[2] Maar voor Ik dat nu doe, zeg Ik en dat beveel Ik jullie allen zelfs, dat je beslist niemand iets van het geziene vertelt, want het zal nog heel lang duren voor de wereldse mensheid daarvoor ook maar enigszins rijp zal zijn, en het is eigenlijk ook voor haar zieleheil helemaal niet nodig dat de wereldse mensheid zoiets te weten komt! Als zij maar haar uiterste best doet God boven alles en de naaste als zichzelf lief te hebben, zal haar al het andere en verdere wel zonder meer, voor zover nodig, geopenbaard worden.
[3] Maar jullie die de eerste steunpilaren van Mijn leer zijn, moeten zelf in het geheim veel meer weten dan alle anderen bij elkaar, opdat je na enige tijd vooral niet in verzoeking zult komen om Mijn leer afvallig te worden.
[4] Toch zal al deze kennis niet verloren gaan, en als er vanaf nu gerekend, duizend en nog niet helemaal duizend jaar verlopen zullen zijn en Mijn leer bijna geheel begraven zal zijn in het vuil van de materie, zal Ik in die tijd wel weer mannen opwekken die dat, wat hier door jullie en door Mij besproken werd en wat gebeurd is, woordelijk zullen opschrijven en in een groot boek zullen doorgeven aan de wereld, die daardoor in veel gevallen de ogen geopend wordt!"
[5] NOTA BENE: "Jij, Mijn knecht en schrijver denkt nu dat Ik destijds daarover nauwelijks iets gezegd zou hebben?! Wil je dan ook in het geloof zo zwak worden als je in je lichaam nog bent?! Kijk, Ik zegje dat Ik Cyrenius en Cornelius zelfs jouw naam en meerdere namen van anderen heb genoemd, en dat zij nu ook met veel blijdschap getuige zijn van al datgene wat Ik je nu laat schrijven. Maar op het eind zal Ik ook aan jou de amen van mensen bekendmaken die gerekend vanaf nu, binnen tweeduizend jaar nog grotere dingen zullen opschrijven en verrichten dan jij nu! -Knoop dat voorshands in je oren en schrijf alles in het volste geloof op!
[6] Cyrenius verbaasde zich daar hogelijk over en Cornelius vroeg Mij meer over de mannen aan wie dat gegeven zou worden.
[7] En IK gaf hun gegevens over de burgerlijke staat en het karakter en noemde zelfs de namen en voegde daaraan toe: "Eén van hen, aan wie wel het meeste geopenbaard wordt, meer dan nu aan jullie allen, zal in manlijke, rechte lijn afstammen van Jozefs oudste zoon en dus ook lichamelijk een echte nakomeling van David zijn. Hij zal weliswaar net als David zwak zijn naar het vlees, maar daarvoor geestelijk des te sterker! Het ga hen wel, die hem horen en hun leven daarnaar zullen richten!
[8] Maar ook de andere belangrijke geroepenen zullen merendeels van. David afstammen. Want deze dingen kunnen alleen aan hen gegeven worden die zelfs lichamelijk daarvandaan komen waar ook Ik lichamelijk vandaan kom; want ook Ik stam door Maria, de moeder van Mijn lichaam, van David af, omdat Maria ook een geheel zuivere dochter van David is. Weliswaar zullen in die tijd deze nakomelingen van David zich merendeels in Europa bevinden, maar daarom zullen zij toch hele zuivere en echte nakomelingen van de man naar Gods hart zijn en in staat tot het dragen van de grote lichtkracht uit de hemel. Op een aardse troon zullen zij wel nooit komen, maar des te meer tronen zullen er in Mijn rijk op hen wachten, en Ik zal altijd Mijn broeders gedenken! Ook de meeste van Mijn leerlingen die hier zijn, stammen in mannelijke linie af van David en zijn daarom lichamelijk in alle ernst Mijn broeders: behalve de ene die niet van boven, maar puur van deze wereld afkomstig is. Hij moest er weliswaar niet bij zijn, en toch moet hij er weer wel bij zijn, opdat datgene wat geschreven staat vervuld zal worden!"
[9] CYRENIUS zegt heel verwonderd: "Dus slechts de nakomelingen van David zult U altijd Uw wil openbaren? Zijn Mathaël, Zinka en Zorel dan ook nakomelingen van de grote koning? Want hun openbaart U nu toch ook hetzelfde als de nakomelingen van David!" .
[10] IK zeg: "Vriend, hier geschiedt dat niet langs de weg van de geheime openbaring, maar door het in het openbaar gesproken woord dat voor Ieder lichamelijk oor goed te vernemen is! Maar het is heel wat anders om het geheime, innerlijke woord te horen dat uit Mijn hart in het hart komt van degene die het in zichzelf hoort; en daarvoor moet er al een bepaalde, voorbereide lijn van mensen zijn, van wie het innerlijk in staat is de almacht en onbeperkte kracht van Mijn woord te verdragen! Want iedereen die daar niet op voorbereid is, zou al door één jota die rechtstreeks van Mij afkomstig was, vernietigd en gedood worden. Zodra het echter geschreven is, mogen mensen met een goede wil en goede bedoelingen het wel lezen; het zal hen niet alleen niet doden, maar sterken en kracht geven voor het eeuwige leven.
[11] Maar als slechte, wereldse mensen het zouden lezen om het te bespotten, zou het hen ook, hoewel het slechts geschreven is, vernietigen en doden! -Nu weet je ook hoe deze zaken ervoor staan; en Ik zeg nu dat je je gereed moet houden om te kijken naar de wonderen van het worden, het zijn en het eeuwige bestaan!"
[12] CYRENIUS zegt: "Heer, wij zijn wel gereed om te kijken naar wat Uw grote en bijzondere genade ons zal bieden; maar ik zou graag eerst nog een heel korte vraag door U beantwoord willen krijgen als dat mogelijk zou zijn!"
[13] IK zeg: "Vraag maar en Ik zal je antwoorden!"
«« 112 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.