Hemelse kwade ingrepen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 165 / 244 »»
[1] Na dit gesprek komen de dienaren al met wijn en brood en een hoeveelheid goed toebereide vissen aandragen en iedereen zet zich aan de rijk voorziene tafel. Jarah trekt Raphaël bij zich aan tafel en zet hem een grote vis voor om op te eten. Maar RAPHAËL zegt: "Lief zusje, dat is beslist teveel voor een avondmaal, geef me liever een kleinere vis!"
[2] JARAH zegt: "Oh, ik zag je toch vanmiddag een aantal van zulke vissen opeten, dus zul je het vanavond met deze ook wel klaar spelen! Eet maar! Kijk, mijn Heer Jezus is wel een eindeloos grotere en verhevenere geest dan jij, en toch eet Hij nu al met zichtbaar genoegen zijn tweede vis, daarbij drinkt Hij ook nog wijn en eet Hij steeds een stuk brood, zo moet jij het ook doen! Wees nu net als wij eens een mens, en doe, omdat je anders een hoofdengel van God bent, niet zo geringschattend over onze menselijke dingen!"
[3] RAPHAËL zegt: "Nu, als jij het beslist zo wilt, dan moet ik mij wel naar jouw wil richten, want je bent nu eenmaal een te aardig kind, en uit liefde voor jou kan men je niets weigeren." -Toen nam Raphaël de hele op z'n minst vijf pond wegende vis in zijn hand, bracht hem naar zijn mond en at hem in een ongelooflijk snel moment op.
[4] Toen JARAH dat zag, zei ze helemaal verbluft: "Maar om des Heren wil! Waar heb je die grote vis nu zo snel gelaten? Vriend, met zo'n eetvermogen zou je met groot gemak een gebraden zeemonster op kunnen eten! Met één hap de grote vis, in wiens buik Jonas drie dagen opgesloten zat, te laten verdwijnen, zou voor jou waarschijnlijk maar een grapje zijn!?"
[5] RAPHAËL zegt: "Ook duizenden van die vissen zou ik zogezegd met gemak aan kunnen. Maar hier is de door jou aangereikte voldoende. Hij heeft me echt goed gesmaakt. Ik zou hem ook langzaam, zoals jij, op kunnen eten, maar dan zou je op de gedachte zijn gekomen dat ik helemaal een aards mens ben, -en dat zou niet goed voor je zijn, omdat je dan op mijn persoon, respectievelijk mijn gestalte verliefd zou kunnen worden! Maar nu ik je een keer laat zien dat ik nog geen volkomen aards mens ben, schrikt je dat af en blijf jij zonder moeite in jouwen ik in mijn gewone doen. Je zult nog wel meer van zulke opzettelijke dingen van mij beleven! Als ik wil, kan ik ook echt onaangenaam worden, maar dat onaangenaam zijn heeft steeds een wijze oorzaak."
[6] JARAH zegt: "Ik vind het echter niet aardig van je, als je bijvoorbeeld alleen door een onaangename handelwijze het een of andere goede doel wilt bereiken! Kijk naar de Heer aan Wie al mijn liefde toebehoort, hij brengt ook zonder een onaangename daad alleen maar goede dingen tot stand! Waarom jij niet? Ik vind -en daar blijf ik bij -dat iets onaangenaams altijd weer onaangenaams oproept, en alleen het goede weer het goede. Wie bij mij iets goed door iets onaangenaams wil bereiken, die vergist zich geweldig, -ook al was hij een duizendvoudige engel! Ik waarschuw je, dat je niet met iets onaangenaams bij me aankomt, anders kun je wel wegblijven! Ik ben maar een zwak meisje, ja zelfs voor jou maar een wormpje, maar toch woont Gods liefde in mijn hart en die verdraagt niets wat ook maar schijnbaar onaangenaam is. -Begrijpt je dat, lieve Raphaël?"
[7] RAPHAËL zegt: "O ja, dat is best te begrijpen en ik begrijp het daarom ook goed, maar het is wel duidelijk dat je mij een standje gegeven hebt omdat je mijn tijdelijk onaangenaam zijn niet begrepen hebt. Als je me eenmaal begrepen hebt dan zul je niet zo geërgerd tegen mij doen! Maar opdat je zien zult dat het hemelse onaangenaam zijn ook een schitterende deugd is, zal ik je dat met een klein voorbeeld goed duidelijk maken.
[8] Kijk, wij hemelgeesten zien erg ver. Wat wij met één blik duidelijk zien is voor jouw gedachte niet te bevatten! Het gebeurt heel vaak dat ergens, vooral op deze aarde, de mensen echt met opzet slecht worden. Wij trekken hen honderd malen bij een groot gevaar weg, maar zij kunnen het niet laten om zich opnieuw in hetzelfde gevaar te begeven. Als dan alles niet helpt, laten we tenslotte toe dat de mens zich toch weer moedwillig in gevaar begeeft, en dan laten wij hem er zich zo behoorlijk op stuklopen dat hem daardoor vaak voor lange tijd alle lust vergaat. Als hij dan verstandig wordt, heeft hij door de ervaring geleerd, laat zijn moedwil en vaak kwade onzin varen en het is dan alsof die mens zichzelf verbeterd heeft.
[9] Zo kunnen vaak de ouders hun kinderen niet vaak genoeg en met voldoende resultaat waarschuwen voor bepaalde spelletjes, die vaak zeer gevaarlijk kunnen worden. Dan komen wij met onze hemelse onaangenaamheid en maken dat zulke kinderen zich bij hun verboden spelletjes heel gevoelig verwonden, vaak laten wij het er zelfs op aan komen dat daarbij een kind de ongehoorzaamheid met de dood bekoopt, als afschrikwekkend voorbeeld voor de anderen. De kinderen worden daardoor afgeschrikt, krijgen eindelijk grote angst voor de gevaarlijke verboden spelletjes en doen die niet meer. Dan is de spreuk op hen van toepassing: 'Een gebrand kind vreest het vuur!'
[10] Ook bij jou heb ik een aantal aardejaren geleden al een paar maal een soortgelijke hemelse onaangenaamheid uitgevoerd en die heeft je heel goed geholpen, en dat is de reden waarom je daarna al gauw een echt gelovig kind bent geworden. - Wel, wat zeg je nu van mijn onaangenaam zijn?"
«« 165 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.