Het voelen van lichamelijke pijn. Pijn als weldoener en bewaker van het leven. Hoe men zonder pijn kan leven.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 72 / 366 »»
[1] Toen Lamech deze nieuwe uitnodiging om nog een vraag te stellen van de Heer had vernomen, ofschoon het in het oosten reeds beduidend begon te dagen, was hij zeer blij en bracht dan ook zonder enige aarzeling de volgende vraag naar voren:
[2] 'O Heer, heilige en meest liefdevolle Vader en Schepper van alle engelen en mensen! Zie, het leven op aarde als beproeving van de geest zou op zichzelf wel geheel overeenkomstig zijn verheven doel zijn, als er met dit leven maar niet iets hoogst onaangenaams verbonden was, en dat is het gevoelig zijn voor ontzettende pijn!
[3] Waarom moet dit lichaam in staat zijn pijn te lijden? Waarom moet het bij mij pijn veroorzaken als ik mij ergens tegen stoot of als ik ergens val of mij ergens snijd, knijp of steek? Waarom moeten zich zelfs dikwijls zomaar zeer hinderlijke pijnen in het lichaam ontwikkelen? Waarom moet het vuur mij zo ontzettend branden, en waarom moet de vrouw met zoveel pijn baren?
[4] Zie, o lieve, heilige Vader, dat kan ik met het bewustzijn dat ik heb volstrekt niet aanvaarden in de sfeer van het leven en ik zou daarom graag van U, de Schepper, de reden willen weten van dit treurige verschijnsel!
[5] Want ik vermoed wel bijna zeker dat het leven van de geest volkomen vrij van pijn is. Daarom zou het leven van het lichaam toch ook wel op gelijke wijze geheel vrij van pijn kunnen zijn! - Heb ik gelijk of niet?'
[6] En de Heer keek Lamech medelijdend aan en zei tegen hem: 'Luister, Mijn zoon Lamech, ditmaal heb je zelfs niet de schijn van waarheid en recht aan je zijde!
[7] Zeg Me in je gemoed: zou er wel een leven denkbaar zijn dat niet ontvankelijk is voor indrukken van allerlei aard? Als je geen gevoel zou hebben, zou je dan leven?
[8] Veronderstel dat de mens alle indrukken enkel als aangenaam zou ervaren, zoals bijvoorbeeld het verwekken van een kind. Zou de mens zich dan niet weldra vernietigen, doordat hij zich voortdurend zou stoten, slaan, steken, snijden en branden, en voor er een jaar zou zijn verstreken, zou er toch met zekerheid van het hele lichaam geen lidmaat meer over zijn?!
[9] Zonder enig gevoel - noch van weldadige, noch van pijnlijke aard - is er enkel sprake van absolute dood.
[10] Derhalve is de pijn toch de grootste weldoener van het leven en meest getrouwe behoeder zonder welke het leven op geen enkele andere manier als bestendig kan worden gedacht.
[11] Bovendien is jou toch een pijnloos lichaam gegeven! Als je je aan Mijn orde houdt en oplet bij het liggen, zitten, staan, gaan en lopen, dan zul je je leven zonder enige pijn doorbrengen; en als je matig bent met eten en drinken, dan zul je ook verschoond blijven van inwendige pijn; en als je je niet te zeer bezighoudt met de werken van het vlees, dan zul je nooit ondervinden wat pijn in de ledematen is!
[12] Pijn is in feite de eigenschap van het leven, zonder welke je geen gevoel zou hebben! Het is de eigenlijke gewaarwording en waarneming van de liefde; en als die buiten de orde geraakt, dan ondergaat zij dat in de aard van de pijn, maar de orde ervaart zij altijd als een buitengewoon behaaglijk gevoel.
[13] Wens daarom nooit dat er geen pijn bestaat, want het is de trouwste bewaker van je leven en zal eens ook datgene worden wat het leven van je geest bij elkaar houdt, consolideert en geheel en al redt.
[14] In hoeverre ook de zuiverste geesten al of niet ontvankelijk zijn voor pijn, zal een geest je zo vlug mogelijk laten weten! Amen.'
«« 72 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.