Gedicht en voorwoord

Jakob Lorber - De natuurlijke zon

0 / 74 »»
[1] De Zon
[2]
[3] Miljoenen wezens draaien rond de moeder der stralen
[4] en prijzen Mij, de Schepper, hemelsblij in lichte warmte.
[5] De Vader is niet onbekend aan vele stralen-gasten,
[6] en ook niet aan de vele uitgediende oude wereldresten,
[7] die in die uitgestrekte diepten van de zonnezee
[8] genietend rusten van opgezogen stralen-zegen!
[9]
[10] De zonneaarde, niet zo hard als vele van haar kinderen,
[11] is levend als de borst van een vrouw en kent haar basis.
[12] Daar is de bodem zacht en zacht de wijde velden,
[13] hebben de hoogste bergen geen rots of diep ingesneden kloven
[14] en is de bodem, evenals de bergen, vol leven van wezens,
[15] die door de macht van het licht de doodsbanden van de planeten losmaken!
[16]
[17] De stralenwereld van de zon cirkelt in de lichtste stromen van ether.
[18] Hoe helder en krachtig het licht daar is, kan niemand vermoeden;
[19] en wie in deze hoogste stralenglans pleegt te leven,
[20] dat is geen lichamelijk oog nog te zien gegeven.
[21] Ja, onvermoede wondere diepten bestaan daar in het licht,
[22] die nooit op de velden van kleinere werelden zullen vallen!
[23]
[24] Wie kan hier met zijn oog het licht van de zon verdragen,
[25] en wie kan Mij gedegen vertellen waar dit machtige licht vandaan komt?
[26] O zie, op deze lichte sfeer woont men heel verheven!
[27] Slechts de zuiverste kinderen Gods plegen hier te wonen,
[28] en in hun midden troont een allerhoogste moeder,
[29] die hun daar de moraal van des Vaders liefde en wijsheid onderwijst!
[30]
[31] O zon, zon, draagster van de diepste, grootste wonderen,
[32] die zelfs een geest van de grootste engel nog nooit uitputtend heeft gemeten!
[33] Zie naar beneden naar je derde dochter, jouw kleine aarde,
[34] waar op schrale velden een arme kudden weidt;
[35] Daarom wil Ik uit de meer dan rijke diepten van jouw licht
[36] slechts één drop naar je dochter laten druppelen!
[37]
[38] En deze drop zal daar ruimschoots voldoende zijn
[39] om alle kinderen van jouw dochter daar met grote teugen
[40] van te laten drinken voor alle tijden der tijden,
[41] om niet meer met elkaar om het water des levens te hoeven te vechten.
[42] O zie de moeder van de dag, hoe zij haar stralende hoofd buigt
[43] en Mij daarmee gehoorzaam de oude trouw betoont!
[44]
[45] O verheug je, gehele aarde, op het licht van de zon!
[46] In dit licht woont waarlijk de hoogste gelukzaligheid van de wijsheid!
[47] Immers reeds kinderen zijn blij een kunstig werk te zien;
[48] Ik weet hoe de raderen van een klok hen allen in verrukking brengen.
[49] Daarom wil Ik jullie ook hier een zeer kunstig werk tonen
[50] en het schoonste en grootste dus niet verzwijgen!
[51]
[52] Dan zullen jullie zien wat jullie het allergelukkigste zal maken,
[53] namelijk hoe jullie kinderen zich daar verheven met liefde en wijsheid sieren,
[54] en hoe zij elkaar daar plegen te onderrichten;
[55] ook dit zullen jullie bijna als met eigen oren horen.
[56] En tenslotte wil Ik jullie ook de verheven troost niet onthouden,
[57] dat jullie kinderen zich hier steeds inzetten voor jullie heil!
[58]
[59] Maar pas de grotere zonnevonk zal het jullie geven,
[60] daarmee zullen jullie pas in al die wondere diepten doordringen;
[61] dit lied is slechts een gezang, voorafgaand aan die grote gaven,
[62] aan de volheid waarvan jullie je zullen sterken en gelukzalig laven!
[63] Neem dit voorafgaand lied dus aan met ware vreugdevolle liefde,
[64] want ik, de Vader, ben immers gewoon jullie die dingen te schenken.
[65]
[66]
[67] Voorwoord
[68]
[69] Onder de natuurwetenschappelijke geschriften die Jakob Lorber, de ziener uit Stiermarken, rond het midden van de vorige eeuw door de gave van het innerlijke Woord ontving, is het werk over de zon van ons zonnestelsel wel één van de meest verbazingwekkende openbaringen. Het slaat een brug van de natuurlijke naar de geestelijke wereld, en is geschikt om het wereldbeeld zelf van de moderne mens fundamenteel te wijzigen.
[70] Wat het huidige onderzoek ons over buitenaardse hemellichamen weet te zeggen, berust enkel op astronomische waarnemingen met behulp van de middelen van de optiek (telescopie, fotografie). Daar voegen zich enige inzichten bij uit natuurkundige en chemische gegevens (spectraalanalyse e.a.); toch zijn de daaruit verkregen conclusies geenszins gegarandeerd ervaringsbezit, maar slechts als basis voor theorieën en werkhypothesen, die al herhaaldelijk door andere, nieuwe, vervangen moesten worden.
[71] Zolang de apparaten aan de grofstoffelijke materie ontspringen en de waarnemers in hun bewustzijn enkel aan de materie hangen, mag men ook in de toekomst geen definitief resultaat van het ruimteonderzoek verwachten. De exacte wetenschap maakt weliswaar gebruik van elektriciteit, licht, atomen en kosmische stralen, maar toch blijft het diepste wezen daarvan vreemd aan iedereen, die niet in staat is met een geestelijke blik door de sluier van de materie heen te dringen. Als tegenwoordig drie elkaar tegensprekende lichttheorieën om geldigheid strijden, hoe zou dan een enkele lichtstraal vanuit het heelal van de laatste waarheden moeten getuigen?
[72] Wie echter zijn innerlijk tot leven wekt en zijn zielekrachten verenigt met de goddelijke geestvonk in zichzelf, heeft deel aan het kosmische bewustzijn van de geest. Vanuit dit ‘blikveld van God’ ontstonden alle geschriften van Lorber, die de diepste dingen raken en die wetenschap en religie tegelijk zijn. En zo mag iedere lezer van ‘De natuurlijke zon’ een blik werpen in die wondere wereld, die middelaarster van leven is voor alles, wat binnen haar bereik beweegt en ademt. Hoe armzalig is daarbij vergeleken toch de moderne wereldbeschouwing met haar ‘dode’ hemellichamen en gloeiende gasbollen temidden van een ijzige kosmische ruimte! En hoe aanmatigend is de mens, die alleen aan zijn aardbol leven en bewoonbaarheid toekent!...
[73] In dit duistere denken valt dit boek als een zonnestraal naar binnen: verlichtend en verwarmend, verstand en gemoed in gelijke mate aansprekend! De kosmische moeder de zon, die alles in zich verenigt wat als gedeeld planetair leven aanwezig is in haar kosmische kinderen: woonplaats van talloze zonnemensen, wier volmaaktheid met hun stralende woonhuis overeenstemt, levende uitdrukking van het heilige scheppingsgetal zeven, dat in de zeven woongordels van de zon en de zeven inwendige zonnelichamen vorm krijgt; middelaarster van alle lichtkrachten van het universum, die zij ontvangt en dienend doorgeeft; zelfs omstraald door een aura van licht, die ons oog verblindt en iedere blik in haar wereld belet.
[74] Een overvloed aan diepe impulsen, geestelijk-wetenschappelijke lessen en de oplossing van brandende vragen van de mensheid kenmerken dit werk als een gave van de eeuwige Vader - een gave die het hooglied van liefde, wijsheid en almacht van de Schepper bezingt.
[75] Voor het eerst wordt aan het boek ‘De natuurlijke zon’ in deze 6e druk een gedeelte met afbeeldingen toegevoegd. De in dit deel gepubliceerde afbeeldingen aan de hand van tekeningen, die zich als fotografische reproducties in het archief van de Lorber-Verlag bevinden, vormen een poging om de bouwwerken op de middengordel van de zon, die ons in het onderhavige openbaringswerk in alle bijzonderheden worden beschreven, te reproduceren. De tekeningen hebben wij te danken aan een vriend van de werken van Jakob Lorber, die, als architect, de lezer daarmee een waardevol hulpmiddel geeft om zich de bouwvormen, die op onze aarde immers voor het grootste deel volslagen onbekend zijn, gemakkelijker te kunnen voorstellen.
[76] De uitgever hoopt, dat deze nieuwe druk van het boek ‘De natuurlijke zon’ bij de lezers een blije weerklank zal vinden.
[77]
[78]
[79] In de tekst genoemde oude maten en eenheden.
[80]
[81] Centenaar (Oostenrijkse) = 56 kg. (ten tijde van Lorber; na 1876 100 kg.).
[82] Duim = ongeveer 2, 5 centimeter.
[83] Eimer (Oostenrijkse) = ca. 56 liter
[84] El (Oostenrijkse) = ca. 2,5 voet = 77 cm
[85] Joch = een vroegere Oostenrijkse veldmaat: 57, 55 are, dus ongeveer een halve hectare.
[86] Klafter = oorspronkelijk de afstand tussen de wijsvingers van de uitgestrekte armen: ca. 1, 80 m.
[87] Lijn = oude lengtemaat: 1/10 of 1/12 duim, ca. 2,5 mm.
[88] Mijl = Duitse mijl = 7, 42 km.
[89] Schoen = voet = 31,6 cm.
[90] Span = ongeveer 20 cm. Oorspronkelijk de afstand tussen gestrekte duim en middelvinger.
[91] Voet = 31, 6 cm.
«« 0 / 74 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.