De droevig-ware voorspelling van Henoch en de zachte en ernstige berisping van Adam. De mislukte poging van Adam zich te rechtvaardigen.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 111 / 366 »»
[1] En Henoch wendde zich tot Adam en zei: 'Vader Adam, al veel heb ik uit je mond vernomen, maar nog nooit een volledig huis- en deurverbod!
[2] Ach, hoeveel gelukkiger zouden onze nakomelingen zijn, als dat niet aan je gemoed ontsnapt was!
[3] Waarlijk, wat je hier doet, o vader, als eerste mens op deze aarde, dat zullen ook vele van je kinderen in latere tijden doen!
[4] Ja, ik zeg het je nu vanuit de geest van de Heer in mijn hart: hetgeen je nu sprak uit het diepst van je ziel, dat zullen je kinderen in werkelijkheid doen op een wijze die in de ogen van de Heer de gruwel der gruwelen zal zijn; en zoals jij je daarstraks verzette tegen de woorden die uit de geest van de Heer kwamen en mij hebt afgewezen, zo zullen je nakomelingen met al de leraren doen die van Gods geest vervuld zijn, en ze zullen degenen huldigen die de geest van de wereld zullen prediken!
[5] Omdat jij je van ons allen, op vader Seth na, hebt willen afzonderen en niemand meer wilde toelaten, zullen er machthebbers onder de volkeren opstaan en zij zullen die wreed overheersen; en de huizen van dergelijke heersers zullen gesloten zijn voor het arme volk, en niemand zal het bij gevaar van eigen leven durven wagen om het huis van zo'n heerser ook maar van verre te naderen.
[6] En dat zal reeds gebeuren na een tijdsduur die de helft bedraagt van jouw huidige leven; en over nauwelijks de zesvoudige duur van zo'n tijd als jij reeds op deze aarde leeft, zal zij eruitzien als een boze egel, waarbij de ene stekel zich tegen de andere opricht. - Meer hoef ik je niet te zeggen.
[7] O vader, waarom ben je zo en wil je niet eens helemaal afleggen wat een product is van je hoogmoed?
[8] Zie, wanneer ik spreek en handel, dan spreek en handel ik niet vanuit mijzelf, maar vanuit de Heer, die mij ten overstaan van jullie allemaal daartoe heeft beroepen! Als echter mijn woord een woord van de Heer is, waarom verzet je je er dan tegen?'
[9] Adam was door deze woorden van Henoch buitengewoon diep getroffen en zei daarom tegen hem: 'O Henoch, jij wijze vanuit God, welke harde dingen heb je me nu meegedeeld!
[10] Zie, ik zou dat niet hebben uitgesproken als ik had geweten dat de geest van de Heer uit jou heeft gesproken! Maar dat heb je mij niet meegedeeld, zodat ik van mening was dat je vanuit jezelf tegen me sprak en een beetje hoogmoedig was en dat wilde ik uit je verwijderen.
[11] Daarom moet je me altijd van tevoren meedelen of je vanuit Gods geest spreekt of vanuit jezelf, en dan zal ik me daar altijd naar weten te richten.
[12] O zeg me, is er dan helemaal niets meer aan hetgeen te doen wat jij nu door mijn gedrag tegenover jou hebt voorspeld?!'
[13] En de Heer Zelf antwoordde duidelijk verstaanbaar door Henochs mond aan Adam: 'Als je Henoch alleen maar terechtgewezen had, dan zouden jouw woorden geen gevolgen gehad hebben; maar je zei dat je dat ook Mij zou hebben verweten!
[14] En zie, daarom heeft jouw woord die gevolgen geschapen; want ieder woord dat tot Mij gericht wordt is als een geschapen werk dat nooit meer vernietigd kan worden. Begrijp dat!
[15] O Adam, Adam, wat voor zware lasten zul je nog allemaal op Mijn schouders laden?!'
[16] Pas nu zag Adam helemaal in wat hij had gedaan en werd bedroefd.
[17] Maar Henoch zei: 'Wees getroost; want de Heer heeft immers ook deze nieuwe last van je afgenomen en op Zijn schouders gelegd! Wees daarom opgewekt en de Heer dankbaar!'
«« 111 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.