Over zondig geslachtsverkeer.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 68 / 246 »»
[1] "Als een ongehuwde of een reeds getrouwde man met de sensuele vrouw van zijn buurman zonder diens medeweten seksuele omgang heeft, is dat schandelijke hoererij. Zo'n vrouw is dan een echte hoer en de betreffende mannen zijn dan echte hoerenlopers, die als zodanig nooit het rijk van God zullen binnengaan omdat deze schandelijke hoererij alle goede gevoelens in hun ziel sloopt en al het geestelijke doodt.
[2] Dergelijke hoererij is derhalve geen haar beter dan echtbreuk en vaak zelfs nog veel erger. Want bij echtbreuk kunnen omstandigheden meespelen die het begaan van deze zonde veel minder erg maken, en waard zijn dat de rechter deze zwaar mee laat wegen. Maar bij hoererij kunnen nooit wat voor verzachtende omstandigheden dan ook meespelen, want daar gaat het enkel en alleen maar om verderfelijke geilheid en daar hoeft de rechtbank ook geen enkele consideratie mee te hebben.
[3] Een vrouw, die zich zonder enige aantoonbare noodzaak gemakkelijk daartoe laat verleiden, is slecht en verdient niet de minste consideratie, want zwakheid verontschuldigt hier niets omdat iedere vrouw door het juiste vertrouwen op God voldoende kracht kan krijgen. Maar nog slechter is een vrouw die de mannen zelf in haar overspelige net lokt om tijdens afwezigheid van haar echtgenoot met hen te hoereren!
[4] Net zo schandelijk misdadig handelt een vrijgezel, en een getrouwde nog erger, als hij getrouwde vrouwen verleidt, in het verborgene geslachtelijke omgang met hen heeft en hen daarvoor betaalt. Want zo'n man verleidt ten eerste de vrouwen tot schandelijke ontrouw, en maakt ze in de tweede plaats bijna geheelonvruchtbaar , waarmee hij als een kwade storm de akkers verwoest zodat daar nooit meer met vrucht enig zaad gezaaid kan worden.
[5] Tot deze zelfde categorie moeten ook ongehuwde en gehuwde mannen gerekend worden die tegen betaling met ongehuwde meisjes verkeren, en zo'n veile deern is net zo goed een hoer als de een of andere getrouwde vrouw die voor geld of andere geschenken te koop is.
[6] Laat de jonge vrouwen maar vlijtig zijn en hun leven met werk vullen, dan zullen ze nooit behoeven te zeggen dat zij door armoe gedwongen werden, want iedere behoorlijke man houdt van een vlijtige en werklustige jonge vrouwen zal haar geen gebrek laten lijden. Als een werkgever echter een gierig en hard mens is, wel, ga dan uit zijn dienst weg en zoek een andere. Voor een vlijtige en nijvere jonge vrouw zal het echt niet zo moeilijk zijn een goede betrekking te vinden waar zij zeker geen gebrek zal lijden!
[7] Maar het slechtst zal het eens diegenen vergaan, die er alles op zetten om zulke vlijtige, jonge vrouwen of zelfs jonge meisjes met allerlei geschenken te verleiden. Heus, zulke mannen, of ze nu wel of niet getrouwd zijn, lijken op verscheurende wolven in schaapskleren en zij zullen hun loon oogsten!
[8] Wie echter een meisje of een maagd of een vrouw met geweld neemt, moet hier al zijn straf ondergaan! Het geweld mag zijn wat het wil, lichamelijk of het verleiden door kostbare geschenken, dat maakt voor deze misdaad geen verschil. Ook overredingskracht of het gebruik van magische, verdovende middelen, waardoor de vrouw zich schijnbaar vrijwillig ten dienste stelt aan de begeerte van de man, doet niets af aan de grootte van deze zonde, ook dan niet als werkelijk een vrucht verwekt zou worden, want zo'n verwekking gebeurt tegen de wil van beide partijen en maakt daarom de misdaad niet minder erg.
[9] De meest verwerpelijke sexuele daad bestaat echter uit het schenden van knapen en in het erbij betrekken van andere ledematen en delen van het vrouwenlichaam dan die welke God daarvoor bestemd heeft, of zelfs in het schenden van dieren. Deze schenders moeten voor altijd geheel uit de menselijke maatschappij gebannen worden.
[10] Als men over zulke misdaden rechtspreekt, moet men er altijd rekening mee houden welk ontwikkelingspeil zo'n ontspoorde man of vrouw heeft. Ook moet onderzocht worden of zo'n mens soms door een kwade geest bezeten is, die hem of haar daartoe aandrijft. In het eerste geval moet de gemeenschap ervoor zorgen dat zo'n zwak begaafd mens in een goed opvoedingstehuis wordt ondergebracht, waar hem net als een bedorven kind zolang discipline wordt bijgebracht tot hij een ander mens is geworden. Want als zo'n mens zijn dierlijke instincten heeft overwonnen, en als zijn verstand weer helder is, zal hij ook een reiner leven beginnen en niet gemakkelijk meer in zijn oude, dierlijke natuur terugvallen. In geval van bezetenheid moet zo iemand achter slot en grendel worden gezet, want zulke mensen moeten meteen, vanwege hun grote overlast, uit de vrije mensengemeenschap worden verwijderd.
[11] Als zij eenmaal goed zijn opgeborgen, moeten zij door vasten en door gebeden in Mijn naam genezen worden. Als ze weer genezen zijn, en aantoonbaar is dat zij hun onreine bezetenheid kwijt zijn, kunnen ze weer hun volledige vrijheid terugkrijgen."
«« 68 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.