Lamechs verbazing over de wijsheid van de Heer. Deemoediging van de menselijke wijsheid is een genade.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 66 / 366 »»
[1] Toen Lamech deze woorden uit de mond van de Heer had vernomen, sloeg hij zich op zijn borst en zei toen:
[2] 'O Heer, nu is Lamechs verstand stom geworden en weet niets meer te zeggen en te vragen, want U hebt nu zo'n mysterieuze en diep verborgen zaak aangeroerd waarin mijn slakkenoog nooit in staat is te kijken.
[3] En werkelijk waar, ik huiver nu voor Uw te eindeloos diepe wijsheid en heb daardoor ook geen moed meer om iets te vragen! Want U zou mij een nog dieper antwoord kunnen geven en dan zou ik ten overstaan van U en het gehele volk te gronde gaan! Daarom moet nu in mijn plaats iemand anders U iets vragen!
[4] Het is op zichzelf beschouwd wel hoogst aangenaam en groots om door U, de Schepper Zelf, over Uw grote wonderbaarlijke scheppingen onderricht te worden; maar wanneer U, o Heer, het nog geheel blinde schepsel opeens te zeer in de felle stralen van Uw oneindig machtige, sterkste licht plaatst, dan voelt men maar al te smartelijk het eigen gebrek aan licht.
[5] Te weten dat men ten aanzien van U in ieder opzicht een louter niets is, is te verdragen; maar dat in Uw almachtige heldere licht te voelen en werkelijk te ervaren, is ondraaglijk. Daarom durf ik U nu verder geen vragen meer te stellen, omdat ik nu te zeer mijn absolute nietigheid ten aanzien van U inzie.'
[6] En de Heer zei daarop tegen Lamech: 'Luister, dat is nu juist de eigenlijke en voornaamste reden waarom ik je nu diep verborgen dingen bekendmaak, zodat je daardoor zo echt van ganser harte deemoedig zult worden en je al je wijsheid en inzicht gevangen zult nemen en die aan Mijn voeten zult leggen!
[7] Want zolang je ook maar met het kleinste vonkje van eigen wijsheid wilt pronken, kun je niet in Mijn wijsheid binnengaan; en zou Ik je die als het ware opdringen, dan zou zij je te gronde richten en vernietigen, zoals ontbrand steenzout alles vernietigt wat het omsluit.
[8] Daarom moet je eerst door je verdeemoediging geheel geestelijk gereinigd voor Me staan, voor je in staat zult zijn Mijn licht in je te verdragen.
[9] Zie, deze tempel is immers voor de wijsheid vanuit Mij gebouwd; maar hij kon niet eerder op deze lichte hoogte worden gebouwd voordat deze van al het ongedierte was gezuiverd.
[10] Zo kan ook Mijn levende tempel van Mijn wijsheid niet eerder in jou worden opgericht, tot je je eigen berg van wijsheid in jezelf volkomen hebt gereinigd.
[11] Juich daarom wanneer Mijn licht je begint te bedrukken, want dan ben je er na aan toe Mij al het jouwe te geven en daarvoor het Mijne in jezelf op te nemen!
[12] Zie, het gaat hier met de geest bijna net zo als met de tanden, die eigenlijk het symbool van de wijsheid zijn:
[13] De melktanden, die het kind met pijn kreeg, moeten weer enigszins met pijn verdwijnen als de sterke mannentanden komen, want zij waren slechts de wegbereiders voor de mannentanden.
[14] En evenzo moet ook al je vroegere wijsheid uit je verdwijnen, voordat je dan Mijn eeuwig machtige wijsheid in je kunt opnemen!
[15] En zo kun je gerust in Mijn licht moedig vragen stellen en jezelf verdeemoedigen, opdat je daardoor bekwaam wordt om Mijn zuivere licht in je op te nemen! Ik zie nu dat je Mij goed hebt begrepen; schep dan ook weer moed om iets aan Mij te vragen! Vraag wat je wilt, en Ik zal je antwoorden! Amen.'
«« 66 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.