Hoe passen aardse schatten in ons leven.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 14 / 246 »»
[1] "Kijk naar Mij! Moet Ik nu niet met de wereld omgaan? Ik eet en drink en de wereld dient Mij, zoals eens de vloed het bouwsel van Noach heeft gediend! Zij gaat wel hevig te keer onder de stevige wanden van Mijn bouwsel, -maar verzwelgen kan zij het in der eeuwigheid niet!
[2] Je kunt er niets aan doen dat er op een gegeven ogenblik een Romeins rijk is ontstaan. Het is er nu eenmaal en je kunt het niet laten verdwijnen! Het rijk heeft evenwel goede wetten, die heel goed deugen voor de instandhouding van de orde en voor de deemoediging van de mensen. Als je denkt dat je een heer bent die boven de wet verheven is en daarom een kroon kunt dragen, ben je voor jezelf op de verkeerde weg, ofschoon niet ten opzichte van de mensen die de eenmaal uitgevaardigde wet zonder meer moeten houden, met alle voor en nadelen daaraan verbonden. Stel je je echter ook onder de wet en zie je jezelf slechts als de officiële en noodzakelijke leider en tussenpersoon daarvan, dan neem je het juiste standpunt in. Dan timmer je voor jezelf uit het geestelijke materiaal van de wet een ark die je over al de nog zo door de storm bewogen wateren van de wereldzonden heen moet dragen!
[3] Als je daarbij ook nog in al je daden de eenvoudige grondbeginselen van Mijn leer toepast, die met jullie wetten heel goed in overeenstemming te brengen zijn, doe je, gezien je mogelijkheden, voldoende voor je ziel en je geest. En als Ik zeg dat Ik dat voldoende vind, noem Mij dan eens iemand die dat onvoldoende zou kunnen vinden!"
[4] CYRENIUS zegt: "Maar denk eens, o Heer, aan de pracht en de luxe waarin ik vanwege mijn ambt moet leven en denk eens aan wat U zoëven over de pracht en de luxe van de wereld hebt gezegd!"
[5] IK zeg: "Houd je in je hart dan van de wereldse pracht en luxe?"
[6] CYRENIUS antwoordt: "0, niet in het minst; voor mij is dat allemaal een echte kwelling!"
[7] IK zeg: "Wel, waarom brengt die voorgeschreven pracht en luxe je dan in de war? Als je er in je hart geen liefde voor voelt, kan geen pracht of praal nadelig zijn voor ziel en geest! Maar als je hart aan iets stoffelijks hangt, ook al zou dat op zichzelf nóg zo gering zijn, dan kan het net zo schadelijk voor ziel en geest zijn als de zwaarste kroon van het zuiverste goud met de kostbaarste edelstenen.
[8] Daarom komt alles slechts aan op de gesteldheid van het hart; want anders moesten belachelijk genoeg ook zon, maan en al de sterren de mensen van deze aarde als zonden aangerekend worden, omdat zij schitterend stralen en glanzen en omdat de mens toch echt plezier daaraan beleeft. Zo kan ook jij, Mijn beste Cyrenius, ware vreugde beleven aan jouw luister voor de mensen, als het maar geen ijdele en daarom domme vreugde is, want daardoor wordt de ziel bedorven en tenslotte gedood!
[9] Het werd Salomo toch ook toegestaan en zelfs bevolen, om zich met zo'n pracht te bekleden als vóór hem geen koning had gedragen en ná hem ook geen koning ooit meer zal dragen. Zolang hij daar geen domme, ijdele vreugde aan verbond, maar een juiste op wijsheid berustende, was de vreugde verheffend voor zijn ziel en zijn geest. Toen hij echter later vanwege de grote luister ijdel werd en de hoogmoed zich van hem meester maakte, verdween al zijn luister voor God en alle betere mensen en hij verviel in alle zonden van de wereld des overvloeds en zijn werken en daden werden door de betere mensen gezien als dwaasheden en voor het aangezicht van God waren het ware gruwelen.
[10] Ik zeg jou en ook alle anderen, dat het zelfs goed en nuttig voor de mens is wanneer hij, als een gerijpte naar ziel en geest, reeds op deze aarde de pracht van de hemelen nabootst en zijn hart daaraan op de juiste wijze warmt. Want het is loffelijker te bouwen dan te vernietigen. Maar alleen naar ziel en geest geheel gerijpte mensen zouden zoiets moeten doen, opdat de onrijpen zouden ontdekken wat een rijp mens allemaal tot stand kan brengen.
[11] Maar wie voor eigen eer en roem een paleis voor zichzelf bouwt en uiteindelijk zichzelf in zijn pracht op een voetstuk plaatst, begaat een grote zonde tegen zijn eigen ziel en zijn goddelijke geest en bederft zichzelf en al zijn nakomelingen, die zich dan al vanaf de geboorte veel hoger achten dan de andere mensen.
[12] Wanneer echter door de pracht van de paleizen de harten van de bewoners van de paleizen worden bedorven en daarbij vervuld worden van hoogmoed en verachting voor die mensen, die geen paleizen kunnen bewonen, dan is het weer beter om de paleizen meteen te verwoesten.
[13] Zo is het ook helemaal niet tegen de goddelijke orde om een stad te bouwen waarin de mensen in vrede en eendracht als één familie in één huis tesamen leven, werken en handelen en elkaar zo bij alles gemakkelijker kunnen ondersteunen dan wanneer zij urenver van elkaar verwijderd zouden wonen. Komt er dan echter in een stad hoogmoed, luxe, de zucht naar pracht, nijd, haat, vervolging en zelfs doodslag, en zwelgzucht, ontucht en traagheid, dan moet zo'n stad meteen weer in een puin en stofhoop veranderd worden, anders wordt zij een broedplaats van allerlei duivels kwaad dat na verloop van tijd de gehele aarde door en door zou verpesten, net als Hanoch van voor de zondvloed, en Babylon, en de grote stad Ninevé van na de zondvloed! Hoe groot waren deze steden eens en nu staan er in hun plaats slechts een paar armelijke hutten! Waar eens Hanoch stond, is nu een zee, net als op de plaats van het oude Sodom en Gomorra en de tien kleinere steden in de omtrek van de twee grote, die elk groter waren dan het huidige Jeruzalem dat ook niet meer zo groot is als in de tijd van David.
[14] Wat echter met die steden is gebeurd, zal ook met Jeruzalem gebeuren en er zijn er hier die de gruwel van de verwoesting mee zullen aanzien en mee zullen maken! Want, zoals gezegd, het is beter dat zulke steden er niet zijn en daarvoor in de plaats des te meer geheel levende zielen, dan dat er een stad is waarin de mensenzielen voor het tijdelijke en de eeuwigheid geheel te gronde gericht worden!
[15] Dus, beste Cyrenius, je mag alles hebben wat de aarde ook maar aan prachtigs en wonderbaarlijk schoons op haar uitgestrekte bodem draagt en je kunt je daarin, God lovend en prijzend, verlustigen. Maar verpand je hart er nooit aan; want al deze aardse pracht moet eens, zowel voor zichzelf als voor jou, vergaan als je het tijdelijke met het eeuwige zult verwisselen! Want alle materie is in de aard van de zaak niets dan alleen maar dat, wat ik je al eerder helder en duidelijk genoeg heb uiteengezet. -Zeg eens, voldoet je dit en heb je het zo begrepen zoals het voor God en de hele wereld begrepen moet worden?"
«« 14 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.