De ware aanbidding van God.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 36 / 246 »»
[1] Maar IK zei tegen al diegenen, die nog voor Mij op de grond lagen: "Sta op, vrienden en broeders! De verering die jullie Mij nu geven, is wel terecht, want zij betreft Degene, Die in Mij is, de eeuwige heilige Vader! Maar Die is altijd in Mij, zoals Ik en ook jullie allemaal in Hem zijn. Eigenlijk zouden jullie dus steeds uit grote eerbied voor Mij in het stof moeten liggen. Dat zou voor jullie en voor Mij echter beslist niet prettig zijn en jullie zomin als Ik zouden daar uiteindelijk iets aan hebben.
[2] Kijk, het is meer dan voldoende als jullie in Mij geloven, Mij liefhebben als een van jullie beste broeders en vrienden en Mijn woorden navolgen. Méér dan dat heeft geen nut, omdat ik absoluut niet in de wereld ben gekomen om Mij door de mensen als een afgod te laten vereren, zoals bijvoorbeeld Mercurius of Apollo, -maar omdat Ik ben gekomen om al de zieken naar ziel en lichaam gezond te maken en de mensen van deze wereld de juiste weg naar het eeuwige leven te wijzen!. Dat is het enige wat ik van jullie verlang, al het meerdere is ijdel, dom, heidens en leidt tot niets.
[3] Wel is het zo dat de mens God, zijn Schepper, ononderbroken moet aanbidden, omdat God Zelf heilig en daarom waardig is om door ieder aanbeden te worden. Maar God is een geest en kan daarom slechts in geest en in waarheid aanbeden worden.
[4] Maar wat betekent: God in geest en waarheid aanbidden? -Wel, dat betekent zo veel als: altijd in de ene ware God geloven, Hem met alle kracht boven alles liefhebben en Zijn lichte geboden houden!
[5] Wie dat doet, bidt in de eerste plaats zonder ophouden en in de tweede plaats bidt hij zo in geest en waarheid tot God. Want zonder daden is ieder lippengebed een pure leugen, waarmee God als de eeuwige waarheid niet vereerd wordt, maar alleen oneer wordt aangedaan!
[6] Sta dus als vrije mensen op, als Mijn broeders, als Mijn vrienden, bedrijf in de toekomst geen afgoderij met Mij en verraad Mij niet voortijdig aan de wereld, want dat zou de wereld veel meer kwaad doen dan goed!"
[7] Na deze woorden van Mij gaan allen weer staan en MATHAËL zegt: " Ja waarlijk, alleen een God vol wijsheid en liefde kan zo spreken! O, hoe geheel anders denk en voel ik nu dan ik voorheen heb gedacht en gevoeld! - O Heer, laat echter dit ene verzoek van mij niet onverhoord: Laat het nooit meer toe dat onze ziel nogmaals in zo'n beproeving terechtkomt als die, waaruit Uw liefde, mededogen en macht ons zojuist heeft verlost!"
[8] IK zeg: "Blijf in Mij, door naar Mijn woord te luisteren, door het te behouden en daarnaar te leven, dan zal Mijn kracht en Mijn liefde daardoor in jullie zijn en jullie beschermen tegen iedere verdere harde beproeving!
[9] Mijn leerlingen hebben reeds het allernoodzakelijkste opgeschreven wat de mensen vóór alles nodig hebben. Lees dat, begrijp het en handel daarnaar en meer hebben jullie niet nodig vóór de tijd van Mijn verhoging aanbreekt!" -Daarmee stellen de vijf zich tevreden.
[10] Dan wend IK Mij tot Cyrenius en zeg: "Vriend, hier zijn wij klaar, laten wij dus nu nog naar de anderen gaan en zien hoe zwaar zij tegen de Romeinse wetten hebben gezondigd. Maar pas op, -er zal met hen niet zo gemakkelijk te praten zijn, want het zijn door de wol geverfde, wereldse mensen! -Maar laten we nu gaan!"
«« 36 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.