Marcus vertelt.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 178 / 244 »»
[1] In het achterland van het zogenoemde Klein-Azië ligt een door mensen bewoonde streek, waar de vrouwen merendeels onvruchtbaar zijn. Wat de oorzaak daarvan is kan ik U niet vertellen. Wel is het een voldongen feit dat, zodra die vrouwen gemeenschap hebben met Joden of Samaritanen, zij even goed vruchtbaar worden als die van ons. Nu, sinds lang kennen de Farizeeën, die hun slechte volgelingen over de hele wereld uitzenden, die onvruchtbare vrouwen en zij zijn vaak met karavanen daarheen getrokken om de onvruchtbare vrouwen vruchtbaar te maken! Dat was, zeg maar, een vriendendienst die steeds goed werd betaald. Maar bij deze dienst bleef het niet, omdat langzamerhand de Klein-Aziatische mannen leerden inzien dat zij bedrogen werden. Hun vrouwen bleken namelijk in het vruchtbaarheidsinstituut dat de zendelingen uit Jeruzalem aan de grens van die gemeenten al jaren geleden opgericht hebben, niet echt zwanger geworden te zijn. De zendelingen kochten namelijk hier in dit land, en ook in Judéa, pas geboren kinderen op en lieten deze in het genoemde instituut brengen, waar de overigens zeer mooie en weelderige, maar onvruchtbare, vrouwen tien maanden moesten blijven. Na afloop van de tien maanden, waarin de geile apostelen van de tempel zo vaak gemeenschap met zo'n vrouw hadden, dat zij er haast dood aan ging, werd haar zo'n gekocht kind aangeboden. Dat gebeurde dan op zo'n sluwe manier, dat de vrouw zelfs dacht dat het haar kind was! Maar zoals gezegd in de loop der tijd kwamen de mannen toch achter het bedrog, omdat een eerlijke Samaritaan de Klein-Aziaten vertelde wat de zogenaamde vrome apostelen van Jeruzalem, de stad van God, uitspookten.
[2] Daarop kwamen de bedrogen mannen naar de 'apostelen' in het bevruchtingsinstituut en hielden hen ernstig voor wat zij van een burger uit Sichar hadden gehoord, en wat de bevruchte vrouwen hen ook hadden opgebiecht!
[3] Maar de door de wol geverfde 'apostelen' vonden al gauw een heel acceptabele uitweg, door zó'n verhaal over de Samaritanen te vertellen, dat de aanklagers in volle ernst begonnen te geloven dat de Samaritanen, de door God al sinds vele jaren vervloekte afvalligen der Joden, alleen de schuld waren van de onvruchtbaarheid van hun vrouwen.
[4] Hierdoor kwam er op de goede Samaritanen een tweevoudige eed van wraak te liggen. Ten eerste die van de Farizeeën, vanwege de aanklacht en verdachtmaking bij de Achterkleinaziaten, en ten tweede die van de eigenaars van de onvruchtbare vrouwen, die vast begonnen te geloven dat de Samaritanen kwaadaardige tovenaars waren, die dit de Achterkleinaziaten al jaren geleden aangedaan hadden, omdat bij hen eens een Samaritaan vanwege het hebben van gemeenschap met een vrouw, vermoord was. Maar de Farizeeën wisten daar wel een middel tegen, dat zij tegen behoorlijke betaling wel konden adviseren, maar wat zij hen veel eenvoudiger zelf zouden kunnen verschaffen! -En nu, beste Meester, komt pas het echte, respectievelijk meer dan satanische, te voorschijn!"
[5] IK zeg: "Vertel maar door! Hoewel het voor Mij niet hoeft, is het toch des te noodzakelijker voor Mijn leerlingen dat zij het horen."
[6] Dan gaat MARCUS verder met zijn verhaal en zegt: "Waaruit bestaat nu dat door de apostelen van Jeruzalem voor veel geld aangeprezen middel voor het vruchtbaar maken van de vrouwen der Achterkleinaziaten? Volgens de wijze raad van de 'apostelen' bestaat het uit niets minder, dan dat de Achterkleinaziaten zich het bloed van de kinderen van de Samaritanen moeten verschaffen en dat, vers of tot poeder gedroogd, moeten drinken als zij geslachtsrijp zijn geworden, en de vrouwen moeten dat doen voor zij gemeenschap hebben. Dat zou de toverkracht van de Samaritanen vernietigen en de vrouwen weer helemaal vruchtbaar maken! -Maar hoe moesten ze aan het bloed van Samaritaanse kinderen komen? -Daarvoor zullen voor goed geld en goede woorden de apostelen van de tempel wel zorgen!
[7] De overeenkomst werd opgesteld en door de betreffende Achterkleinaziaten aanvaard. Wat gebeurde er toen, en gebeurt er nu nog op grote schaal? De Farizeeën begonnen toen, hoe en waar ze maar konden, een complete jacht op de kinderen van de Samaritanen, en dat doen ze nu nog.
[8] Zulke kinderen van een tot twaalf jaar oud, worden in het bewuste bevruchtingsinstituut gebracht en daar een tijdlang goed gevoed, vooral met bloedvermeerderende voedingsstoffen. Blijkt zo'n kind veel bloed te hebben, dan ontkleedt men het, brengt het in de slachtkamer en geeft het daar in handen van zelf meegebrachte en in eigen dienst staande slachters. Die binden dicht bij het lichaam de handen en de voeten van de ongelukkige kinderen, zetten dan de zo gebonden kinderen met een prop in de mond vast aan een paal in het midden van een bak, blinddoeken vervolgens de arme kinderen en snijden dan de, op zo'n ten hemel schreiende manier klaar gemaakten, aan handen en voeten de aderen door. Terwijl de ongelukkigen zo doodbloeden en natuurlijk na verloop van enige ogenblikken dood zijn, leven de 'apostelen van God' uit Jeruzalem, de stad van God, rustig verder alsof er niets aan de hand is. De ontzielde lichamen van de zo vermoorde kinderen worden in een speciaal daarvoor gebouwde grote oven verbrand, en hun zo verkregen bloed wordt hetzij vers of ook in de omschreven gedroogde toestand voor het bepaalde doel verkocht. De hel moet dit meer dan helse middel gezegend hebben, want de vrouwen die dit bloed gebruiken schijnen nu werkelijk vruchtbaar zijn!
[9] Voor zoiets moest de goede God, als Hij geen oude Joodse fabel is, toch een tegenmiddel weten, maar tot op dit uur gebeurde er van bovenaf nog niets! God kan nog steeds heel geduldig en kalm zulke naamloze wreedheden aanzien, zoals Hij ongeveer dertig jaar geleden kon aanzien hoe door een bevel van een tiran, kinderen van het manlijke geslacht, van een tot twaalf jaar, ten getale van vijfduizend, op één dag op de gruwelijkste manier van de wereld zijn vermoord!
[10] God is zeer goed, wijs en vol barmhartigheid, dat heb ik uit de schift geleerd. Maar als ik, die in al die gruwelen bent ingewijd, het geheel eens in het juiste licht bekijk, dan kan ik me nauwelijks tegen de gedachte verzetten, dat er geen God is, of, als er een is, dat Hij Zich allang niet meer bekommert om de mensen van deze wereld! Kan iemand mij dat echter kwalijk nemen? Beslist geen reëel en, net als ik, menslievend mens en ook geen God! Want in mijn borst klopt nog een hart dat met alle liefde zich inzet voor de arme mensheid!
[11] Maar, Heer en Meester, als er ook maar iéts goddelijks in U schuilt doe dan ook hier een wonde: en verwoest en vernietig die helse gedrochten. Ik twijfel er met in het minst aan dat U dat zou lukken want wat ik vandaag bij U beleefde, staat er bij mij meer dan borg voor dat bij U, als U het maar wilt, niets onmogelijk kan zijn! Want U bent duidelijk méér dan alle profeten bij elkaar!"
«« 178 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.