Het grote legerkamp ten noorden van Hanoch. Het nieuw bewoonde mooie bergdal. De onthulling van het eigenlijke plan van de tien. De verordening om het bergdal te bebouwen en te versterken.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 218 / 366 »»
[1] Toen het grote leger zich twee dagreizen ten noorden van Hanoch bevond lieten de tien halt houden en een kamp opslaan.
[2] Zo'n vijfhonderdduizend tenten werden opgezet in een mooi, met veel vruchtbomen rijkelijk begroeid bergdal dat nog geheel onbewoond was, omdat het aan alle kanten door ontoegankelijke hoge bergen was omsloten en slechts één mogelijke toegang had, die echter eveneens zeer moeilijk was te passeren. Dat kwam omdat deze uit een nauwe, tamelijk steil stijgende kloof bestond waarvan het struikgewas en het hier en daar zeer losse gesteente eerst moest worden weggeruimd voor het mogelijk was verder te reizen.
[3] Het tiental wist van het bestaan van dit dal omdat zij het al bij hun eerste reis hadden ontdekt, en toen reeds een geheim plan hadden opgevat om ooit bij een zekere gelegenheid aanspraak op dit heerlijke dal te maken.
[4] Die gelegenheid had zich nu voorgedaan en zo werd dit dal dat met nog andere goed bewoonbare bergvlakten meer dan zeventig vierkante mijlen (1 vierkante mijl is 55 vierkante km) groot was, geheel in beslag genomen.
[5] Toen nu al het volk in de tenten ingedeeld en ondergebracht was, riepen de tien alle voormannen bij zich en zeiden:
[6] 'Luister naar ons! Wij zullen jullie nu het ware plan onthullen dat de reden van onze onderneming is!
[7] Jullie hebben op de meest onmenselijke wijze de allerschandelijkste, op goud beluste regering van de priesters in Hanoch als slaven en lastdieren van de groten van het grote rijk moeten verdragen; jullie waren en zijn met jullie vele littekens nog getuigen van de grote, goddeloze wreedheid van de geïmmigreerde bergbewoners tegen ons, arme nakomelingen van Kaïn.
[8] Nu is de dag van de afrekening gekomen! Door onze schranderheid hebben wij jullie allemaal in het hele, grote rijk vrijgemaakt en wisten de ware duivels van opperpriesters zo te verblinden dat zij in deze val zijn gelopen.
[9] De dag van de vreselijkste wraak is gekomen! Vertrouw in alles op de oude God en vervolgens op ons, die Zijn werktuigen zijn, en dan zullen wij weer heren over Hanoch worden, en degenen die jullie als lastdieren kochten, zullen spoedig worden genoodzaakt jullie in diezelfde hoedanigheid te dienen!
[10] Wij zullen nu niet naar Hanoch trekken en daar een bloedige, onzekere strijd met de grote, machtige stad beginnen, maar hier op deze plek zullen wij hen te gronde richten en hun lijken als voer voor de vele wilde dieren werpen! En pas wanneer wij hun een onvoorstelbaar grote nederlaag hebben toegebracht, zullen wij onder de verschrikkelijkste namen onze intocht in Hanoch houden en daar alles onderwerpen wat niet tot onze stam behoort!
[11] Maar nu moeten we hier huizen bouwen en boomgaarden aanleggen, met zorg alle vruchten verzamelen, eetbare wortels zoeken en die in de tuinen vermeerderen! Verder moeten we het gebergte in de wijde omtrek zorgvuldig onderzoeken om te zien of er ergens nog een toegang mogelijk is! Mocht dat ook maar enigszins het geval zijn, dan moet die toegang meteen zodanig versperd worden dat het zelfs voor een kat niet mogelijk zal zijn eroverheen te klimmen!
[12] Wanneer dat allemaal is gedaan, zullen wij jullie verdere opdrachten geven! Ga nu meteen met alles aan de slag, maar richt je grootste aandacht op de hoofdingang! Het geschiede!'
«« 218 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.