Fungar-Hellan en Gurat in grote verlegenheid. De tweede afvaardiging naar de tien vorsten van het hoogland en de mislukking daarvan.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 328 / 366 »»
[1] Toen de afgevaardigden weer in Hanoch aankwamen en daar aan Gurat en Fungar-Hellan alle resultaten van hun zending meedeelden, keken beide heren van Hanoch aanvankelijk heel zuur.
[2] Maar Gurat zei na een poosje tegen de generaal: 'Ja, - wat kunnen wij doen? We moeten door de zure appel heen bijten en niets meer en niets minder! Er zit niets anders op dan binnen een maand honderdduizend schepels tarwe, evenveel koren en evenveel gerst en vervolgens twintigduizend kamelen, veertigduizend ossen en tweehonderdduizend schapen ter beschikking te stellen, anders zijn wij puur opgegeven ten aanzien van de hooglanders!
[3] De vraag is alleen: waar kunnen wij in zo'n korte tijd die grote hoeveelheid van dat alles vandaan halen? Waarvandaan, waarvandaan, - als wij niet tegen ons eigen volk een regelrechte oorlog willen beginnen, - ja - een klinkklare roofoorlog?!'
[4] Fungar-Hellan krabde zich heftig achter de oren en zei: 'Vriend en broeder, het komt mij voor dat wij hoe dan ook verloren zijn! Ik ben van mening dat we Mahal op de hoogte moeten laten zitten en met de zegeschatting mooi thuis moeten blijven!
[5] Als de hooglanders goud en zilver hadden verlangd, dan zouden wij hun gemakkelijk een tienvoud in ponden hebben kunnen leveren, omdat wij daar immers zoveel van bezitten dat heel Hanoch ermee bedekt zou kunnen worden; maar graan in deze toch al zo magere jaren, en zoveel ossen, kamelen en schapen, en dat in deze - zoals reeds gezegd - magere jaren, - dat is niet mogelijk, en ineens al helemaal nooit!
[6] Als de bewoners van het hoogland ons een termijn van tien jaar zouden geven, dan zou het nog wel haalbaar zijn; maar, vriend, binnen een maand dat is de grootste onmogelijkheid van de wereld!
[7] Laten wij daarom nog een afvaardiging naar boven sturen om over een tienjarige betalingstermijn te onderhandelen; als de tien vorsten ermee instemmen dan zullen wij ook ons woord houden, - zo niet, moeten zij maar doen wat zij willen!'
[8] Gurat was het met dit voorstel eens. Er werd een nieuwe afvaardiging samengesteld en naar de hoogte gezonden, - maar helaas zonder resultaat, want de tien vorsten bleven bij hun eis en lieten voor geen stuiver met zich onderhandelen!
[9] Wat verder, - in het vervolg!
«« 328 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.