De twijfel van de zwarten aan de goddelijkheid van de Heer.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 195 / 263 »»
[1] Dan zeggen diegenen van de zwarte METGEZELLEN, die ondanks hun overgrote verbazing toch nog wat kunnen zeggen: "Is zoiets dan denkbaar en mogelijk? Deze heel eenvoudige, bescheiden man moet de drager zijn van het allerhoogste, goddelijke wezen? Welke overtuigende bewijzenheb je daar voor? Weet je dan niet, dat men erg op zijn hoede moet zijn om niet door onvoorzichtigheid te vervallen in duistere, bijgelovige afgoderij, die uiteindelijk erger zou kunnen zijn dan duizend nog zo gesluierde Isis beelden? Denk eens aan de gevaren en dwaalwegen waarin wij terecht zouden kunnen kome als het tenslotte toch niet zo zou zijn! Denk eens aan de eindeloos kolossale begrippen die wij over het wezen van de oergod in Memphis en met name bij de grote rotstempel kregen uit de mond van de wijze overste, - en dat zou' allemaal te samen in deze mens verborgen moeten liggen?! Alles kan bij God natuurlijk mogelijk zijn, maar hier lijkt het ons erg onwaarschijnlijk! Welke harde bewijzen heb je daar dan voor?
[2] Ja, als het is zoals je ons op jouw manier, die altijd heel waarheidsgetrouw is, nu verteld hebt, dan zouden we inderdaad het hoogste van het allerhoogste gevonden hebben; ons leven zou zijn verhevenste doel, zou zichzelf in zijn oorsprong hebben gevonden en ons zou niets meer te ontdekken en te zoeken overblijven! Want wie zichzelf en God, de oorsprong van al het bestaan, gevonden heeft, heeft alles gevonden en heeft het heilige en zalige doel dat de overste ons getoond heeft, volkomen bereikt!
[3] Maar dat wij dat alles hier gevonden zouden hebben, moet strikt en overduidelijk aangetoond en bewezen worden, omdat jij en wij met jou anders uit te grote lichtgelovigheid, waarvoor de overste ons bovenal heeft gewaarschuwd, maar al te gemakkelijk, zoals wij al eerder opgemerkt hebben, in de grootste fouten zouden kunnen vervallen!
[4] Kijk eens naar het oneindig grote firmament met de talloos vele sterren, die volgens een heel geheime mededeling van de overste louter reusachtige werelden moeten zijn en alleen vanwege de onmetelijke afstanden er zo klein uit zouden zien! Kijk eens naar deze overgrote aarde van ons en alles wat daarop leeft en beweegt! Kijk eens naar de zee, de machtige Nijl, het zand, het gras, de talloze struiken en bomen, en al de dieren in het water, op de grond en in de lucht! Kijk eens naar de wolken aan de hemel en hun kracht, naar de maan, de zon! Kun je je ook maar bij benadering indenken en op de een of andere wijze verstandelijk voorstellen dat deze mens, die verder beslist zeer wijs is, vanuit dit aardoppervlak dat eigenlijk nauwelijks een hand breed is, de gehele, eeuwige oneindigheid van het kleinste tot het grootste kan overzien, onderhouden, leiden en besturen? Ja, hij kan als een man die zeer vertrouwd is met de geheime krachten van de natuur, voor ons zelfs wonderen doen zoals wij er in Cahirou en Alexandria een aantal hebben gezien; maar wat stelt dat voor vergeleken met de eeuwige oneindigheid en haar talloze, ons eeuwig onbekende, wezens en dingen?!
[5] Denk eraan hoe nadrukkelijk de overste ons heeft gewaarschuwd voor zulke corrupte charlatans en magiƫrs, zoals hij ze noemde! Een mens wiens toverkunst ook nog gepaard ging met zedelijke wijsheid, zou, zoals de overste dat zei, zichzelf met het grootste gemak tot heerser van de aardse mensen en uiteindelijk zelfs tot god maken, -en deze mens lijkt ons tot op heden daarvoor rijkelijk veel aanleg te hebben! Daarom moeten we hier bijzonder op onze hoede zijn en bewijzen verlangen die in alle opzichten geschikt zijn om de komende, zeer belangrijke zaak het nodige licht te geven! Want hoe groter, heiliger en belangrijker en zaak is of schijnt te worden, des te meer moet daarbij alle lichtzinnigheid vermeden worden!
[6] Als het gaat om het verwijderen van een storende, kleine steen die op een voetpad ligt, is er geen speciaal overleg nodig over de wijze waarop men zo'n steen op moet ruimen. De eerste de beste raapt hem op en gooit hem ergens heen waar hij niemand hindert. Maar heel anders ligt het als een enorm groot rotsblok van een berg naar beneden is gevallen, een nauwe weg verspert en daardoor scheiding teweegbrengt tussen mensen, buren, ouders en kinderen, broeders en zusters! Ah, dan zal de hele gemeente beraadslagen over wat er gedaan moet worden; want de weg moet weer begaanbaar gemaakt worden! Maar hier gaat het om het allerbelangrijkste moment van ons leven, waarvoor wij allen de zeer verre en buitengewoon moeilijke reis hebben ondernomen!
[7] Zijn wij op de juiste plaats uit jouw visioenen, dan hebben wij alles gewonnen en dat zullen afdoende bewijzen ons zeker aantonen; mochten wij echter nog lang niet op de juiste plaats zijn, dan moeten wij onverrichter zake naar huis gaan of onze reis verder voortzetten, na de rechtschapen waard betaald te hebben voor wat wij hier gebruikten. Maar zeg jij nu ronduit of jij hoe dan ook bewijzen in handen hebt voor wat jij ons over die man hebt gezegd, en welke!"
«« 195 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.