Roberts instemmende antwoord. Zijn tegenvraag over het machtsmisbruik van de vorsten

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)

«« 23 / 150 »»
[1] Robert zegt: 'Beste broeder, wat moet ik eigenlijk nog zeggen? Ik zie nu in en geef toe dat jij, die wat kennis en wijsheid betreft hemelhoog boven mij staat, in alles gelijk hebt, omdat de zaken werkelijk zo liggen. Er is niets tegenin te brengen, omdat jij als een ingewijde in de geheime krachten der natuur daar het beste in thuis bent! Ik heb alles wat je mij zo vriendelijk hebt uitgelegd, tot in alle details als volle waarheid en absolute noodzaak ingezien. Maar nu komt er nog iets anders:
[2] Bij jouw uiteenzetting over de absoluut vrije menselijke geest treedt de harde noodzaak van zowel een wetgeving die grenzen stelt als van een uitvoerende macht duidelijk aan het licht. Maar nu blijft de vraag: mogen de in zekere zin door Gods genade benoemde of gekozen uitvoerders van de wet ook 'van Gods wege' vrijgesteld zijn van het nakomen van de wet, die ze gewoonlijk zelf maken? Mogen volkomen willekeurige despoten en tirannen vanwege hun bedenkelijke troon de arme mensen, die toch ook hun broeders zijn, bij duizenden laten afslachten? Was b.v. mijn vergrijp wel van dien aard, dat een Alfred Windischgrätz mij daarom in naam van zijn keizer moest laten doodschieten, evenals verscheidene anderen die dachten en handelden zoals ik?
[3] Wanneer zulk een machthebber zich onttrekt aan zijn eigen wet, dan rijst de vraag wie hem dan ontheft van jouw liefdeswet, die voor de hele wereld zonder onderscheid van stand of karakter geldend dient te zijn? Waarom moeten honderdduizenden in de grootste armoede versmachten, wanneer ze slechts, vaak alleen door grote nood gedwongen, zich aan een of andere kleine oneerlijkheid hebben schuldig gemaakt? Waarom moeten zij zich de onverbiddelijke gestrengheid van de wet laten welgevallen, terwijl de groten onbekommerd en gewetenloos kunnen doen wat ze willen, en geen rechter ze tot verantwoording mag roepen!
[4] Ik ben zeer ingenomen met wijze en goede regenten. Maar niet met regenten die vaak nauwelijks weten wat ze zijn, en nog veel minder weten wat ze eigenlijk moesten zijn. Regenten die enkel op de troon zitten en hun ondergeschikten als vampieren het bloed uitzuigen in plaats van hen door wijze wetten te leiden! Zeg me eens, vriend, moet dan een arm verdrukt volk niet het recht hebben zulke briljante deugnieten en gevoelloze leeglopers te verjagen om in hun plaats wijze en deugdzame mannen aan te stellen, die hoofd en hart op de juiste plaats dragen! Moet de woning van een regeerder dan een schitterend paleis zijn en moeten zijn vorstelijke inkomsten vele miljoenen bedragen? Natuurlijk moet dat allemaal door de bloedige zweetdruppels van zijn onderdanen worden opgebracht! Een 'arme drommel' heeft niets goeds op aarde. Van de wieg tot het graf blij ft hij een speelbal van de machtigen en moet voor hen have en goed inzetten. Als dank daarvoor wordt hij geminacht, en zou hij zich alle vernederingen van de groten niet laten welgevallen, maar bij een priester in de biechtstoel plaatsnemen om daar zijn hart te luchten, dan wordt hij bovendien nog met de eeuwige verdoemenis getroost! Zeg mij eens, ligt dat soms ook al in de natuur besloten? Vriend! Ik, Robert, meen en beweer beslist: het is de hel die ijverig bezig is van de arme engelen van deze aarde nog armere en ellendigere duivels te maken!
[5] Het staat overigens wel vast, dat het aardse leven een zuiver beproevingsleven is om een hogere, zuiver geestelijke volmaaktheid te bereiken. En daarom kan men met recht van het leven ook geen al te glansrijke aardse gelukzaligheid verwachten. Want een student blijft steeds min of meer een slaafvan diegenen, die als leraren boven hem zijn geplaatst. Maar wanneer er te wrede tirannen over de volkeren heersen, die de touwtjes van de opvoeding te strak aanhalen, waardoor uit de volkeren in plaats van oprechte mensen slechts baarlijke duivels worden gevormd, wat heeft een oergoddelijke wereldorde dan nog te betekenen?
[6] Is dan de Godheid ook nog de enige Heer en Meester? En zijn dan ook nog haar gelovige aanhangers en aanbidders echte broeders? Betekent dat ook nog: 'God boven alles en zijn naaste als zichzelf liefhebben?!'
[7] Of is het soms goed te noemen van een alom rechtvaardige Godheid, volkeren door slechte regeerders lichamelijk en moreel tot ver beneden een menswaardig niveau te laten afzakken? Zijn dan de volkeren door toedoen van hun schandelijk slechte regeerders tot de diepste ellende gezonken, dan komen nog van boven, dat wil zeggen van de rechtvaardige Godheid, bovendien nog alle denkbare straffen en kastijdingen! Natuurlijk meestal alleen over de arme mensen, omdat zij noodgedwongen slecht zijn moeten worden, meestal 'door Gods genade'! Want zelfs de meest gewetenloze regenten handelen onder het motto: 'Door Gods genade'! Zo komen dan gewoonlijk armoede, hongersnood, allerlei ongeneeslijke ziekten en een grote hoeveelheid epidemieën en oorlogen, vanzelfsprekend, allemaal door Gods genade'!
[8] Bij al dit fraais komt uiteindelijk ook nog de zoete wanhoop en tenslotte de aangename eeuwige verdoemenis in de brandende hel! En zie, dat alles 'door Gods genade'! Bravo! Vooruit maar! 0, wat is het leven toch mooi! Wie dat uitgevonden heeft zoals het is, moet daar zelf wel een merkwaardig plezier in hebben!
[9] Ik wil echter geen allerhoogst Goddelijk Wezen laken omdat het leven op aarde zo'n afschuwelijke vorm aanneemt. Want zo'n Goddelijk Wezen heeft zeker belangrijker dingen te doen dan zich bezig te houden met de wormen van dit aardse slijk. Maar voor mij is het meest ellendige van deze zaak, dat deze aardse mensenwormen toch ook gevoel en jammer genoeg ook verstand hebben, en tenslotte toch niet helemaal kunnen worden vernietigd.
[10] Zouden de mensen van deze aarde als kinderen van God misschien de bijzondere gunst, de eer en het geluk hebben de meest vervloekten te zijn van de liefdevolle godheid, jouw zogeheten 'heilige Vader', die je aan het kruis liet ophangen (waarschijnlijk ook uit liefde?).
[11] Waarlijk, hoe langer ik daarover nadenk, des te bedenkelijker komt mij deze zaak voor. Spreek jij daarom maar liever weer! Misschien lukt het jou een beter licht op deze zaak te werpen?'
«« 23 / 150 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.