Materialistische dwalingen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 61 / 263 »»
[1] Met deze woorden gaat de in voddige lompen gehulde ZOREL bij Zinka weg, stapt op Mij toe en zegt: "Geëerde heer en meester der geneeskunde. Deze kleren die mijn armzalige lichaam bedekken, bestaan uit erbarmelijke lompen, maar zij bedekken in ieder geval de schaamte van een mens die het werkelijk betreurt onder deze vele mensen die dat willen of moeten zijn, ook een mens te zijn! Wij lijken weliswaar op elkaar, de kleding niet meegerekend, maar tussen onze bestaanswerelden schijnt een hemelsbreed verschil te liggen. .
[2] Ik ben een mens die goed onderkent dat twee en twee samen met zeven, maar vier is! Zinka zei mij, dat u de man was die mij meer kennis zou kunnen bijbrengen dan die ik mij zelf heb eigen gemaakt en die mij, tenminste onder mijn geloofsgenoten, toch wel het stempel van het menszijn opdrukte. Ik heb mij echter nooit daarop voor laten staan en zal dat nog minder doen als u mij Op andere wijze wilt voorlichten. Zinka vertelde mij, dat alleen u daartoe rn staat zou zijn.
[3] U heeft mijn principes gehoord, die beslist met zomaar lilt de lucht gegrepen zijn. Jammer genoeg waren zij voor mij een te concrete waarheld, maar als u mij daarvoor in de plaats iets beters kunt geven, doet u dat dan, dan laat ik graag mijn hele waarheidsrommeltje meteen van ganser harte varen! Ik weet weliswaar niet met welke eretitel ik u moet aanspreken, -maar Ik denk dat ook u een man der waarheid bent, en voor zulke mensen maakt het niets. Uit welke titel men hun geeft. Ik noem u 'Geëerde meester' en eer u als zodanig, hoewel ik U alleen maar van horen zeggen ken. Voldoet u echter daadwerkelijk aan mijn verwachtingen, dan zult u door mij aanbeden worden!
[4] Zeg mij dan, als u dat schikt, in hoeverre mijn principes over de waarheld goed of verkeerd zijn! Zijn wij nu meer of minder mens dan de eerste met verstand begaafde wezens die deze aarde bewoond hebben? Omdat de mensen eens, ter bescherming van hun bezit, een wet bedacht hebben waarvan zij zeggen dat God die gegeven heeft, mag ik daarom nu als arme sater, die al vaak drie dagen lang geen hap te eten had en door er om te vragen ook niets kon krijgen, niet van de overvloed van een ander mens voldoende nemen om mij voor de hongerdood te bewaren? Iedere aardworm heeft toch wel het recht zich met. het bezit van anderen te verzadigen zonder daarvoor te moeten betalen, want hij is óók bewoner van deze aardbodem en moet dat helaas zijn omdat de machtige natuur dat nu eenmaal zo heeft ingesteld. Of heeft een mens soms, omdat hij geen goed stuk grond kon kopen, minder recht zich te verzadigen met de vruchten van de aarde die voor hem geschikt zijn, dan de vogels in de lucht, die toch allemaal uitgesproken dieven zijn? Ik vraag u, om mij hierop een goed antwoord te willen geven!"
[5] IK zeg: "Vriend, zolang je jouw mensenrechten gelijk stelt met die van de dieren, heb je volkomen gelijk met je principiële, natuurlijke rechten, daar kan Ik beslist niets tegen in brengen, en iedere wet die in dat geval de eigendom beschermt, of iedere andere moralistische wet, is dwaas en belachelijk! Hoe dom moet diegene wel zijn die aan de vogels in de lucht, de dieren op de aarde en de vissen in het water, wetten ter bescherming van de eigendom en andere zedelijke voorschriften zou willen geven. leder met enige rede begaafd mens, of ook zelfs een god, moet toch weten dat deze wezens hun natuur als enige wetgever hebben! Jij hebt derhalve helemaal gelijk met je opvattingen als een mens niets anders is en te verwachten heeft dan - een willekeurig dier binnen zijn natuurlijke omstandigheden.
[6] Maar als de mens er is of mag zijn terwille van een of ander hoger doel, wat heel goed denkbaar is, konden jouw mathematische principes wel eens op een zeer zwakke en wankele basis staan! Kennelijk is dat echter tot op heden nog niet in je opgekomen, wat maar al te duidelijk blijkt uit je wijsheid, die zich alleen maar druk maakt over de eerste levensbehoeften.
[7] Dat echter ieder mens voor een hoger doel op deze aarde werd geplaatst, zou je toch al kunnen zien aan het feit, dat de mens als pasgeboren wezen ver achter staat bij ieder dier, en pas na een aantaljaren van goede verzorging mens begint te worden. Hij moet zich aan bepaalde regels gaan houden en ten koste van veel moeite en eerlijke strijd zijn brood gaan verdienen. Hij heeft dan ook wetten gekregen om die als een eerste wegwijzer naar een hoger doel te beschouwen en uit eigen vrije wil te volgen terwille van de verdere zelfontwikkeling en zelfbeschikking, die voorwaarde voor hem zijn om tenslotte zijn hoge bestemming te bereiken, -maar nooit als dierlijk mens, hoe scherp zijn verstand ook mag zijn, maar als een volmaakt menselijk mens.
[8] Zolang je je alleen maar bekommert om wat het vlees vraagt, zul je het als mens niet ver brengen. Echter, zodra je zult ontdekken dat binnen in je nóg een mens woont, die geheel andere behoeften heeft dan jouw lichaam en ook voor geheel iets anders bestemd is, zal het je nooit moeilijk vallen te onderkennen hoe zeer je met jouw principes alleen maar los zand omwoelt!
[9] Kijk, Ik ken je wil, die overigens wel goed is, en je zoeken naar de waarheid en naar de oorzaak van al het kwade, waar de mensheid op aarde nu werkelijk tot over de oren in zit! Omdat je altijd al veel plezier beleefde aan het stelen, hebben jouw gedachten de wet ter bescherming van eigendom en rechtmatig bezit bestempeld tot jouw doos van Pandora; en omdat je in je jonge jaren tevens een groot en genotzuchtig vriend van de vrouwen was, heb je je ook steeds gestoord aan een morele wet die het misbruik van de bijslaap bij jou en iedereen als zonde bestempelde.
[10] Ja, als diermens heb je ook daarin volkomen gelijk met je principes, en ook dat er daarom vóór alle andere wetten een eerste wet zou moeten zijn, die bepaalt dat alle kinderen een opvoeding zouden moeten krijgen die hun de maatschappelijke orde zó zou moeten inprenten dat het hun op mannelijke leeftijd finaal onmogelijk zou worden ooit de een of andere wet te overtreden, hetgeen dan een latere wetgeving natuurlijk overbodig zou maken.
[11] Ja, kijk, deze orde heeft de Schepper van de werelden en van alle wezens ook bij de dieren ingevoerd! leder dier krijgt reeds in het moederlijf jouw gevraagde vooropvoeding netjes in zijn gehele natuurlijke aard mee en het heeft voor later helemaal geen wet meer nodig, want het brengt door de vooropvoeding in het moederlijf reeds alles met zich mee wat het voor het gehele leven nodig heeft! Maar Hij, Die de engelgeesten, de hemelen, de werelden en de mensen schiep, wist heel goed wat ervoor nodig is om de mens als een vrij mens en niet als een onder het oordeel vallend dier te scheppen en daarna op te voeden.
[12] Als je je mathematisch zuivere levensprincipes nog wat preciezer onderzoekt, zul je weldra ook vinden dat de taal voor de mensen een groot kwaad is, omdat de mensen elkaar daardoor in alle slechte dingen en zaken kunnen onderwijzen. Ook zou de leugen nooit onder de mensen gekomen zijn als ze niet, hetzij door tekens, hetzij door woorden, konden spreken. Ja, zelfs het denken is gevaarlijk, omdat de mensen daardoor op allerlei slechtheid en sluwe streken zouden kunnen komen! Uiteindelijk zouden zij ook niet duidelijk mogen zien, goed mogen horen, geen smaak mogen hebben en niet mogen ruiken, want een heldere en zuivere toestand van al deze zintuigen zou de mensen toch wel erg gemakkelijk begerig en belust kunnen maken op iets, dat toevalligerwijs slecht zou zijn! Kijk nu eens met je mathematische principes naar jouw mens en vraag jezelf eens af of er tussen hem en een zeeoctopus, behalve dan uiterlijk, enig verschil bestaat!
[13] Wat wil je dan gezien het hoge doel waarvoor ieder mens is geschapen, met zo'n mens doen? Wat voor ontwikkeling zul je hem kunnen geven? Wanneer zal zo' n mens komen tot de kennis van zichzelf en tot de kennis van de ware God, de Oergrond van alle dingen en al het licht en alle zaligheden? Bestudeer het lichaam van een gezond mens, bekijk en onderzoek het secuur met je kritische verstand en je zult vinden dat een zo wijs en buitengewoon kunstig samengesteld lichaam toch ook nog een andere bestemming moet hebben dan alleen maar het dagelijks vullen van zijn buik, om vervolgens behoorlijk wat afval te kunnen produceren!"
«« 61 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.