkigheid Henoch gebood niets tegen mij te zeggen, maar alleen Asmahaël moest mij over al mijn vergissingen onderrichten!
[5] O wee mij, als de Heer mij niet meer aan zou willen zien in Zijn erbarmen! Wie zal me dan redden uit de nacht van de dood?
[6] O Heer, laat in ieder geval Uw Asmahaël woorden vol jeugdige kracht uit de volheid van het leven tot ons richten en bij uitstek tot mij, daar wij vol dofheid zijn en dode opvattingen hebben; maar laat daarom de zo zeer gezegende tong van Henoch niet voor ons verstommen en heel in het bijzonder niet voor mij, opdat niemand door mij iets zou kunnen verliezen.
[7] O Heer, God en Vader, heb erbarmen met mij, arme dwaas vol blindheid, en wees mij genadig! Amen."
[8] Hierna stond Henoch op Mijn bevel meteen op en sprak uit Mij de volgende krachtige taal tegen Seth en ook tegen alle anderen:
[9] "O lieve vader Seth, zie, waar is de mens die als hij door een dwaling is gegrepen, zichzelf midden in die dwaling zou kunnen helpen?! Als hij spreekt, dan spreekt hij als in een droom; als hij handelt, dan handelt hij als een blinde; als hij loopt, dan loopt hij alsof hij geen botten in zijn voeten had; als hij zou willen staan, dan valt hij om als iemand die duizelig is; wil hij weer opstaan, dan ziet hij geen kans zijn voeten recht te zetten; en wil hij zien en horen, dan ziet en hoort hij de schaduw in plaats van de zaak zelf en het holle geluid in plaats van het levende woord.
[10] Zie, zo was het en zo is het nog met jou! Je hebt de schaduw van het leven en van de ware liefde slechts in de middag in jezelf waargenomen; daarmee tevreden, wilde je wel de eeuwige liefde tegemoet treden omdat je heimelijk bij jezelf dacht dat nu ieder woord van jou reeds van boven zou moeten komen. De Heer liet het alleen daarom toe dat je zou vallen, opdat je nu goed zult begrijpen dat het moeilijker is het allerhoogste goed van Jehova's eeuwige liefde te bemachtigen, dan in driemaal zeven dagen de hele oogst binnen te halen!
[11] Zie, je vergiste je, toen je mij het woord des Heren hebt verweten! Waarom vergiste je je? Omdat je meende dat het dringende verzoek van jouw hart reeds geheel zuiver van boven afkomstig zou zijn en je onbetwistbaar het recht gaf de wijsheid van God Zelf terecht af te wijzen, omdat die wijsheid je in het leven van je hart waarover een schaduw was gevallen, niet duidelijk was en deze je daarom onterecht en dodelijk voorkwam.
[12] Nu maakte je weer een fout omdat je ten eerste Adam en mij meer vergevingsgezindheid toevertrouwt dan de eeuwige liefde van Jehova Zelf, wiens meest eigen kinderen wij toch allemaal zonder uitzondering zijn of we nu goed zijn of vol ongehoorzaamheid zitten, en ten tweede schijn je te menen dat alles slechts hoofdzakelijk van mijn woorden afhangt, zonder te bedenken dat ook het door een steen gesproken woord van de Heer, hetzelfde heilige, levende woord is.
[13] Vraag daarom niet om mijn tong, maar om het levende woord; sla geen acht op het werktuig, maar op de genade die van de Heer komt door wat voor een werktuig dan ook, hetzij door Henoch of door Asmahaël; dan zul je volkomen gerechtvaardigd leven in de eeuwige liefde van Jehova, die altijd het beste weet en ziet welk werktuig voor deze of gene het meeste deugt. Indien het echter de Heer welgevallig is ook door Asmahaël te spreken, zeg me, zullen dan die woorden van de Heer in mindere mate woorden van de Heer zijn?!
[14] O vader Seth, zie, het is de wil van de Heer, dat iedereen voortdurend in zijn eigen hart naar het eeuwige leven van zijn ziel en zijn geest zal streven; maar daarbij moet toch niemand zich laten verleiden en van mening zijn dat men in een paar uur ook reeds alles bereikt heeft!
[15] Maar heeft iemand zich al iets van de Heer eigen gemaakt, laat hij daarmee dan doen gelijk kinderen, als zij een verborgen schat vinden en die zelfs voor de ogen van hun ouders verbergen uit angst dat hij weer van hen afgenomen zou kunnen worden!
[16] Laat niemand een te grote begeerte hebben een werktuig van de Heer te worden, maar laat iedereen volharden in alle heilige stilte en grote deemoed en verborgen liefde! Want er schuilt geen dankbaarheid in en het is zeer zeker geen verdienste als iemand door de Heer wordt geroepen om als een werktuig te dienen - want de Heer is in staat ook zonder werktuigen Zijn grote werken te verrichten -; maar alles berust daarop, dat wij niet een Heer zoeken om Hem onze onbeduidende belangen op te dringen om daarmee aan te tonen dat wij ook wat zouden zijn of zouden kunnen, maar dat wij allemaal een en dezelfde heilige Vader zoeken, opdat Hij ons vol genade als kinderen van het eeuwige leven op wil nemen door de genadige en liefdevolle opwekking van onze slapende geest en door de verlichting van onze door de wereld verduisterde ziel.
[17] Maar wie de Heer heeft geroepen om voor zijn broeders van Zijn oneindige liefde te getuigen, laat die getuigen, maar steeds in de allergrootste deemoed van zijn eigen hart, daarbij steeds indachtig dat men slechts een volkomen nutteloze dienaar is, die maar al te gemakkelijk door de Heer ontbeerd kan worden!
[18] Wee degene die daardoor zou gaan geloven dat hij meer is dan zijn broeders of dat de Heer hem nodig heeft, zo'n boosdoener zal zijn eigen gericht niet ontlopen!
[19] Als wij echter dienen, laten wij dan elkaar in alle liefde als broeders en kinderen van een en dezelfde Vader dienen, en laat onze allerhoogste wijsheid daaruit bestaan de heilige Vader boven alles lief te hebben. Laat niemand de ander een leer opdringen, als ware hij daartoe geroepen zoals een hond geroepen is om te blaffen en een haan om te kraaien! Wanneer echter iemand door de Heer is geroepen, laat hij daaraan gehoor geven, maar wel in de allergrootste liefde en deemoed; want pas daardoor zal hij getuigen dat zijn leer waarachtig is uit God, als de eeuwige oerbron van alle liefde en al het leven.
[20] Laat degene die predikt minder zijn dan al zijn broeders, dan zal hij getuigen dat hij een waarachtig dienaar van de liefde is!
[21] Degene die uit de mond van een broeder het woord des Heren verneemt, laat hem de Heer voor die onuitsprekelijke genade danken; maar laat de prediker bij zichzelf bedenken dat hij de minst waardige is en laat hem ieder van zijn broeders voor beter houden dan zichzelf, dan zal hij zijn hart behoeden voor hoogmoed, die de vader van de dood is, dan zal hij voor de Heer een stil huis zijn en alleen dat is Hem welgevallig!
[22] O vader Seth, zie, dat is het wat de Vader van ons wil en eist! Laten wij in alle liefde en deemoed ernaar streven Hem welgevallig te zijn, dan zullen wij leven en ons nooit door de schaduw van het leven laten misleiden! Amen."
«« 83 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.