De boden komen met hun kudden bij Noach aan. De aanwijzingen van de engelen voor het onderbrengen van de dieren. De laatste termijn voor de opname van bescherming zoekende mensen.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 347 / 366 »»
[1] Toen deze buitengewone boden met de bijeengebrachte dieren de hoogte bij Noach bereikten, kwamen Noach en zijn broer Mahal hen spoedig tegemoet en beiden verbaasden zich over de grote hoeveelheid dieren en over hun zeer verschillende vormen en gedragswijzen.
[2] De engelen zeiden echter tegen Noach: 'Maak de deur van de ark open opdat wij de dieren naar binnen brengen in de voor hen bestemde hokken; hun voer zullen wij in hun hokken leggen, en zij zullen daarvan dagelijks volgens hun innerlijke aandrang zoveel eten als voor hun instandhouding nodig zal zijn!
[3] Je hebt dus voor niets anders dan voor water te zorgen, wat echter niet moeilijk voor je zal zijn. Kijk, aangezien de ark tot meer dan de helft in het water zal liggen, moet je in de middelste verdieping een gat boren en er van binnen een aftappijp aan bevestigen! Als je die zult openen, zul je meteen zoveel water krijgen als je nodig zult hebben.
[4] En zolang de Heer het nog niet zal laten regenen, moet je de ark open laten en de dieren naar buiten en naar binnen laten gaan om zelf hun drinken en ook hun vers voedsel te zoeken; je moet echter de hokken markeren en de dieren niet anders indelen dan wij ze nu ingedeeld hebben!
[5] Je moet je verder ook niet om de indeling bekommeren; want daarom legden wij voor ieder dier het bestemde voer in zijn hok en ieder dier zal zijn hok daaraan herkennen!
[6] Draag ook geen zorg voor het schoonmaken van de hokken; want die zullen schoongemaakt worden zonder jouw inspanning!
[7] Laat nu ook het raam in het dak steeds open, opdat de vogels daardoor naar binnen kunnen komen! Wat hun voer betreft, daar zullen wij voor zorgen; alleen voor het water zul jij met de jouwen moeten zorgen!
[8] De Heer Zelf zal je laten weten wanneer je de ark moet sluiten en vervolgens de deur goed met pek moet afdichten!
[9] Wanneer vóór de regen mensen bij jou bescherming mochten zoeken, dan moet je hen opnemen; maar wanneer het begint te regenen zal niemand meer in de ark worden gelaten!
[10] Nu weet je alles; de Heer zij met je! Amen.'
[11] Hierop verdwenen de engelen, en Noach ging met al de zijnen en loofde en prees God.
[12] Maar Mahal was, als een natuurvorser, met zijn kinderen alleen maar bezig met het bekijken van de dieren en had een grote vreugde aan deze menagerie.
[13] Wat verder, - in het vervolg!
«« 347 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.