De liefdestempel in Hanoch met zijn tuin.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 248 / 366 »»
[1] In Hanoch zelf werd een wondertempel gebouwd die gedurende de hele dag open was; maar iedere bezoeker moest zich laten welgevallen de mooie priesteressen, de halfgodinnen en in het bijzonder de volmaakte godinnen een zeer aanzienlijk offer te overhandigen.
[2] Ja, wat was dat voor een tempel, hoe was hij ingericht, en aan wie werd hier goddelijke verering betoond? - De volgende korte beschrijving zal dat dadelijk in het helderste licht laten zien!
[3] De tempel was buiten de poort gebouwd die naar de kinderen Gods leidde en waarachter het gebergte al spoedig begon.
[4] In de boeken van Kinkar vond men een vurige verhandeling over Naëhme die volgens de beschrijving zo mooi was geweest dat de stenen haar zelfs nagelopen zouden hebben.
[5] Voor deze Naëhme werd dus een buitengewoon mooie tempel gebouwd die rond en open was en bestond uit dertig zuilen aan de buitenkant en uit tien pijlers die binnen die dertig zuilen in een juiste ordening waren opgesteld, zodat telkens achter drie zuilen een pijler kwam te staan om het ronde dak te dragen, en wel op een afstand van drie vadem.
[6] Om de tempel heen waren drie paleizen gebouwd; een voor de priesteressen, de andere voor de halfgodinnen en de derde voor de volmaakte godinnen.
[7] In het midden van de tempel was in wit marmer op een zwaar verguld voetstuk Naëhme prachtig uitgebeeld, geheel naakt in een ietwat kolossale grootte, en aan de pijlers waren op lagere voetstukken naakte mannenbeelden geplaatst, in volle opwinding met hun gezichten naar de naakte Naëhme gekeerd.
[8] Om de tempel en om de drie paleizen was een enorm grote tuin aangelegd die aan pracht en schoonheid niets te wensen overliet.
[9] Deze bestond uit drie afdelingen. De ene en de meest voortreffelijke was een kunstig aangelegde doolhof; maar de gangen van deze doolhof werden niet gevormd door gesloten muren, maar bestonden uit heel sierlijke hekwerken, zodat men vanuit de ene gang in honderd andere kon kijken.
[10] En als zich dan plagerig hier en daar een zeer mooie volmaakte godin liet zien, dan kon de vereerder van zo'n godin toch niet bij haar komen; ook wanneer hem soms slechts een enkel hek van haar scheidde, moest hij toch vaak de grootste omwegen maken om bij haar te komen.
[11] Het verschil tussen de priesteressen, de halfgodinnen en de volmaakte godinnen bestond hieruit:
[12] De priesteressen waren sierlijk gekleed en verder mooi van gezicht en gestalte.
[13] De halfgodinnen hadden slechts een handbreed gouden schortje over hun schaamte en armbanden met edelstenen en aan hun voeten gouden sandalen; verder waren zij geheel naakt.
[14] De volmaakte godinnen waren op hun gouden sandalen aan hun voeten na geheel naakt en zij moesten van een grote schoonheid zijn. Hun haar moest goudblond zijn; hun hele lichaam mocht geen vlekje vertonen en moest volkomen blank en geheel onberispelijk zijn. Ook mocht behalve hun hoofd geen enkel ander lichaamsdeel een natuurlijke beharing hebben, maar voor het verwijderen daarvan waren in Hanoch vele middelen beschikbaar.
[15] Wanneer de volmaakte godinnen in de overdekte dwaalwegen gingen wandelen hadden zij steeds een priesteres en een halfgodin bij zich. De priesteres moest voorop lopen om de weg voor de volmaakte godin te reinigen, en de halfgodin moest met een wolven- of vossenstaart de vliegen, langpootmuggen en horzels van haar lijf houden.
[16] In de twee andere delen van de tuin die uit lanen, bloemperken en prieeltjes bestonden, konden ook de priesteressen zaken doen; maar in de doolhof, die ook van een heleboel gesloten tempeltjes was voorzien, mochten alleen de volmaakte godinnen en nu en dan ook de halfgodinnen zaken doen.
[17] Voor de godheid van de schoonheid werden weliswaar geen vastgestelde feesten gegeven, maar daarvoor stond de tempel overdag en 's nachts met goede verlichting open.
[18] In het begin was de tempel in totaal van slechts drieduizend vrouwelijke wezens voorzien; maar reeds na drie jaar moesten de priesteressen, en toen de halfgodinnen en de volmaakte godinnen worden vertienvoudigd. Want zij leverden Gurat meer op dan alle andere tempels, want de doolhof was dag en nacht vol vereerders van de volmaakte en halfgodinnen.
[19] Meer hierover te zeggen is niet nodig, want iedereen zal hieruit gemakkelijk de openlijke onzedelijkheid doorzien. - Hieronder daarom een volgende schets!
«« 248 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.