De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie.

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)

«« 80 / 153 »»
[1] Een priester, die vlak naast de kardinaal staat, zegt: 'Ellendeling, slechts aan de eindeloze zachtmoedigheid en het geduld van de heilige en alleenzaligmakende kerk, die in stilte voor jou, verloren schaap, bad tot God, heb je alles te danken, terwijl jij bezig was haar dodelijke steken toe te brengen! Maar houd nu op met de geestelijk getooide bruid van God zwart te maken, anders zal de kerk jou in haar gebeden voor jouw zielenheil laten vallen! Dan zal de aardbodem zich onder jouw voeten openen en je voor eeuwig verslinden!'
[2] Nu begint de koster hard te lachen en zegt heel laconiek: 'O jij zachtmoedig moedertje! Welja, als er met helse wreedheid en daarna met domheid niets te bereiken valt, wordt de wolf weer in het lamsvel gestopt en moet hij een vriendelijk gezicht trekken; er gaat toch niets boven zo'n zachtmoedigheid en geduld.
[3] Hoe goedig was de kerk tijdens de beroemde kruistochten! Hoe vreugdevol heeft zij de achtergebleven weduwen en wezen, wier mannen ze in het morgenland door de Saracenen liet ombrengen, in haar kloosters opgenomen nadat zij zich eerst hun goederen en schatten liet schenken. O goddelijke zachtmoedigheid, waaraan het de heilige kerk omwille van baar geld nog nooit heeft ontbroken. Toen ik nog op aarde leefde (want de heren zullen hopelijk toch weten dat we ons allang niet meer in het vlees op de materiële aarde bevinden)...'
[4] Een priester valt hem in de rede en zegt: 'Dat is gelogen! We leven nog allemaal op aarde, anders zouden we ons ofwel in de hel, in het vagevuur of zelfs in de hemel bevinden.'
[5] De koster zegt: 'We zijn nu eenmaal in de geestenwereld, of jullie het geloven of niet! Daarom zeg ik: toen ik nog op aarde was, hechtte ik ook veel geloof aan de kerk, maar toen er berichten over de heilige Spaanse inquisitie kwamen, waaruit men kon opmaken hoe lief en zachtmoedig zij daar met haar verloren lammetjes omging, heb ik heel andere opvattingen gekregen. Wat hebben die honderdduizenden dan misdaan, dat zij tot grotere eer en glorie van God zo gruwelijk moesten worden verbrand?, vroeg ik stomverbaasd, en het antwoord luidde botweg: 'Omdat ze de bijbel hebben gelezen en zodoende verwerpelijke ketters zijn geworden!' 'O Heer!', riep ik bij mezelf uit, 'is het mogelijk, dat mensen die het om Uw heilige woord te doen is, van roomse moordenaars zo'n beloning moeten krijgen? Heer, hebt U dan geen bliksem en geen zondvloed meer om Spanje en Rome voor eeuwig uit te roeien?'
[6] Het antwoord van God kwam langzaam maar zeker vanuit de hoge hemelen. Ik kreeg het weliswaar niet meer op aarde, maar des te duidelijker in deze geestenwereld. Waar is hier het trotse en overmoedige Rome? Wat is nu de paus? Op enkele stekeblinde ezels na die hem, de trotse plaatsbekleder van God, nog aanhangen, lacht men hem hier in zijn gezicht uit en wordt hij overal gehaat en veracht.
[7] Zelfs in Italië begint men al de ene aartsbisschop na de andere achter slot en grendel te zetten en dat met het volste recht! Deze machthebbers verdienen niet anders, want ze waren steeds de grootste vijanden van de mensheid, maar des te grotere vrienden van goud en zilver.
[8] Petrus, voor wiens opvolger iedere paus zich alom uitgeeft, zei eens tegen een arme drommel die hem om een aalmoes vroeg: 'Goud en zilver heb ik niet, maar wat ik heb geef ik je!' Zou een paus dat ook tegen een arme zeggen? De fraaie opvolgers van Petrus zouden alleen maar kunnen zeggen: 'Ik heb wel goud en zilver in overvloed, maar dat geef ik je niet; wel mijn apostolische zegen, die mij niets kost!' En dan: 'Ga in vrede! Mocht je onderweg van honger omkomen, dan zal je ziel toch na drie dagen vagevuur meteen in het paradijs komen, waar het haar dan goed genoeg zal gaan!'
[9] Heeft de grote Paulus dan niet vol vuur geijverd tegen opgesmukte gewaden, evenals tegen iedere waardigheid, die de mensen zich maar al te graag aanmeten? Wanneer heeft Christus, die Zelf zei: 'God is geest en moet daarom in de geest en in waarheid aanbeden worden...', aanbevolen om voor veel geld tempels en gebedshuizen te bouwen, en daardoor duizenden armen te laten verhongeren? Welke apostel heeft het Latijn eigenlijk tot goddelijke taal verheven? Alsof God de Heer, die zeker elke taal verstaat, alleen aan de Latijnse het grootste welgevallen zou hebben! Bewijs mij dat uit de Schrift, dan wil ik jullie geloven! Kunnen jullie dat echter niet, dan zijn jullie antichristenen bij uitstek!'
[10] Een heel oude aartsbisschop, zegt daarop ziedend van ingehouden woede: 'Heeft Christus de Heer voor Zijn verrijzenis niet uitsluitend Zijn kerk, d.w.z. Petrus en diens opvolgers, de macht gegeven om te binden en te ontbinden?! Hij blies Zijn adem over Zijn apostelen en sprak: 'Ontvang de Heilige Geest! Wie jullie de zonden vergeven, zijn zij vergeven. Wie jullie hun zonden niet vergeven, blijven ze behouden!' En een andere keer zei Jezus eveneens tot Zijn apostelen: 'Wat jullie op aarde zullen ontbinden of binden, zal ook in de hemel ontbonden of gebonden zijn!' Ik denk dat daarin voldoende bewijs ligt, dat het de ware kerk van Godswege toegestaan is nieuwe wetten te geven als zij het nodig vindt en andere, zelfs door God de Heer gegeven wetten op te heffen, als zij ziet dat deze onder bepaalde omstandigheden niet gunstig zijn voor het heil der zielen.
[11] Dat de kerk zich echter tijdens haar godsdienstige ritus van de Latijnse taal bedient, heeft twee heel wijze redenen. Ten eerste is deze beschaafde taal de waardigste waarmee men God kan eren en aanbidden; ten tweede wordt de Latijnse taal gebruikt als bescherming van de bijzonder heilige, krachtige geheimen van Gods woorden tegen het gewone volk, zodat deze niet ontheiligd kunnen worden. Dat zijn de twee kardinale redenen! Een derde reden is de macht van de kerk; dientengevolge kan zij de Latijnse taal ook wettelijk tot een onveranderlijke, algemene rituele taal bestemmen. Ik dacht dat dit uit de Heilige Schrift genoeg bewezen is, hooggeleerde meneer de koster!'
[12] De koster zegt: 'De beide aangehaalde teksten waren inderdaad uit de Heilige Schrift, alleen hebben ze alles bewezen behalve datgene wat u, eminentie, daar graag mee had willen bewijzen. Had Christus de Heer, op de wijze waarop u het uitlegt, aan de kerk een volmacht willen geven, dan zou het niet nodig zijn geweest de apostelen en nog vele andere leerlingen drie volle jaren lang het grote gebod van de liefde, de wet van het leven en de grote geheimen van het hemelrijk te leren. In plaats daarvan zou Hij Zijn apostelen zonder voorafgaand onderricht de macht hebben gegeven om als door Hem aangenomen leerlingen voortaan te kunnen doen wat ze wilden, terwijl de Vader in de hemel alles volledig goedkeurde.
[13] Zoals te zien is bij de roomse kerk, is juist in deze kerk, behalve dan de Naam van de Heer en Zijn leerlingen, niets meer van Zijn leer te vinden: geen deemoed, geen zachtmoedigheid, geen greintje geduld en nog minder liefde tot de naaste! Over geloof praten we maar helemaal niet meer. Het geloof in de macht van goud en zilver, ja, dat staat nog overeind! Wat zou er allemaal moeten gebeuren om een paus ooit tot het geloof te brengen dat men het rijk Gods niet in de grote schatten van de wereld vindt, maar alleen in een zuiver, deemoedig en van liefde vervuld hart!
[14] De bevoegdheid die de Heer Zijn leerlingen ogenschijnlijk heeft gegeven, was en is slechts die van de Heilige Geest Gods in de mens. Wie leeft volgens Gods woord waardoor alles ontstaan is, ontvangt ook Gods geest, want Gods woord is namelijk de Heilige Geest uit de mond van God, die binnenvloeit in de harten van alle mensen die het Godswoord daadwerkelijk in zich opnemen. Eenmaal in het bezit van Gods geest, die mijn hart maakt tot een tempel van de diepste wijsheid uit God, kan ik dan ook tot een zondige broeder die blijk geeft van berouw en verbetering, zeggen: 'Je zonden zijn je vergeven'. Is hij echter hardnekkig en wil hij zijn valsheid en slechtheid niet opgeven, dan kan de van Gods geest vervulde ook zeggen: 'Vriend, omdat je volhardt in het kwaad kan je zonde je niet vergeven worden!' Als men echter gelooft dat men de Heilige Geest ontvangt door bepaalde sacramentele ceremonieën zoals de nietszeggende waterdoop, de toediening van het vormsel en zelfs de zogenaamde priesterwijding, heeft dat niets anders tot gevolg dan de vorming van een onverdraaglijk kastenstelsel, waar de Heilige Geest verder van verwijderd is dan de hemel van de aarde.
[15] De Heer zegt: 'Wees niet slechts hoorders van Mijn leer, maar handel ernaar; dan pas zullen jullie in haar de kracht van Gods Geest leren kennen!' Maar hoe zal zo'n pas ingewijde leerling ooit aan deze kennis komen, als het lezen van de bijbel hem wordt verboden? Hij kan zo niet eens een hoorder, laat staan een uitvoerder van Gods Woord worden. Wanneer hij echter geen gevolg kan geven aan dit dringende verzoek van Christus, zeg dan eens, hoe moet hij dan de machtige geest Gods deelachtig worden?
[16] Dierbare eminentie, denk er eens over na hoe slecht die teksten bij de heidense kastenkerk van Rome passen en zeg: 'Ik ben jammer genoeg ook zo'n steevaste overweldiger van de Heilige Geest geweest! Heer, vergeef het mij, want ik was stekeblind door allerlei verlokkingen van de wereld en de duivel en wist niet wat ik deed!' Misschien erbarmt de Heer zich over jouw armzalige menszijn, maar nooit over jouw eminente kardinaalschap, want eminenties heeft Christus de Heer nooit benoemd, en Petrus en Paulus evenmin!'
«« 80 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.