Middel- en kleingebergte. Hun ontstaan en noodzaak in het geheel van de aarde

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)

«« 21 / 150 »»
[1] Ik zeg verder: 'Toen de aarde nog een woest hemellichaam was en nog geen planten of dieren had te onderhouden behalve de oertypen van alle latere vormen in de wateren, waren de oergebergten alleen wel voldoende om aan de in zekere zin nog ruwe, niet geheel doorbakken aardbol, de reeds genoemde diensten te bewijzen. Toen echter na een aantal millennia de aardbol vaster was geworden, hele grote eilandengroepen zich reeds boven de zeespiegel begonnen te verheffen en ook de in het water aanwezige oerkiemen zich overal in velerlei grassen en plantensoorten begonnen te ontwikkelen, was het nodig er voor te zorgen dat de oerkiemen uit het water voor hun rijping ook zo gauw mogelijk een groter landgebied kregen. Door onderaardse vuurkrachten kwamen nieuwe grondlagen omhoog, waardoor mettertijd de nieuwe voortbrengselen ruimte, voeding en bescherming kregen. Nu begon het over het hele aardoppervlak geweldig te razen en te woeden. De onder water liggende vaste aardlagen werden opengereten door de grote krachten bij miljoenen ver boven de waterspiegel omhoog geheven.
[2] Het duurde wel vele millennia eer dit grote werk kon worden beëindigd. Maar dat maakt bij God niet veel uit, want duizend of miljoen jaren van deze aarde zijn voor Hem als één dag! Om kort te gaan, daarom werden dus de bergen van de tweede orde gevormd, zoals Ik dit net heb uitgelegd.
[3] Deze bergen waren in het begin ook veel hoger en steiler dan ze nu zijn. Maar de tijd en de natuurlijke stormen hebben hun toppen erg afgevlakt en daarmee de grote diepten meer en meer opgevuld en zodoende zowel nauwe als brede dalen gevormd. Daar deze dalen echter hier en daar hoger of lager uitvielen, waardoor het water geen vrije doorgang had, bleef het in de grotere diepten staan, waardoor toen heel natuurlijk grote en kleine meren ontstonden.
[4] Daar deze meren verder door de aanhoudende kringloop van het water, zowel door de poriën van de aarde als ook door de lucht (door middel van regen, sneeuw, hagel en dauw) een voortdurende toevoer kregen, moesten ze wel buiten hun oevers treden, gaan overlopen. Daardoor hebben ze mettertijd door het overlopende water kleine en grotere delen van hun natuurlijke oevers of dammen verloren. Daarna hebben ze gedeeltelijk de ongelijke diepten van de dalen opgevuld en vooral tijdens grote overstromingen ook gewoon heuvels en heuvelrijen gevormd, iets dat zelfs nu nog hier en daar op aarde gebeurt, zoals ook hier en daar door het vuur bergen ontstaan van de tweede soort.
[5] Deze laatst besproken heuvelvorming door middel van aanslibbing is de zogenaamde tertiaire formatie (De derde soort van bergvonning)., waarvan het ontstaan natuurlijk van de secundaire afhankelijk is.
[6] Zo hebben we nu het ontstaan van de beide laatste soorten bergen natuurgetrouw herleid en de oorzaak van de tweede ook al aangegeven. Waarom de derde soort echter ontstond en hier en daar nog ontstaat, is gemakkelijk te begrijpen als men de grondregel niet uit het oog verliest dat voor het verdere ontstaan en behoud van nieuwe wezens en voor de voortplanting van die er al zijn, vooral een goed en uitgestrekt grondgebied nodig is.
[7] De aardbodem is nu zodanig bewerkt, dat daarop allerlei wezens kunnen ontstaan, wonen, leven en zich voortplanten. En deze voorziening werd en wordt nog veroorzaakt door de drie verschillende bergsoorten.
[8] De twee laatste bergvormen lijken ogenschijnlijk met de eerste bergsoort geen overeenkomst wat betreft bestemming te hebben. Want evenals hun ontstaan, is ook hun eigenlijke bestemming heel anders. Maar omdat ze nu eenmaal in de reeks van de oergebergten, dus van de bergvorsten zijn opgenomen, moeten zij zich zonder enig tegenstribbelen ook voegen naar die wetten, die de oergebergten hun als van zich uit voorschrijven. Dat wil voor hen zeggen: 'Het is niet voldoende dat jullie, lagere en jongere bergen, met jullie overvloed de dalen en kloven opvullen, daar vruchtbaar land aanleggen en kleine bergen doen ontstaan met mooie sierlijke bossen. Maar jullie moeten vanaf het begin van je bestaan ook een groot deel van onze lasten overnemen en ons in alles ondersteunen, anders voldoen jullie niet aan je bestemming. Jullie zouden die ook niet kunnen vervullen, omdat door jullie ontstaan een te groot beroep zou worden gedaan op onze kracht als wij nu net als vroeger toen jullie er nog niet waren, alles moesten regelen en besturen!' En kijk, deze nieuwe bergen doen als gevolg van de eveneens in hen aanwezige intelligentie precies, wat hun de bergvorsten opdragen.
[9] Er zijn er in alle ernst ook enkele onder hen die als het ware niet willen gehoorzamen aan de hoogsten. Zulke bergen worden dan door geweldige stormen zolang bewerkt tot zij zich de orde van de hoge laten welgevallen, of in het tegenovergestelde geval zelf helemaal te gronde worden gericht. Bij de oude wijzen heetten zulke bergen 'weerspannige', ook soms 'vervloekte'. In latere tijden noemt men zulke helden van bergen: 'losbandige', 'onbestendige', 'verweerde'. Voorbeelden van zulke gestrafte, ingevallen en totaal vernietigde bergen zijn er veel, zowel in de oude alsook in latere tijden'.
«« 21 / 150 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.