Een vraag over de schepping.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 214 / 244 »»
[1] Gedurende mijn al tamelijk lang durende, aardse leven heb ik vaak, maar altijd vergeefs, nagedacht over de vraag, hoe nu eigenlijk, zeg maar strikt natuurlijk, de eerste mensheid van deze aarde gekomen is tot de kennis van een geestelijk Opperwezen en haar eigen onstoffelijke geest. Daarvoor heb ik de boeken van Egypte, de geschriften der Grieken en de boeken van jullie Mozes gelezen. Ook heb ik eens een Indisch werk in handen gekregen dat ik mij door een man in Rome, die Indiër was, voor heb laten lezen en vertalen; maar ik vond overal een zekere mystieke beeldspraak, waar geen verstandig mens wat verstandiger van kon worden, en ik dus nog minder, omdat ik mij in mijn jeugd altijd al ingebeeld heb dat ik veel dommer was dan alle andere mensen. Overal komen logische ongerijmdheden voor, die, woordelijk genomen, onzin zijn.
[2] Jullie Mozes zegt bijvoorbeeld: 'In het begin schiep God hemel en aarde, en de aarde was woest en leeg, en het was duister in de diepte; en de geest van God zweefde boven het water. Toen sprak God: 'Laat het licht worden', en het werd licht. En God zag dat het licht goed was. Toen scheidde God het licht van de duisternis en noemde het licht dag en de duisternis nacht. Zo ontstond dan uit avond en ochtend de eerste dag.'
[3] Vervolgens wordt in zeer korte stellingen de scheiding van het water, het droogmaken van de aarde en het scheppen van gras, struiken en bomen aangetipt. Met dit scheppen gaan drie dagen voorbij en dus ook nachten. Maar omdat dagen en nachten al ontstonden bij het scheppen van het eerste licht op de duistere diepte der aarde, zie ik echt niet in, waarom God op de vierde dag het nog nodig vond om twee grote lichten te scheppen en ze aan de hemel te plaatsen, waarvan het grotere licht de dag zou regeren en het andere, kleinere, de nacht.
[4] Leggen we dat nu naast de natuur van de aarde en bedenken wij, wat volgens Uw verklaring de zon, de maan en al de sterren zijn, dan is toch de hele scheppingsgeschiedenis van Mozes zo'n grote onzin, dat er op de lieve aarde zeker geen grotere bestaat en kan zijn! Wie zal dat ooit begrijpen? Onze kleine groep weet dat de aarde geen oneindige kring, maar een zeer grote bal is, zoals U het mij in Egypte toen U nog een kindje was, en later ons allen, zeer aanschouwelijk en waarheidsgetrouw hebt laten zien. Op de aarde wordt het eigenlijk nooit nacht, omdat een deel van de aarde altijd door de zon verlicht wordt. Daarbij is de maan een heel onbestendig baasje en bekommert zich, behalve een paar dagen per maand, bar weinig om de heerschappij over de nacht.
[5] Ook is het waanzin te zeggen, dat uit de avond en de ochtend een dag ontstaat, terwijl toch iedereen door de ervaring van zijn hele leven weet dat de dag steeds alleen maar tussen de ochtend en de avond, maar nooit tussen de avond en de ochtend geplaatst wordt. Want op de avond volgt altijd de nacht tot aan de ochtend, en op de ochtend volgt de dag tot aan de avond, en dus ligt toch volgens de logica tussen de ochtend en de avond de dag, en tussen de avond en de ochtend de nacht.
[6] Hoewel dat al als iets waanzinnigs aangemerkt moet worden, is toch de uitdrukking dat God pas toen Hij het licht schiep, ingezien zou hebben dat het goed was, een dwaasheid zonder weerga! Want Gods hoogste wijsheid moet toch al eeuwig als Zelf Licht van alle licht, gezien en gemerkt hebben dat het licht goed was!?
[7] In het boek van de Indiërs staat vóór de materiële schepping een schepping van de zuivere geesten, die Mozes later ook ergens vermeldt. Die waren zuiver licht, en met name de eerstgeschapene werd 'Drager van het licht' genoemd.
[8] Als God al bij de schepping van de zuivere lichtgeesten toch duidelijk de waarde van het licht had kunnen testen, gesteld dat Hij daarvóór altijd in de diepste duisternis gerust zou hebben -wat ik mij overigens niet van Hem kan voorstellen -, dan is het toch bijna te belachelijk dat God op een bepaalde manier opnieuw ingezien zou hebben dat het licht goed was!
[9] U ziet Zelf, dat de gehele scheppingsgeschiedenis, zoals zij door Mozes gegeven wordt, absolute onzin is, waar men, als men het geheel ook maar enigszins op natuurlijke wijze opvat, dol van wordt. Het is daarom niet zo verwonderlijk dat juist de Joodse schriftgeleerden zelf die leer, die onzinnig is, helemaal niet geloven, maar haar vanwege het volk overeind houden en zich daarvoor heel goed laten betalen. Alle vooraanstaanden in Rome erkennen dat ook, maar laten de zaak, ondanks de grove onzin, op haar beloop, omdat het blinde volk er veel waarde aan hecht en zich daardoor in het land behoorlijk rustig houdt.
[10] Dat alle beginselen, die van de oerleraren aan ons overgeleverd zijn, niets dan lege sprookjes en fabels zijn - van het standpunt van de natuur uit gezien -is toch echt wel zonneklaar, want daar kan ook geen halve lettergreep waarheid inzitten. Maar als dat vaststaat, komt de grote en belangrijkste vraag vanzelf, en die luidt zoals ik al aan het begin van mijn verhaal aangeroerd heb: Hoe is de mens op deze aarde ontstaan? Hoe kreeg hij kennis over een God, en hoe over zichzelf, en wie leerde hem het eerst te onderscheiden wat goed en wat kwaad is? -Geef ons daarover, o Heer, wat licht, dan zijn wij geborgen!"
«« 214 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.