Roban's wijze raad.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 35 / 244 »»
[1] Thuisgekomen, grijpen zij meteen naar de psalmen van David en de eerste de beste psalm is de 37e psalm, en de OUDSTE begint deze voor te lezen en zegt:
[2] "'Maak u niet kwaad over de bozen, wees niet jaloers op de boosdoeners; want zij worden als het gras weldra afgemaaid en zij zullen als het groene kruid verwelken. Hoop op de Heer en doe het goede; blijf in het land en leef eerlijk! Verheug u in de Heer; Hij zal u geven wat uw hart begeert: Beveel uw wegen in Gods ontferming aan en hoop op Hem! Hij zal alles goed maken en zal uw gerechtigheid voor de dag brengen als een licht, en uw recht als de middagzon.
[3] Wees stil voor de Heer en wacht op Hem; maak u niet boos over degene, die zijn baldadigheid ongestoord uit kan leven! Laat de toorn en de woede varen; wordt niet zo boos, dat u dan ook kwaad gaat doen! Want de bozen worden uitgeroeid; maar die op de Heer wachten zullen het land erven.
[4] Nog een korte tijd, dan bestaat de goddeloze niet meer; en als u zijn plaats zult opzoeken, zal die er niet meer zijn. Maar de nooddruftigen zullen het land erven en zich vermeien in de algehele vrede. De goddeloze dreigt de rechtvaardige en knarst zijn tanden over hem. Maar de Heer lacht over de goddeloze, want Hij ziet dat zijn dag komt. De goddelozen trekken het zwaard en spannen hun bogen om de nooddruftigen en armen neer te slaan en de vromen te doden; maar hun zwaard zal in hun eigen hart dringen en hun boog zal stukbreken.
[5] Het geringe dat een rechtvaardige heeft, is beter dan het grote bezit van veel goddelozen. Want de arm van de goddeloze zal breken, maar de Heer zal de rechtvaardigen behouden. De Heer kent de dagen van de rechtvaardigen en vromen, en hun bezit zal eeuwig blijven; in kwade tijd gaan zij niet verloren, en in dure tijden zullen zij voldoende hebben. Want de goddelozen zullen omkomen, en de vijanden van de Heer zullen, ook al zijn zij als een heerlijke groene weide, toch als rook vergaan. De goddeloze leent, en betaalt het niet terug; de rechtvaardige is echter barmhartig en mild."'
[6] Na dit vers gaat een FARIZEEËR staan en zegt tegen de lezende oudste: "Wat lees je daar voor onzin?! Merk je niet dat al het slechte wat hier genoemd wordt, op ons slaat, en al het goede op niemand anders dan de zoon van de timmerman? Dat is een verwenst getuigenis tegen ons, en jij leest dat net zo makkelijk en opgewekt voor, als een aan ons gerichte lovende brief van de hogepriester uit Jeruzalem!"
[7] De OUDSTE zegt: "Vriend, het kan helemaal geen kwaad als wij daardoor, ten behoeve van ons zelf, wat beter belicht worden dan we nu zijn! Het is beter dat we vooraf ons zelf eens wat beter leren kennen, dan dat wij over niet al te lange tijd voor de hele wereld als volksbedriegers ontmaskerd, veracht en door iedereen verlaten, naakt te kijk zullen staan! Want uiteindelijk hangt het toch alleen van God af, hoe lang wij nog door kunnen gaan met onze tegenwoordige handelwijze, en daarom lees ik deze zeer merkwaardige psalm verder!"
[8] VERSCHEIDENE zeggen: " Je hebt gelijk, doe dat!"
[9] En dus leest de OUDSTE verder:
[10] "'Want Zijn gezegenden erven het land; maar Zijn vervloekten zullen uitgeroeid worden!"'
[11] Hier vraagt de FARIZEEËR snel: "Wie zijn de gezegenden en wie de vervloekten?"
[12] De OUDSTE zegt: "Dat wij de gezegenden niet zijn, dat ligt nu bij de steeds toenemende vervolging, die wij van de Romeinen ondervinden, wel voor de hand! Want als wij de gezegenden zouden zijn, dan zou God niet zo'n ongekende plaag in ons gezegende land hebben gebracht! Al het andere kun je gemakkelijk voor je zelf ontraadselen. -Maar ik lees nu verder:
[13] De Heer bevordert het gaan van zo'n man, en Hij heeft plezier aan zijn weg. Valt hij, dan wordt hij niet weggeworpen; want de Heer houdt hem bij de hand. Ik ben jong geweest en oud geworden, maar ik heb nog nooit gezien dat een rechtvaardige eenzaam was of dat zijn kroost om brood moest vragen. Want de rechtvaardige is altijd barmhartig en leent graag aan de armen; daarom zal zijn kroost gezegend zijn.
[14] Geef het kwade op en doe het goede! Blijf altijd rechtvaardig, want de Heer heeft de gerechtigheid lief en verlaat nooit de aan Hem gewijden. Zij worden eeuwig behoed, maar het zaad der goddelozen zal verdelgd worden. Slechts de rechtvaardigen erven het land en blijven daar eeuwig.
[15] De mond der rechtvaardige spreekt wijsheid, en zijn tong leert het recht; de wet van God is in zijn hart, en zijn voeten glijden niet uit. Maar de goddeloze loert steeds op de rechtvaardige en zoekt hem te doden. Maar de Heer staat niet toe dat hij in handen valt van de goddeloze, en verdoemt hem niet als hij door de goddeloze wordt veroordeeld.
[16] Wacht op de Heer en blijf op Zijn weg, dan zal Hij u verheffen om het land te erven, en u zult dan zien dat de goddelozen worden verdelgd!
[17] Ik heb een goddeloze gezien die erg trots was en zich uitbreidde en groeide als een laurierboom. Maar toen men er langs liep, was hij al weg; en toen ik naar hem vroeg was hij nergens te vinden!
[18] Blijf daarom vroom en rechtvaardig, want op het eind zal het goed met dezulken gaan! Maar de overtreders van Gods wetten zullen gezamenlijk worden verdelgd, en de goddelozen zullen tenslotte worden uitgeroeid! De Heer helpt de rechtvaardigen in iedere nood en is hun enige kracht en sterkte. De Heer zal hen bijstaan en zal hen redden. Hij zal hen Zelfvan de goddeloze redden en hen helpen, want zij vertrouwen op Hem."'
[19] Als de oudste met de psalm klaar is, valt de FARIZEEËR hem woedend aan en schreeuwt: "Ouwe ezel, merk je dan niet dat wij door deze psalm aangeduid worden als de goddelozen, en degenen, die aan Jezus kant staan, als de rechtvaardigen? Merk je niet dat wij uitgeroeid worden en zij in het land blijven? Zijn wij niet degenen, die hen als de rechtvaardigen trachten te doden, terwijl God hen bewaart? Dat is een mooie psalm voor ons!"
[20] De OUDSTE zegt: "Ik heb hem niet geschreven! Hij staat in het boek; en als wij blijven zoals wij zijn, dan zullen wij hem ons inderdaad moeten laten welgevallen! Begrijp je dat en de macht van God?!"
[21] Een ANDER zegt: "Ik begrijp deze zaak beter dan jullie allemaal! Vriend Roban werd gedwongen om die psalm te lezen; dat heeft die timmermanszoon met zijn onbegrijpelijke tovermacht gedaan! Want als hij in staat is om de gehele familie, waar wij zoëven tevergeefs ons gouden en zilveren heil zochten, met één woord te genezen, dan is hij net zo goed in staat om ons te dwingen alleen die psalmen te lezen, die heel duidelijk net zo tegen ons gericht zijn, als eenmaal tegen de vijanden van David.
[22] Bovendien moet de oude Jozef werkelijk in rechte lijn een afstammeling van David zijn, en nu noemt men Jezus, omdat ook Jozefs tweede vrouw Maria van dezelfde stam is, een 'Zone Davids'. Daarom kan het best mogelijk zijn dat de oude Jozef, die altijd al een sluwe vos was, hoogstwaarschijnlijk heel in 't geheim zijn zoon alle mogelijke kunsten heeft laten leren, opdat deze met zijn toverijen de bijgelovige Romeinen en Grieken beet zou nemen, zich als een zoon van Jupiter of Apollo voor zou stellen, waarop de Romeinen hem zeker tot hun keizer zouden uitroepen! En als de in Rome residerende heren net zo blind zijn als deze, die hier over Azië te bevelen hebben, die Jezus zogezegd in zijn zak heeft, dan zal het hem ook zeker lukken om binnenkort de Romeinen de wet voor te schrijven, -en dan helpe ons de hemel!"
[23] Een ANDER zegt: "Voor zo'n onderneming zal misschien door een geheime brief aan de keizer wel een stokje te steken zijn!"
[24] De EERSTE zegt: " Je zult hem moeilijk de voet dwars kunnen zetten. Met zijn tovenaarsblik ziet hij alles, hoe verborgen je het ook denkt! Wie anders dan hij heeft ons op de terugweg met die donderende knal laten schrikken, omdat hij vast en zeker hoorde wat wij onder elkaar over hem zeiden?! En wie anders dan hij heeft ons die tegen ons gerichte psalm laten lezen? En waarom? Omdat hij zeker heeft geweten wat wij tegen hem wilden afspreken! Vooruit, ga aan je schrijftafel zitten en probeer maar eens een geheime brief aan de keizer te schrijven -en ik sta er voor in, dat je niet in staat zult zijn om ook maar één woord te schrijven, of je zult door zijn onbegrijpelijke verborgen tovermacht gedwongen worden om een verschrikkelijk getuigenis tegen jezelf te ondertekenen!
[25] Bovendien is zelfs onze overste Jaïrus nu met lichaam en ziel aan hem verknocht omdat hij tweemaal zijn dochter voor hem heeft opgewekt uit de dood, en hij ondersteunt hem met alles wat hij maar wil -en daarom zijn wij ook niet in staat om in Jeruzalem ook maar iets tegen hem uit te richten. Kort en goed, wij zitten nu aan alle kanten vast en kunnen niets tegen hem doen. Het lijkt mij nog het beste om niets te laten blijken van ons probleem of ons volledig bij hem als leerlingen aan te sluiten - meer nuttigs valt er voor ons tegen hem niet te doen, omdat we niets kunnen bedenken dat hij niet meteen tot in de finesses zou weten."
[26] De oude ROBAN zegt: "Dat denk ik ook! Er blijft ons werkelijk niets anders over: ons helemaal afzijdig houden, of ons aansluiten bij zijn leer en doen wat hij ons aanraadt of beveelt; want voorlopig zouden wij hier alleen maar de verzenen tegen de prikkels slaan!"
[27] ALLEN zeggen: "Wij zullen ons geheel afzijdig houden, dat zal het beste zijn; want dan maken wij ons zowel in Rome als in Jeruzalem geen vijanden en dat is het beleid waarnaar wij ons leven moeten richten."
[28] Dan gaan zij allen slapen, en ieder beraamt voor zichzelf wat hij zal doen.
«« 35 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.