De werking van het zonlicht. Het menselijk oog.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 219 / 263 »»
[1] (DE HEER:) "Deze Moren leverden hier nogmaals het sprekendste bewijs ervan dat het zo is en niet anders kan zijn, en de zon levert dagelijks in iedere plant en in ieder dier toch een nog veel tastbaarder bewijs van de kracht en de werking die in haar wijd verspreide, uitstralende levenssfeer ligt.
[2] Dit alles moet de verkeerd opgevoede, wereldse, verstandelijke mens wel als een sprookje voorkomen, en hij ziet daarin alleen maar verdichtsels van een verhitte fantasie, wat hem allemaal reine onzin dunkt. Naar zijn mening zijn het pure onzinnigheden, waarvan hij denkt dat het onmogelijk zo kan gebeuren omdat het voor hem natuurlijk onmogelijk is zoiets te doen, en dat moet hem ook om heel wijze en noodzakelijke redenen onmogelijk zijn. Want wie kan er zonder handen handenarbeid verrichten en wie zou er zonder voeten kunnen lopen?!
[3] Als de zon een totaal duistere klomp zou zijn, wat zij ondanks haar omvang net zo goed zou kunnen zijn als zwart kalksteen, zou zij geen natuurlijk leven op de werelden veroorzaken. Maar haar inwendige, grootse, voor jullie begrippen weliswaar nog onbegrijpelijke organische inrichting is zo gevormd en geaard, dat zich in haar inwendige voortdurend een reusachtige hoeveelheid fijne luchtsoorten moet ontwikkelen. Daardoor wordt het ontzettend grote zonnelichaam in de eerste plaats gedwongen om zijn as te draaien, zodat er een voortdurende wrijving ontstaat tussen de grote zonneatmosfeer en de daarop rustende ether, waardoor in de tweede plaats de activiteit van de in de grote zonneatmosfeer aanwezige, ontelbaar vele natuurgeesten steeds opnieuw wordt opgewekt, welke activiteit zich dan zodanig meedeelt aan de in de ether aanwezige natuurgeesten, dat deze, omdat ze uiterst beweeglijk zijn, ogenblikkelijk over een afstand van meer dan tweehonderd duizend veldwegen gaans *)(*10 veldwegen = I mijl 400.000 : 10 = 40.000 mijlen = snelheid van het licht per sec. )(1 Duitse mijl = 7,5 km.), in een rechte lijn vanaf de zon gerekend, eveneens geactiveerd worden, en in ieder daaropvolgend ogenblik zo 'n zelfde afstand steeds maar verder en verder, tot op een voor jullie onmeetbare afstand van de zon.
[4] Door dit mee geactiveerd worden van de oer natuurgeesten in de onmetelijke scheppingsruimte komt het oorspronkelijke licht van de zon, op de wijze die Ik jullie nu wel voldoende heb uitgelegd, bij de aardbollen of planeten, die in een baan om haar heen cirkelen en binnen haar bereik zijn, en brengt in de kleinere atmosferen van de planeten een soortgelijke activiteit tot stand bij de daarin aanwezige, reeds meer massieve natuurgeesten, en hoe meer deze activiteit afdaalt des te sterker moet deze waarneembaar en voelbaar zijn, omdat de geesten ook steeds massiever worden. Want wanneer jullie twee stenen tegen elkaar wrijven, zal de wrijving immers beslist sterker zijn dan wanneer jullie twee donsveertjes tegen elkaar gaan wrijven, en daarom wordt het in de diepe dalen van de aarde ook lichter en warmer dan op de hoogste bergtoppen van de aarde.
[5] Maar nu denkt een goede rekenaar onder jullie: ' Ja, als zo de voortplanting van het zonlicht en van ieder ander licht veroorzaakt wordt, dan moet het licht overal hetzelfde zijn en dan kan men onmogelijk het beeld van de zon afzonderlijk zien als iets dat een veel sterker licht geeft, dan het overige deel van het lichtende uitspansel! ,
[6] Ja, zeg Ik jullie, dat zou ook zeker het geval zijn als Ik het oog niet zo gemaakt had, dat van al het licht en van de weerkaatsing van alles wat verlicht wordt de omtreklijnen, die door een zekere reactie het meest geactiveerd zijn, als lijnen die elkaar onder een bepaalde hoek snijden door een minuscule opening op het uiterst gevoelige netvlies en vandaar op de nog gevoeliger oogzenuw terechtkomen.
[7] Door deze voorziening vallen alle enkeIvoudig geactiveerde lichtstralen weg en komen slechts de belangrijkste omtrekstralen gebroken op het uiterst gevoelige netvlies en vandaar op de oogzenuw, waardoor dan het beeld pas via de geëigende organen op een met het beeld overeenkomstige wijze of in overeenkomstige tekens op de hersenplaatjes wordt ingeprent en voor de ziel aanschouwelijk wordt gemaakt.
[8] Zou het oog niet zo zijn geconstrueerd, dan zouden jullie de zon natuurlijk niet als een apart lichtend beeld zien, maar dan zou alles één gelijkvormige lichtzee zijn zoals die, welke een aantal mensen in geestvervoering gezien hebben, waarin zij zelfs hun eigen ik niet eens in het algemene licht als een wezen konden onderscheiden.
[9] Een wijze Egyptische Griek, Plato, getuigt daarvan in zijn nagelaten geschriften, en behalve hij doen dat nog meer wijzen uit de oertijd. Zij sliepen in en bevonden zich in een lichtzee waarin zij zichzelf wel in gedachte konden voorstellen, maar niet konden zien, en daardoor ook altijd nog het gelukzalige gevoel hadden helemaal één te zijn met het oerlicht, dat zijde eigenlijke godheid noemden.
[10] De oorzaak daarvan lag in het feit, dat hun ziel nog niet volkomen toegerust was om te zien. En deze was daar nog niet volmaakt voor toegerust, omdat hun oorspronkelijke opvoeding, ook al was die streng, toch verkeerd was; want altijd als men het verstand eerder ontwikkelt dan het hart, is de ontwikkeling verkeerd."
«« 219 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.