Uiterlijke rust, innerlijke onrust. Wat is het leven? Verlangen naar rustgevend geloof leidt tot gebed. De gedachte aan vrouwen kinderen

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)

«« 6 / 150 »»
[1] Na deze woorden wordt Robert helemaal stil en rustig met zijn mond, maar des te actiever in zijn hart. Dat ergert hem alweer, omdat hij daardoor des te meer leven en een vollediger bewustzijn in zichzelf gewaar wordt. Hoe rustiger hij wordt, des te groter wordt de innerlijke activiteit. Hoe meer hij deze wil onderdrukken, hoe krachtiger ze optreedt.
[2] Dat brengt hem weer tot een nieuw soort wanhoop en woede. Want het wordt hem steeds duidelijker dat hij ook op deze manier het leven, dat hem meer dan al het andere tot een last is geworden, niet kan kwijtraken. Daarom begint hij weer te praten:
[3] 'Nu zou ik wel verduiveld graag eens willen weten wat dit oerdomme leven is, waar je maar niet vanaf kunt komen! Ik heb toch duizenden zien sterven. Ze gingen dood en er bleef niet het minste levensteken meer over! Ontbinding was het absolute einde van hun bestaan. Die kunnen toch onmogelijk nog enig bewustzijn hebben. Of zouden zij soms buiten het lichaam ook nog een leven hebben zoals het mijne?
[4] Ik kan niet doodgaan. Wie houdt dit hinderlijke leven voor mij dan in stand? 0 jij, die me hebt willen doodschieten! Jij hebt me niet dood, maar levend laten schieten! Als je medeplichtigen bij al je vijanden zulke resultaten zullen behalen als bij mij, spaar je dan de moeite maar. Want je wilde mij afnemen wat je me nooit kunt teruggeven. Maar hoe lach ik je nu uit! Want ik, die jij wilde doodmaken, ik leef. Maar jij die meent dat je leeft, bent nu tien keer doder dan ik, je slachtoffer!
[5] Eigenlijk zou me alles goed zijn, als ik maar een sprankje licht had. Maar die totale duisternis moge de duivel halen!
[6] Stel dat ik eeuwig in deze situatie moet blijven? 0 vervloekt! Stel dat ik misschien toch al een geest ben? Dat zou me verduiveld wat moois zijn! Nee, dat geloof ik niet; er kan immers geen eeuwig leven bestaan. Toch komt het me al aardig lang voor, dat ik in deze duisternis verblijf. Er moeten toch al wel enkele jaartjes verlopen zijn. Als er maar licht was, licht, dan zou me alles goed zijn!
[7] Ik moet openlijk toegeven, dat ik nu liever zo'n domme vent zou zijn die gelooft in de zoon van God en in de hemel, en bovendien natuurlijk in de eeuwige dood, in de duivel en een hel, en met een gerust geweten in dat bijgeloof sterft, dan mij hier als verstandig mens helemaal zonder licht te bevinden! Maar wat kan ik er aan doen? Ik zocht steeds de waarheid en geloofde haar ook gevonden te hebben. Maar wat heb je er aan als er geen licht in is?
[8] Het beste bij mij is en blijft mijn standvastigheid en volkomen vrij zijn van angst. Want als ik een bangerik zou zijn, dan moest ik in deze toestand volkomen wanhopig worden. Maar nu is mij alles om het even!
[9] Mijn vrouwen kinderen beginnen nu trouwens ook mijn hart een beetje in beroering te brengen. Die arme stakkers zullen wel treuren en zich grote zorgen over mij maken. Maar wat kan ik in deze situatie voor hen doen? Niets, helemaal niets! Bidden, dat zou ik wel kunnen, maar tot wie en waarvoor? De beste wens voor hun is in mijn hart toch al een echt gebed, dat hun zeker niet zal schaden ook al kan het hen niet helpen. Ik ken echter geen ander gebed dan het welbekende roomse 'Onze Vader' en 'Wees gegroet' en hoe een serie andere holle frasen ook mogen heten! Daar zou mijn goed ontwikkelde familie echter zeker voor bedanken. Maar zij kunnen onmogelijk ooit te weten komen wat ik hier doe!'
«« 6 / 150 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.