Het afwijzende antwoord van de ongelovige Gurat aan Waltar. Waltars laatste vermaning aan Gurat. De vergeefse waarschuwingen van de engelen aan Fungar-Hellan en het landvolk van Hanoch.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 344 / 366 »»
[1] Toen Gurat die opdracht van de engel Waltar ontving, zei hij : 'Vriend uit de hemelen of mogelijkerwijze ergens van de aarde! Jouw raad is heel vriendelijk en welgemeend; maar uit je waarschuwende woorden komt ook naar voren dat jij en je gezelschap zeer lichtgelovig zijn of jullie zijn verkapte afgevaardigden van op de vlucht zijnde hooglandbewoners en willen mij nu onder de zeer geheimzinnige aanduiding als boden uit de hemelen angst aanjagen opdat ik spoedig weg zou vluchten en jullie dan Hanoch in bezit kunnen nemen!
[2] Weet je, mijn beste Waltar de tweede, zo dom zijn wij hier in Hanoch niet dat wij zo heel vlug zouden willen geloven wat ons door menige vagebond uit de bergen wordt wijsgemaakt! Het was voor mij in het eerste ogenblik werkelijk verassend je als een Waltar te aanschouwen; maar in het verloop van je waarschuwende woorden bracht mij vast ook een wijze beschermgeest op de gedachte dat er onder de mensen tweelingbroers zijn en nog andere opmerkelijke gelijkenissen! En dat zal ook met jou en de mysterieuze Waltar het geval zijn, en aangezien je vast zijn lot hebt vernomen wil je je nu graag voor de geest van Waltar uitgeven; maar zo lichamelijk als jij zien geesten er vast niet uit!
[3] Weliswaar zou ik jullie nu vanwege je grote brutaliteit in een kerker kunnen laten gooien, maar wreedheid was mij nooit eigen! Daarom laat ik jullie weer gaan zoals je bent gekomen omdat jullie waarschuwende woorden aan mij in ieder geval een schijn van vriendelijkheid hadden; maar jullie uitspraken zal ik niet eerder geloven dan wanneer de grote vlakten om Hanoch met boten worden bevaren! Dan zal ik jullie raad opvolgen! Ga nu en ga heen in vrede!'
[4] Hierop zei Waltar: 'Gurat, weet je wat ik je nu zal zeggen?! Zie, ik zeg niets anders dan: wanneer men al om en in Hanoch met boten zal varen, en wanneer je daarvoor nog zult zien hoe wij hier door Hanoch een groot aantal dieren opwaarts naar Noach zullen leiden om hen in de ark te laten opnemen voor een tweede vernieuwde aarde, dan zal het voor jou al te laat zijn!
[5] Want wanneer de nevels die uit het binnenste van de aarde zijn opgestegen dichter gaan worden en massaal neerstorten als een grote watervloed, dan zal Noach zich met de zijnen allang in de ark bevinden; en niemand zal er dan meer in worden opgenomen. En wie deze zal naderen, zal door bliksem en hagel verdreven en gedood worden!
[6] Nu weet je alles, en onze buitengewone zending naar jou is beƫindigd! Doe nu wat je wilt en geloof wat je wilt, want het is de wil van de Heer dat niemand gedwongen zal worden!'
[7] Na deze woorden verdwenen deze engelen en begaven zich ogenblikkelijk naar de streek waar Fungar-Hellan opereerde, en richtten zeer krachtige woorden ter vermaning aan deze held.
[8] Maar hij bedreigde hen en zei: 'Noach woont me te hoog; daarom zal ik in de komende jaren ook zijn bergen wat lager maken en dan de reddingsark bekijken!'
[9] En de engelen spraken toen niet meer met hem, want hij was reeds geheel boosaardig en totaal tegen God.
[10] De engelen gingen van daaruit naar al het landvolk en predikten voor hen; maar zij vonden ondanks verschillende wonderen geen gehoor en geen geloof. Daarom hielden zij ook spoedig op met prediken en begonnen de dieren bijeen te brengen. 11. Wat verder, - in het vervolg!
«« 344 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.