Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 216 / 246 »»
[1] Met alles wat er na dit avondmaal op de sabbat was gebeurd, zou een volledige dagtaak toch wel gevuld zijn. Maar men houdt in de hemelen nooit op met goed te doen, net zoals de hel ook nooit ophoudt met kwaad te doen en zo werd er voor deze sabbat ook nog iets heel bijzonders tot het eind bewaard, waardoor voor middernacht nog werk verricht moest worden.
[2] Onder de vijftig Farizeeën, met aan het hoofd de overste Stahar en de ons reeds bekende spreker Floran, was verschil van mening ontstaan. Deze nog half in de oude leer vastzittende volgelingen hadden in een tent van Ouran tijdens de storm nog allerlei twijfels uitgebroed, en de manier waarop nu de lijken werden neergelegd, bevestigde veel van hun twijfelachtige opvattingen over Mij en Mijn daden. Het verschil van mening dat zij hadden, ontstond omdat het merendeel heel nadrukkelijk aannam' dat Ik een buitengewone profeet was, een soort Elia, -terwijl een minder verlicht deel meende dat Ik ondanks alle kennis van de Schrift slechts een leerling was uit de catacomben van Egypte en in de tempel te Karnak de wijsheid en de echte magie had geleerd. Dat zou ook de reden zijn van Mijn warme onthaal bij de Romeinen, want bij de Romeinen hadden de echte magiërs meer aanzien dan hun goden, omdat de Romeinen zulke magiërs voor vingers van de god Zeus aanzagen, die op die manier onder de mensen werkte en veel op had met de hoge heren! De Romeinen waren echter zeer verstandige mensen en wisten dat de Joden pas te vertrouwen waren als zij met ziel, bloed, huid en haar, Romeinen werden. Dat kon het gemakkelijkst bereikt worden als men door zo'n aartsmagiër uit de school van Karnak de Joden bewerkte, daar zij ervoor bekend stonden dat zij het meest verslaafd waren aan wonderen. Dat moest echter wel zó gebeuren dat de Joden daarin ook hun Mozes en hun profeten terugvonden, en dat gebeurde nu zichtbaar met het beste resultaat ter wereld. Want voor wie zich niet liet bekeren door woorden en wonderen, waren altijd enige cohorten Romeinse soldaten volledig paraat om hen door de schrik te bekeren. Daarom werd er ook bij iedere gelegenheid zo fel mogelijk tegen de tempel te Jeruzalem te keer gegaan. Alle mogelijke moeite werd gedaan om de slechte dingen naar voren te brengen, terwijl men aan de goede dingen achteloos voorbij ging en daar ook met geen enkel woord over sprak, hoewel toch bekend was hoeveel goeds de tempel steeds verrichtte!
[3] Stahar en Floran, die meer dan de anderen een betere mening over Mij en de Romeinen hadden, deden wel moeite hun collega's dat uit het hoofd te praten, maar zij bereikten niet veel, ondanks dat zij Mij geweldig ophemelden als een profeet die te vergelijken was met Elia.
[4] De TEGENPARTIJ zei: "Kijk dáár maar eens, hoe de negen drenkelingen medisch vakkundig met de hoofden heuvel afwaarts en de gezichten naar de grond neergelegd zijn?! Waarom moet dat zo?! Een God is almachtig genoeg om ook zonder zulke toebereidselen de drenkelingen weer levend te maken. Als echter zulke zuiver medische voorzorgsmaatregelen getroffen moeten worden om de drenkelingen eventueel weer in het leven terug te brengen, zit er bij die zuivere wonderdoenerij toch wel een steekje los! Ook de drie die eerder opgewekt zijn, moesten in de kamer gebracht worden om niet te lijden te hebben van de koele nachtlucht en om er de volgende morgen beter en frisser uit te zien! We hebben het nu wel goed door!"
[5] Floran vroeg hen echter wat ze van Raphaël dachten, die toch wel de ongelooflijkste wonderen had gedaan. Dat bracht een aantal weer tot bezinning en zij wisten daar niets op te zeggen.
[6] Maar een fervente TEGENSTANDER zei toch: "Vriend, wij weten eigenlijk helemaal niets, maar men mag toch zeker veronderstellen dat in de natuur nog heel veel geheime en onontdekte krachten zijn, waarvan wij nog nooit ook maar hebben gedroomd. Zij hebben zich in Egypte daarmee vertrouwd gemaakt en zijn in staat om op een wijze, die ons geheelonbekend is, de geheime natuurkrachten zodanig te beheersen, dat ons, leken, die beheersing van de stomme natuur zeker als een zuiver wonder voor moet komen. Als die jonge man ons de beginselen zou uitleggen en de juiste handgrepen en middelen zou tonen, zouden ook wij ongetwijfeld wonderen kunnen verrichten. O, de mensen kunnen heel merkwaardige dingen doen en de gehele natuur aan zich onderwerpen, maar uit niets kunnen zij toch niet iets maken, dat kan God alleen! En dat is ook het grote verschil tussen de almacht van God en de wonderkracht van veel pientere mensen.
[7] Laat die jonge man maar eens een nieuwe aarde scheppen met alles wat daarop bestaat, leeft en ademt, dan zal hij bij dat werk beslist adem te kort komen! Ja, met de reeds bestaande natuur manipuleren is voor degene die dat beheerst, beslist niet zo'n bijzondere kunst, maar een wereld uit het niets scheppen, of zelfs maar een grashalm zonder zaad, of zelfs een mens -maar wel helemaal uit niets! -dan wordt meteen wel duidelijk hoever de almacht van zulke mensen reikt!"
[8] FLORAN zegt: " Ja, vriend, ik zou er geen erg groot goudstuk onder verwedden dat deze beide mensen, als het echt noodzakelijk zou zijn, ook niet een wereld uit het niets zouden kunnen scheppen; ik zou het er echt niet op aan willen laten komen!"
[9] STAHAR zegt: "Ik ook niet, want de beiden hebben mij al té grote diensten bewezen! Tevens komt bij beiden in alles een dermate grote wijsheid tot uitdrukking, dat al mijn kennis en al mijn ervaring in het niet verzinkt. Maar waar zo'n grote wijsheid zichtbaar is, werkt Gods geest, aan wie niets onmogelijk is.
[10] Laten we ons maar eens herinneren waartoe Elia en Mozes allemaal in staat waren, dan zullen wij ons daardoor ook kunnen voorstellen hoe deze twee juist door dezelfde almachtige geest hun onbegrijpelijke wonderdaden altijd met volledige zekerheid volbrengen!
[11] Wel, wat betekent dat dan?! Als wij weten dat alleen de almachtige geest van God dingen mogelijk zijn, die alle mensen onmogelijk zijn, dan is heel eenvoudig diezelfde geest van God werkzaam, die eens de aarde uit het niets tot aanzijn riep en later door Mozes en Elia de wonderbaarlijkste dingen deed!
[12] Bovendien heb ik nóg een opmerking en ik vraag jullie: Waar, buiten de kringen van de kinderen Israëls, bestond er ooit een volk dat in wijsheid en kracht begenadigder was dan wij, als echte nakomelingen van Abraham, Isaäk en Jacob?! Als iemand dus in het huis van Jacob de ware wijsheid en haar kracht niet vond, waar zou hij die dan anders hebben kunnen vinden?! Ik weet ook wel iets over de geheime school van Egypte en wat daar geleerd werd! Ja, die school in Karnak kwam heel misschien wel tot in de voorhof, maar in het allerheiligste, het binnenste, kwam zij echt nooit!
[13] Maar bij deze twee kun je op het eerste gezicht zien dat het allerheiligste, binnenste, hun precies zo vertrouwd schijnt te zijn als de voorraadkamer voor een huisvrouw. Bij een huisvrouw, die zorg draagt) voor haar huishouding, kan men direkt aan haar opgewekte gezicht zien dat de voorraadkamer goed voorzien is, en bij deze beiden kan men ook heel goed waarnemen, als men hun gezichten maar een klein beetje bestudeert, dat zij geheel vervuld zijn van opgewekte en zorgeloze rust!
[14] Wie zo'n wijsheid en macht bezit en met zo'n echt goddelijke rust de wereld in kan kijken en wie een razende storm net zo weinig verontrust als ons de eerste winter die aartsvader Adam heeft beleefd, die is in het allerheiligste zelf reeds een heer en vrije gebieder! Die heeft geen wijsheidsschool in Karnak nodig, omdat de geest van God Zelf hem een betere door Zich Zelf in het hart heeft gegeven! Dat is mijn mening en nu ook mijn vaste geloof en dat dit geloof van mij goed is, zie ik daaraan, dat ook ik een heel goddelijke en vrije rust in mijn hart begin te voelen, wat ik nog nooit eerder heb gevoeld en ondervonden.
[15] Ik kan jullie, als je gewezen overste, dat geloof en die gevoelens weliswaar niet opleggen, omdat die niet en nooit op te leggen zijn, maar ik kan jullie wel zeggen dat de zaken zo liggen en dat jullie met je Egyptische school, zonder leiddraad in de duisterste catacomben ronddwalen!"
[16] De SPREKER van de tegenpartij die nu na Stahar's woorden reeds een aantal koppen minder telt, zegt: " Ja, ja, beste vriend, je hebt nu wel doordacht en juist gesproken, maar ons stoort alleen de medisch noodzakelijke plaatsing van de negen drenkelingen. Ook geneesheren en ervaren loodsen leggen drenkelingen zo neer en het gebeurt meermalen dat zij alleen dáárdoor al in het leven terugkeren, want in deze houding loopt het water uit de longen en wanneer nog niet iedere levensvonk in het hart gedoofd is, keert daarna het leven weer terug. Bij drenkelingen zegt men dat de geest nog drie dagen in het lichaam blijft en daarom moet op deze manier het weer tot leven wekken van drenkelingen, zelfs als deze twee dagen in het water hebben gelegen, nog mogelijk zijn. Wel, als nu in deze op Elia lijkende profeet de echte geest van God woont, waar is dan die medische voorbereiding voor nodig?!
[17] Toen Elia volgens de sage een hele berg doodsbeenderen tot leven bracht en een lichaam gaf, had hij geen medische voorbereiding nodig, maar zijn woord en zijn wil waren voldoende. Ook door déze Elia zijn daden verricht alleen door de macht van het woord. Waarom zijn dan nu die voorbereidingen nodig met de negen drenkelingen, alsof hij de kracht van de heilige geest volledig is kwijtgeraakt?!
[18] Kijk vriend, als je op een reeds door en door vervuild laken nog een klein vlekje maakt, zal dat het scherpste oog niet opvallen, maar op een volkomen schoon wit laken zal één donker stipje je al storen! En zo is het ook bij deze grote profeet in wiens hart de volheid van de goddelijke geest moet wonen; daar stoort iedere kleinigheid die niet in overeenstemming is met de verhevenste begrippen en met de allerhoogste waardigheid van de goddelijke geest. Als hij dat nu maar niet had gedaan, zou ik hem tenslotte voor Jehova Zelf gehouden kunnen hebben, want zijn eerdere woorden en daden waren geheel van goddelijke aard. Maar door deze handeling met de negen drenkelingen heeft hij in mijn ogen de gehele, eerdere goddelijkheidsnimbus uitgewist en ik kan het er nu niet meer helemaal mee eens zijn!"
[19] STAHAR zegt weer: "Vriend, als je dat al zo stoort, dan verwonder ik mij er erg over, dat je geloof in Jehova uiteindelijk al niet allang is gestoord, terwijl je de langzame groei van planten, dieren en mensen toch reeds vaak genoeg bestudeerd zult hebben! Waarom moet de almachtige geest van Jehova zulke hinderlijke voorzorgsmaatregelen treffen?! Waartoe heeft hij eigenlijk bomen, struiken en planten nodig om daarop verschillende soorten vruchten langzaam rijp te laten worden?! Hij hoeft maar te willen en dan vallen ze rijp uit de hemel op de aarde! Waarom een akker op aarde?! Laat de geest van God liever de zuiverste en rijpste tarwe uit de hemel laten regenen en nog liever meteen maar goed en lekker brood! Waarvoor de verwekking bij dieren en mensen?! Waarom moet een mens eerst helemaal hulpeloos en zo zwak als een mug geboren worden?! Laat hem toch meteen sterk, wijs en van alles voorzien op aarde vallen!
[20] Vind je niet dat dat voor de almacht van de goddelijke geest veel verstandiger en waardiger zou zijn dan de bekende langzaamaan weg, waardoor niet zelden een hongerig kind een paar weken lang naar een boom moet kijken voordat aan diens takken de vruchten rijp worden?! Wat zou een om het welzijn van hun kinderen bezorgd ouderpaar zich verheugen, als die kinderen reeds vol wijsheid als een Samuël op de wereld zouden komen?1 Maar ze moeten onder veel pijn worden geboren en dan duurt het minstens twaalf jaar aleer een kind het zover heeft gebracht dat het geschikt is voor een hoger soort onderwijs en dan kan het tot de volwassen leeftijd alle ijver aanwenden om de nodige ondergrond te krijgen in een bepaalde kunst of wetenschap. Vind je dat wel passend voor de hoogste wijsheid van de goddelijke geest?!
[21] Maar als bij dit alles de eindeloze, goddelijke wijsheid niets inboet, hoe kun je dan nu deze profeet kwalijk nemen dat hij de negen lijken medisch verantwoord heeft laten neerleggen?! -Spreek nu, vriend!"
[22] De tegenstander, die MUREL heette, zei: "Ja, ja, vriend Stahar, je hebt gelijk en ik zie het onbelangrijke van mijn eerdere bewering heel goed in! Maar desalniettemin houdt iets van wat ik heb beweerd mij toch nog bezig en dat heeft betrekking op de traagheid van God, die mij in veel dingen heel goed toeschijnt, maar in veel dingen weer helemaal niet! Ja, in veel zaken zou de traagheid zelfs nog wel meer mogen overheersen, zoals bijvoorbeeld in de dodelijke bliksem en in de te korte dag tijdens de winter; ook de volle maan zou zijn volle schijnsel best langer dan nauwelijks een paar dagen mogen behouden! Als de bliksem niet zo'n verschrikkelijke snelheid zou hebben dan zou men deze kunnen ontwijken en dan zou hij minder schade aanrichten; ook de stormwind zou wel minder hard kunnen waaien, waardoor veel schade vermeden zou kunnen worden! Men vindt in de schepping meestal dáár een enorme activiteit van de heersende macht van God, waar zij de levende natuur schaadt en dáár waar naar mijn mening een lange, vaak té lange duur , zeker geen nut heeft, is van voortgang haast geen sprake.
[23] Wel, ieder mens weet uit ervaring dat het zo is. Maar waarom moet het dan zo zijn en waarom moet ik dat dan, ook al zou het goed zijn, als niet goed zien en wordt ik ook nog ongeduldig en geërgerd? Waarom regent het vaak als, volgens inzicht van alle boeren, zonneschijn de grootste weldaad zou zijn en waarom schijnt de zon vaak maandenlang, zonder afgewisseld te worden door een regenbui? Ja, vriend, dat zijn allemaal belangrijke vragen, maar wie geeft mij daarop antwoord?"
[24] STAHAR zegt: "De grote meester, daar! Ga naar Hem en ik wed dat Hij je dat precies kan vertellen. Want voor mij gaan jouw vragen te diep, ja zo diep dat ik ze bijna dom zou kunnen noemen, maar niet omdat ze werkelijk dom zouden zijn, maar alleen omdat mijn onbegrip ze dom vindt."
[25] MUREL zegt: "O, jij bent een fraaie klant, je bent veel wijzer dan ik en dan zegje zoiets over mijn vragen!? Hoe kan ik zo naar de Allerwijste gaan?!"
[26] STAHAR zegt: "Goed dan, als je dat beseft, vraag dan niet naar de reden van die dingen en verschijnselen die Gods wijsheid al van eeuwigheid heeft geregeld! Wij mensen begrijpen oneindig veel niet, ja, wij begrijpen eigenlijk helemaal niets. Want al ons verstand is vergeleken met de goddelijke wijsheid nauwelijks een zonnestofje, en kan de mens dan rekenschap van God vragen waarom Hij dit of dat beschikt en bepaald heeft?! Wij zijn nog lang niet bij de eerste aanzet tot de ALPHA gekomen en vragen reeds naar de essentie van de OMEGA! O, hoe blind en dom moeten wij nog zijn!
[27] In de school te Karnak in Egypte kan dat wel gebruikelijk zijn bij de blinde heidenen, maar bij kinderen Israëls, die ziende geacht worden, moesten zulke vragen toch niet voorkomen. Want al hebben de blinden geen zelfkennis, wij moeten deze toch voldoende hebben om te beseffen, dat onze kennis de hoogst mogelijke top der wijsheid bereikt heeft als wij tot het inzicht zijn gekomen, dat al ons weten en kennen totaal niets is vergeleken bij één vonkje van de goddelijke wijsheid!
[28] Zeker, de nadenkende geest van de mens ziet op het gebied van de wonderbaarlijke scheppingen van God heel veel wat hij met de grote beperktheid van zijn verstand niet erg kan goedkeuren. Maar laat hij dan terugdenken aan zijn kinderjaren, toen zijn wijze ouders vaak iets voor hem verborgen hielden dat hem, als hij er kennis van had gehad, als onervaren en lichtzinnig kind beslist grote schade toegebracht zou hebben! Als Gods liefde ons, onmondige en onervaren kinderen, nu ook nog veel onthoudt dat, als wij het wisten, zeker grote en onafzienbare rampen over ons zou brengen, dan kunnen wij God daarvoor alleen maar loven en prijzen! Want als wij grotere wijsheid kunnen bevatten, zal God die ons ook niet onthouden!"
«« 216 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.