Gevangenen van de materie. Hoe moeten zij verlost worden? Voorstel van de franciscaan.

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)

«« 2 / 153 »»
[1] Ik zeg: 'Kijk, dat verklaart je het gevoel van je eigen leven, waaraan rust en beweging in even grote delen zijn meegegeven. Je kunt uiteraard gaan en staan, zitten of liggen. Wanneer je lang hebt rondgelopen en daardoor wat moe bent geworden, waar verlangt jouw leven dan naar?' - (Antwoord: 'Naar rust.') - 'Goed', zeg Ik, 'en je zoekt dan ook rust en neemt rust. Wanneer je echter helemaal uitgerust bent en levendige beweging om je heen ziet, zoals een kudde levendige lammetjes, vogeltjes die van tak tot tak wippen, een snelstromende beek en dergelijke meer, zeg Me eens, waar begint jouw leven, dat door de rust opnieuw gesterkt is, dan weer naar te verlangen?' - (Antwoord: '0, naar beweging, naar veel beweging!')
[2] 'Weer goed! Zo zal je uit dit opschrift ook duidelijk worden dat zowel de rust als de beweging op zichzelf genomen niets anders zijn dan afwisselende behoeften van elk bestaan en leven. Dingen, die zich noodzakelijk in het gericht bevinden, moeten zich vanzelfsprekend Min ononderbroken rust, of in onophoudelijke beweging bevinden, maar wezens die een vrijer leven in zich dragen, hebben zowel rust als beweging tot vrij gebruik toevertrouwd gekregen. Vandaar dat de bede: 'Heer, geef de rust ware rust, en de beweging ware beweging' niets anders wil zeggen dan: 'Heer, maak onze rust en beweging vrij en houd ons niet meer in het gericht!' Of nog duidelijker gezegd: 'Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van het kwaad van het gericht!' Zeg Mij eens, heb je dit nu goed begrepen?'
[3] De franciscaan zegt: 'Ja, Heer en Vader, dat is mij nu helemaal duidelijk, maar wie zijn dan degenen die daar beneden rusten en waarom hebben zij behoefte aan dit opschrift, dat wij nu aan een beschouwing onderwerpen? Wie zijn zij, die hier naar verlossing smachten?'
[4] Ik zeg: 'Luister, allen die door de materie gevangen zijn, rusten onder deze grafmonumenten, die het gericht over alle materie voor hen heeft geplaatst als eeuwige herinnering aan Mijn oergoddelijke wijsheid, macht en sterkte.
[5] Jouw ziel kwam eveneens uit zo'n graf te voorschijn en werd in een ander graf gelegd, gemaakt uit vlees en bloed. Daar spon zij zich als een zijderups weer in in een lichtere materie, die gelegenheid bood tot verdere ontwikkeling van het natuurleven; een materie die zich naar haar eigen vorm ontplooide. Toen dit haar gelukte, beleefde zij meer vreugde aan de vorm dan aan zichzelf en hechtte ze zich geheel aan de dode vorm van het vlees.
[6] Het vlees echter is, zoals alle materie, vanuit zichzelf dood. Wordt de ziel nu één met de materie, hoe kan ze dan buiten het gericht blijven, wanneer alle materie op zich ten prooi moet vallen aan een onvermijdelijk gericht? In de ziel is weliswaar een nieuwe geest gelegd. Om met hem één te worden zou de ziel eigenlijk alles moeten inzetten. Maar wanneer de ziel alles doet om één te worden met haar materie, hoe moet dan de geest in de ziel een heer des huizes worden?
[7] Ik zeg je: daar wordt de geest zelf in de materie begraven! En hier zie je zulke begraven geesten zonder tal. Elk graf herbergt zijn eigen geest, en het zijn zijn woorden, die je hier op de zwarte plaat hebt gelezen en nog kunt lezen op talloze andere. De nog levende geest kreunt en zucht vanuit zijn harde graf om verlossing. Zeg jij Me nu eens wat wij hier moeten doen.'
[8] De franciscaan zegt: 'Heer, niemand die ook maar een sprankje liefde in zijn hart draagt, zal hier verlegen zitten om een juist antwoord. Men helpe hen, als men helpen kan en wil! En men helpe hen spoedig, als het mogelijk is! Zij moeten opstaan uit hun graven. De materie laten wij, als door een chemisch apparaat, vervluchtigen en dan zal het zuiver geestelijke vrijkomen.
[9] Dat de mensen op aarde nu meestal slecht en grof materieel worden, kan mijn hart hun volstrekt niet als zonde aanrekenen, want men moet hun lichamelijke aardse positie maar eens bekijken en hun onverdiende armoede! Verder hun totale gebrek aan opvoeding in zedelijk opzicht, meestal een gevolg van de algemene maatschappelijke verarming, die weer het gevolg is van de ijzeren harten van de rijke gierigaards... en men zou dan een arm mens richten, die ten prooi is aan alle mogelijke nood en wanhoop!? Van moraal en geestelijke vorming kan daar geen sprake zijn. Wat betreft de vorming van de geest, gebeurt er niets voor de armen, behalve dan dat zij gedwongen worden om op zon- en feestdagen in een zogenaamde kerk naar de Latijnse eredienst te gaan, waarbij in de winter niet zelden hun handen en voeten bevriezen.
[10] Wanneer nu de meesten van dit slag in elk opzicht slecht worden, wanneer zij in opstand komen tegen elke wet, ja zelfs godloochenaars worden, wie kan dat hun dan in ernst kwalijk nemen als hij deze en nog heel wat andere omstandigheden nauwkeurig overweegt! Ik niet, waarlijk, bij Uw heilige naam niet! Daarom moeten we hen daadwerkelijk helpen, eerst lichamelijk en daarna pas geestelijk; dan zal het er met de aarde spoedig beter uitzien dan nu.
[11] De aarde is nu een pure hel voor de mensheid. Men zou haar ten minste voor een kwart tot paradijs moeten maken; dan zullen de mensen God weer erkennen! In de hel gebeurt er in ieder geval niets meer met de studie van de hogere moraal; daarvan ben ik ten volle overtuigd. Dus moeten we helpen waar we kunnen en dan eruit met allen die smachten in de graven! Dat is voor eeuwig mijn devies.'
«« 2 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.