De Nubiërs herkennen de Heer.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 187 / 263 »»
[1] Nu duizelt het de zwarte Nubiërs helemaal van verbazing; want dit is voor hen iets wat alles te boven gaat. Zij zijn zuivere, nog geheelonbedorven natuurmensen en kunnen, omdat zij nog echt heer en meester zijn over de natuur, door de standvastigheid van hun volle geloof en wil veel tot stand brengen wat een mens die in zijn wereldse alledaagsheid reeds diep gezonken is, als een groot wonder moet voorkomen, en het zou daarom heel moeilijk geweest zijn door een ander wonder indruk op deze oernatuurlijke gemoederen te maken. Het genezen van een ziekte zou daar niet op zijn plaats geweest zijn, want deze echte natuurmensen kennen geen ziekte. Hun oude mensen bereikten altijd een zeer hoge leeftijd en hun sterven was altijd slechts een heel rustig en pijnloos inslapen.
[2] Kinderen stierven nooit bij hen, omdat zij, geheel binnen de natuurlijke orde verwekt, zonder gebreken en kerngezond ter wereld kwamen. Zij werden daarna ook volgens de natuur gevoed en konden daarom geen ziektekiemen krijgen. Als men dus in hun bijzijn zieken genezen zou hebben, dan zou men hun eerst hebben moeten uitleggen wat een ziekte eigenlijk is en waardoor deze ontstaat. Dat zou hun echter toch zeker meer geschaad dan gebaat hebben; want op de hoogte gesteld worden van zonden en de gevolgen daarvan, is bijna hetzelfde als deze zelf begaan te hebben.
[3] Iemand dacht dat het opwekken van een dode zijn uitwerking ook niet gemist zou hebben. Dat zou voor deze mensen echter ook niets zijn! Want zij zien de lichamelijke dood als een grote weldaad van God aan de mensen, en zouden zo 'n handeling zelfs aanzien voor een vergrijp tegen de orde van de allerhoogste geest van God zolang zij Mij niet volledig kunnen leren kennen. Het opwekken van een grote storm zouden zij door hun zeer gevoelige geest iets heel natuurlijks vinden, want zij hebben zelf altijd een grote invloed op de natuurgeesten van lucht, water, aarde en vuur. Maar een beweging die de snelheid van hun afgeschoten pijlen onvergelijkbaar overtreft, is voor deze mensen een echt wonder, dat alleen door God en Zijn dienstbare, hoogste geesten gedaan kan worden, maar nooit door de verstandige, zwakke stervelingen van deze aarde.
[4] Toen onze zwarten zich zo echt uit en te na verwonderd hadden, zei de AANVOERDER tegen zijn metgezellen: "Broeders! Ik en jullie allen hebben nu een daad gezien die alleen door God te volbrengen is; want wij kunnen zelfs met onze gedachten niet zo snel naar huis en vandaar weer terugkeren naar hier, als deze dienaar Gods met mijn kleinood heen en teruggegaan is! Wij zijn dus op de juiste plaats en mogen ons hier alleen met de grootste eerbied en onder voortdurende, innerlijke aanbidding van Diegene bewegen, die zich daar in het midden van de grote tafel met een onvoorstelbaar goddelijk verheven uiterlijk bevindt.
[5] Wat Hij in Zijn onuitsprekelijke genade en gunst tegen ons zal zeggen, moet van nu af aan voor ons het heiligste gebod zijn, waaraan wij ons zo zichtbaar als de rotsen van ons vaderland zullen houden, evenals ons nageslacht tot aan het einde aller tijden die deze aarde nog door zal moeten maken! Jullie weten wat de wijze overste ons over de eeuwige waardigheid van deze verheven Godmens voorspeld heeft! Zo is het, daarvan zijn wij nu volkomen overtuigd! Maar omdat het zo is en niet anders, weten wij ook wat wij te doen hebben en waar wij op moeten letten!
[6] Ver en moeilijk was de reis hierheen; maar al was zij nog duizendmaal zo ver en ook nog duizendmaal moeilijker dan nu, dan zou zij toch niet in het minst opwegen tegen de grootte van deze onbegrijpelijk hoogste, door ons allen in eeuwigheid niet verdiende genade! Want daar zit die eeuwige, almachtige geest in de gedaante van een mens, die hemel en aarde en alles wat bestaat enkel door Zijn wil en uit Zijn wil heeft gemaakt, zoals de wijze overste in Memphis ons dat voldoende heeft uitgelegd.
[7] Wij staan nu voor de ware, eeuwige God, die ons gemaakt heeft en tot leven heeft gebracht. leder moment van ons leven ligt in Zijn hand; als Hij dat zou willen, zouden we er niet meer zijn. Kortom, Hij alleen is alles in alles, en alles wat bestaat is niets zonder Hem! Dat was de betekenis van mijn visioen en zo heeft de overste van Memphis het ons ook verteld, en zo moeten wij het aanvaarden en voor eeuwig geloven. - Nu schijnt de eeuwige Heer en Meester iets met ons te willen bespreken! Daarom moeten we nu de oren spitsen alsof er een heel gevaarlijke leeuwenjacht op komst is, zoals de overste in Memphis er ons een beschreven heeft!"
«« 187 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.