Vraag van Barnabas. Berisping en tegenvraag van de Heer. Verlegenheid en excuus van Barnabas. Het wonder met de ezelsoren en de levende ezel.

Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel

«« 16 / 33 »»
[1] Barnabas vroeg aan de boven hem staande Farizeeën toestemming om met Mij te mogen discussiëren; hij dacht namelijk een goede inval te hebben. Toen hij die toestemming had gekregen begon hij als volgt te spreken:
[2] 'Luister eens, jij goddelijk Messiasje uit Nazareth in Galilea, dat overigens niet zó veel te betekenen heeft. Je hebt ons nu weliswaar enkele bewijsjes geleverd, waaruit wij zelfs met onze dove oren en blinde ogen beginnen in te zien dat jij per saldo toch de beloofde Messias bent, maar dank zij dat inzicht zijn we nu wel ten einde raad! Wat gaan we nu doen? Of liever: wat moeten we doen?
[3] De dag van vandaag loopt al ten einde en alleen de dag van morgen resteert jou nog om van je recht tot spreken gebruik te maken, ondanks het feit dat jij de Messias bent! Ik vind dus, dat het voor jou de hoogste tijd wordt om je regelingen te treffen inzake de dingen, die er met ons wij hebben je nu immers erkend! -en met de tempel zouden moeten gebeuren! Blijft alles gaan zoals nu, of wordt alles vernieuwd? Jij bent nu eenmaal de beloofde, en naar ons 'in een briesje overgewaaide' Messias; dat kunnen we nu niet meer betwisten! Maar wat moet er nu gebeuren? Zeg jij het maar, ga je gang, jij jonge godsmenselijke Messias -maar: van boven af, uiteraard!'
[4] Ik antwoordde: 'Voor deze flauwe grap alleen had u uw grote mond niet zo wijd behoeven open te doen, tenzij om mede aan te geven dat u wel erg graag iets zoudt willen maar dat zowel de materiële als de geestelijke middelen u ontbreken! Begrepen, drager van Bileam? 1. Zie: Num. 22, vanaf vers 21 (Vert.) Maar, u hebt Mij nu eenmaal gevraagd wat er in het vervolg met u allen en met de tempel moet gaan gebeuren. Ik ben u dus wel een goed antwoord verschuldigd.
[5] Wel, er staat dit geschreven: 'Als de Messias komt, zal Hij de wet niet opheffen -zelfs geen punt of komma ervan! -maar de wet juist nauwkeurig gestand doen!' Dus zal Hij ook de tempel en zijn dienerschap niet opheffen, maar wel zal Hij hun dwarsheid tegen de Wet afstraffen, terwijl Hij waanwijze en protserige levieten zal brandmerken ter vergelding van hun ongepaste moppentapperij!
[6] Want is de bespreking van schriftteksten die ook op Mij betrekking hebben, zoals Ik zojuist onweerlegbaar heb aangetoond, voor u dan een grap? Bewijs mij dan maar eens dat Ik niet exact en haarfijn dezelfde ben, over Wie alle profeten hebben geprofeteerd! Bent u daartoe echter niet serieus in staat, waarom bespot u Mij dan zo vermetel? Maar, wacht eens -nu zal Ik u ook eens een vraag ter beantwoording opgeven! En als u die vraag niet tot Mijn tevredenheid beantwoorden kunt, maak Ik van u een echte Midas van de heidenen! ( Midas was een Phrygische koning, die alles wat hij aanraakte in goud veranderde. Omdat hij aan Marsyas de voorkeur gaf boven Apollo kreeg hij ezelsoren.)
[7] Vertel Mij eens, halfgare grapjas, wat bete kent de naam 'Jeruzalem'? Wat is de zin van die naam? Als leviet en aankomend farizeeër behoort u dat te weten uit de boeken van Mozes en ook uit het boek van Henoch, dat Noach heeft behoed voor de zondvloed en dat getiteld is 'Jehova's strijd? (Zie 'Haushaltung Gottes' 3-delig Lorber-dictaat bij Lorber-Verlag, Bietigheim, inmiddels ook vertaald in het Nederlands Uitgeverij De Ster) .Ik heb het volste recht deze verklaring van u te vergen, omdat er van een juist begrip van die naam veel afhangt! Nu, spreek op!'
[8] De jonge leviet had niet het flauwste benul van de oud-Hebreeuwse taal, zodat hij Mij om enig uitstel en wat geduld vroeg, dat Ik hem toestond. Nu sloop hij naar een oude schriftgeleerde, in de hoop dat die het hem wel zou kunnen zeggen. Maar deze wist het ook niet en verwees hem naar de kabbalist Joram. Maar ook deze haalde bedenkelijk zijn schouders op en zei na een poosje te hebben nagedacht zachtjes tegen hem:
[9] 'Ja, er bestaat inderdaad in heeloude boeken wel een of andere etymologische verklaring voor, terwijl ook in de kabbala iets van een verklaring wordt gegeven, maar dat dan in zulke mystieke stellingen, dat het Hooglied van Salomo daarbij vergeleken maar kinderspel is! Ik zelf heb noch het een, noch het andere begrepen, zodat ook ik je helaas nu niet uit je verlegenheid kan helpen!
[10] Overigens moet mij wel de opmerking van het hart, dat je met deze jongen -zowel vanwege zijn briljante geestelijke begaafdheden, als vanwege de reputatie van zijn verheven Romeinse beschermheer -veel meer consideratie had moeten hebben, temeer omdat jij juist degene bent, die ons aan bruikbaardere informaties over zijn wondere karakter hebt geholpen!
[11] Had jij dan niet in de gaten, dat Hij woordelijk alles wist wat wij 's nachts in het grootste geheim over hem hadden besproken en besloten? Ik heb daarover weliswaar nog niets gezegd, maar voor mijzelf was dat toch wel een uiterst sterke aanduiding, dat er in die jongen een geest steekt, voor wie het geen probleem schijnt te zijn om alle mensen in hart en nieren te doorgronden!
[12] Ik adviseer je derhalve de jongen excuus te vragen voor de hem openlijk aangedane belediging, anders kan ik er niet voor instaan dat hij jou niet een lelijke poets bakt! Ga nu dus maar, en volg mijn raad op!'
[13] Barnabas zei eerst nog: 'Nu ja, recht van spreken, dat hééft hij, en gevoel voor humor heeft hij niet -er zal dus niets anders opzitten dan hem om vergiffenis te vragen! Maar, dat niemand de naam van de stad kan ontleden, dat lijkt toch voor ons tempelheren wel verschrikkelijk dom!'
[14] Hierna kwam Barnabas weer naar Mij toe en met een bijzonder vriendelijk gezicht zei hij: 'Lieve beste jongen! Ik heb ingezien, dat ik een grote fout heb begaan door die inderdaad slechte en ongepaste grap over jou, en daarom vraag ik je uit de grond van mijn hart om vergeving, waaraan ik dan tegelijk met aandrang het verzoek zou willen verbinden of je zo goed wilt zijn om ons de naam Jeruzalem zelf uit te leggen, want wij kunnen er geen van allen een verklaring voor geven ! Er worden wel vertalingen gebezigd als 'Heilige Stad' en 'Stad Gods', maar hoe die begrippen in het woord 'Jeruzalem' vervat liggen, dat weet praktisch niemand van ons !
[15] Er wordt wel verteld, dat hier een plaats moet hebben bestaan, die de naam 'Salem' droeg, en waar de grote koning zetelde aan wie alle vorsten der aarde van die tijd hun tienden moesten betalen -koning Melchizedek was voor alle mensen op aarde tegelijk de enige en de meest eigenlijke hogepriester van Jehova -maar verder weet men weinig of niets van deze hogepriester, noch van zijn leer, zijn daden of zijn persoonlijkheid! Als jij, en daar twijfel ik niet aan, daarover dus meer weet dan wij allemaal, wees dan zo goed ons daarmede op de hoogte te stellen.'
[16] Ik antwoordde: 'Het is je geluk, dat je zo bij Mij gekomen bent -anders zou Ik je getekend hebben op een manier, die je beslist niet prettig zoudt hebben gevonden. De tekenen waarmee je hoofd 'gesierd' zou zijn geworden, liggen nu voor je voeten! Raap ze op en leer ervan, dat Ik kwaadaardige spotzucht van wie dan ook zal afstraffen, en dat men zich op een plaats, waar gesproken wordt over de ernstigste levensvragen van alle mensen voor eeuwig, niet verstouten mag armzalige en waardeloze grappen te poneren! Bekijk nu eerst maar eens de verrassing die ik je zou hebben toegediend omwille van je flauwe grap, daarna pas zal Ik ook aan je tweede ver zoek voldoen!'
[17] Nu boog Barnabas zich naar de grond en raapte twee voor zijn voeten liggende, volwassen en volkomen natuurlijke ezelsoren op, waarvan hij ontzettend schrok, te meer omdat daaraan geen enkele indicatie te zien was waarvan zou kunnen worden afgeleid dat ze voor dit doel van een echte ezel zouden zijn afgesneden.
[18] Enkele aanwezigen -met name onze Simon en de Romeinse rechter -schoten hevig in de lach, maar alle tempelheren kregen een heel raar gevoel van binnen. Ze begonnen zich onder elkaar af te vragen, hoe zoiets op natuurlijke wijze kon zijn gebeurd, maar ze konden -hoe ze ook over en weer pogingen deden het te raden -niet tot een ook maar enigszins aannemelijke uitslag komen.
[19] Barnabas zei tenslotte: 'Wat heeft al dat beraad over en weer voor zin? Dit is een duidelijk wonder zonder meer! Want als de jongen er zich tevoren van zou hebben voorzien, had hij ook tevoren moeten weten, dat ik een ongepaste grap met hem wilde uithalen! En dat zou dan een nog groter wonder betekend hebben !
[20] Trouwens, de jongen heeft ons van deze eigenschap van hem al een zeer heuglijk staaltje geleverd, toen hij mij woord voor woord citeerde wat wij in ons geheim nachtelijk overleg hadden besproken, en dreigde ook voor de hogepriester diens heimelijkste gedachten open en bloot op tafel te leggen! En, wie het één kan, die zou ook wel eens dat andere kunnen, al heeft dat op een voor ons eveneens volkomen onbegrijpelijke wijze plaats!
[21] Achter deze knaap moet beslist iets heel bijzonders schuil gaan! En ik ben zelf al de mening toegedaan dat mettertijd uit hem best een heel gave Messias zou kunnen groeien !'
[22] 'Jij praat niet als een blinde over kleurenpracht! Hoe vaak hebben Perzische tovenaars ons al niet verrast met toverkunsten; en dat gedachten raden is voor ons ook al niets nieuws meer! Wie kent er de Griekse orakels nog niet? Die konden zó geloofwaardig gedachten lezen, dat tenslotte niemand meer in hun buurt durfde te komen!' zei de opperpriester.
[23] 'Neen beste kerel, in een zaak van zo groot gewicht moet je de dingen met heel andere ogen bekijken en je moet de zaken veel serieuzer onderzoeken. Pas wanneer je alles zo nauwkeurig mogelijk hebt onderzocht, kan je -en dan nog steeds heel voorzichtig -je mening wat gefundeerder poneren! Maar van onvoorwaardelijk geloven kan geen sprake zijn totdat alle omstandigheden en tekenen zodanig zijn geïdentificeerd, dat zij niets meer te wensen overlaten.
[24] Dit, beste Barnabas, moge je een lesje zijn, want nog altijd is het je oude fout dat je, bij al je overigens zeer te waarderen kennis, erg lichtgelovig bent!'
[25] Barnabas zei: 'Neen, dat was ik nóóit! Want als ik echt lichtgelovig zou zijn, was ik nooit zo breed wetenschappelijk georiënteerd geworden; door lichtgelovigheid word je daarvan weerhouden. Ik ben best in staat om een verschijnsel te onderzoeken en om kop en staart van elkaar te onderscheiden, maar in dit geval is mijn verstand te kort geschoten, ja, al mijn talrijke ervaringen zijn in de Jordaan gevallen!
[26] De toverkunsten van de Perzen ken ik en nog een massa andere ook, maar daar zijn er géén bij, waarmee je zo maar een paar puntgave ezelsoren uit de lucht te voorschijn kunt toveren! Ook de uitgekookte orakelspreuken en gedachten suggesties van zowel het oudste orakel van Dodona als dat van Delphi zijn mij goed bekend; maar daarbij heb ik nooit iets dergelijks gevonden als wat deze knaap zowel mij als Joram woordelijk citeerde van hetgeen wij strikt in het geheim met elkaar hadden besproken !
[27] Ik blijf dus bij mijn reeds gegeven mening en bevestig andermaal openlijk: achter deze knaap gaat meer schuil dan wij allemaal óóit zullen kunnen begrijpen! Niet dat ik perse zou willen beweren dat hij, vanwege zijn buitengewone kwaliteiten, nu ook zonder mankeren de verhoopte Messias moet zijn; maar hij kan het klaarblijkelijk eerder zijn dan wie van ons ook, zoals wij hier bijeen zijn!
[28] Maar nu, beste brave jonge landgenoot van me, zou ik toch wel voor het avond wordt nog die verklaring van je willen horen over 'Jeruzalem' en over 'Melchizedek', zoals je beloofd hebt!'
[29] Ik zei: 'Omdat je zo goed voor Mij hebt gepleit zal Ik dat inderdaad voor je doen, maar dan moet je eerst even die twee ezelsoren aan de uiterste puntjes beetpakken en ze dan tussen je vingers iets omhoog houden, dan zullen we eens zien of die Perzische tovenaars dit 'kunstje' ook kunnen!'
[30] Barnabas deed wat hem gevraagd was, en Ik sprak: ' Aan deze oren geworde nu ook nog een levend en door en door gezond ezelslichaam!'
[31] Op hetzelfde ogenblik stond daar een pracht van een ezel midden tussen het gezelschap!
[32] Iedereen schrok ontzettend en er werd aanstal te gemaakt om voor Mijn wondermacht de vlucht te nemen.
[33] Maar de Romeinse rechter en Simon verhinderden dat en zeiden: 'We houden ons aan de tijd van komen en gaan, en bovendien gaat de wonderjongen ons nog die twee woorden uitleggen!'
[34] Nu gingen de tempelheren weer zitten, terwijl ze in stomme verbazing naar de pas geschapen ezel staarden. En geen van hen allen presteerde het om ook maar één lettergreep over zijn lippen te krijgen of te beoordelen hoe het wel mogelijk zou kunnen zijn zoiets te bewerkstelligen.
«« 16 / 33 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.