Een onweersbui

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 141 / 220 »»
[1] Na deze goed gefundeerde wijze les uit de mond van Rafaël bedankten de hoofdman, de leerlingen van Johannes en de waard uit de buurt van Bethlehem hem; want ze hadden iedere vrees en angst voor het nog steeds voortdurende razen en woeden van de stormwind verloren. Maar het duurde niet lang, of een machtige bliksemstraal uit de door de wind opgejaagde dikke, zware wolken ontlaadde zich en bracht ernstige schade toe aan een oude ceder, die niet ver van het huis stond. Op deze eerste bliksem volgden er van alle kanten nog vele, met luid geknetter en een gedonder dat de aarde deed beven.
[2] Onze hoofdman vond de bliksem en de donder echter nog erger dan de harde wind en raakte opnieuw in grote angst en vrees. Ook de waard en Lazarus en zijn zusters alsook Maria van Magdala werden bang en vroegen Mij het kwade onweer te gebieden om weg te trekken.
[3] Ik werd wakker uit Mijn lichte sluimer en zei: 'Vrees niet, kindertjes; want waar Ik ben heeft het onweer geen macht om schade toe te brengen, maar alleen om van nut te zijn! Het zal nog een klein uur duren, dan zullen storm en onweer ophouden en morgen zullen wij daardoor een zuivere en heldere dag hebben, en de frisse en gezonde lucht zal onze ledematen en ingewanden sterken.'
[4] Deze woorden van Mij kalmeerden de gemoederen van de vreesachtigen en Ik gaf Mij weer over aan een lichte sluimer.
[5] Toen Ik daar zo sliep, keken allen die aan tafel zaten en nog wakker waren naar Mij, en de hoofdman zei: 'Van de Heer kan men wel zeggen: si totus illabatur orbis, impavidum ferient ruinae!* (Latijn voor: ' Als de hele wereld zou instorten, zouden de brokstukken ervan op de onbevreesden vallen',) ja, ja, wanneer men de Heer en Schepper en Instandhouder van alle schepselen is, kan men voor dergelijke verschijnselen wel geen angst hebben; maar zwakke en machteloze mensen als wij, kunnen bij zo'n onweer toch niet alle angst van zich afzetten, hoewel we er vast van overtuigd zijn dat zo heel dicht bij de Heer beslist niemand iets kan gebeuren. Maar het is en blijft merkwaardig dat er juist vannacht, na een heel mooie zonsondergang, zo'n onweer losbarstte! Ik beklaag al degenen die nu ergens onderweg zijn, en in het bijzonder degenen die zich nu op een schip op de grote zee bevinden. O, daar zal het er nu verschrikkelijk uitzien!'
[6] Toen de hoofdman deze bedenkingen uitsprak, viel ook Agricola, die door de harde donder wakker was geworden, hem bij en zei: 'Mijn schepen in Sidon en Tyrus zullen door deze beslist vast overal woedende hevige storm ook behoorlijk toegetakeld zijn! Maar hoe het ook zij - de Heer slaapt en let niet op de storm en wij mensen hebben geen macht over dit onstuimige geweld, en daarom zij het zoals het is! Over een klein uur, zei de Heer, zal deze storm gaan liggen. Zo zal het ook zeker gaan; maar tot dan toe kan er door deze storm nog veelonheil aangericht worden! Moge de Heer zo genadig zijn om ervoor te zorgen, dat er zo min mogelijk onheil en schade aangericht wordt!'
[7] Nu zei Rafaël: 'Wees toch rustig van binnen, er zal geen enkel rechtvaardig mens ook maar een haar gekrenkt worden; maar voor de goddelozen is het goed dat ze door een dergelijke storm er enigszins aan herinnerd worden dat er nog een Heer bestaat, die alle elementen gebiedt en dat die Hem ook gehoorzamen zoals trouwe dienaren hun heer. jouw schepen in Tyrus en Sidon zal deze storm niets doen; want daar zorgt de Heer wel voor. Daarom kunnen jullie allemaal gerust zijn; want er zal van niemand ook maar iets verwoest worden!
[8] Maar boven Jeruzalem woedt deze storm nu het hevigst en de bliksems ontzien het ijdele goud van de tempel niet. Er heerst nu een groot gehuil in en rond de tempel en rond menig huis. De bliksem slaat hier en daar in en de mensen zijn druk met blussen. Ook in de tempel heeft de bliksem al op enkele plaatsen de droge balken vlam doen vatten; maar men bedwingt de brand direct aan het begin en zodoende richt de bliksem ook in de tempel zelf geen schade van betekenis aan. Maar de angst van de Farizeeën is groot en het volk dringt er bij hen op aan om bij God te bewerkstelligen dat de storm gaat liggen. En de Farizeeën en priesters, schriftgeleerden en Levieten staan nu hard hun gebeden op te dreunen, maar dat helpt niet, en het volk wordt wilder en roept allerlei bedreigingen en maakt zich terwijl het volop stormt vrolijk over de machteloosheid van de Farizeeën, die al vaak voorgewend hebben dat ze net als Jozua en Aäron zelfs macht hebben over zon, maan en sterren en nu niet eens de nachtelijke storm kunnen gebieden.
[9] En kijk, zo heeft deze storm ook in dat opzicht beslist iets goeds, omdat hij bij vele inwoners van Jeruzalem, die nog verstokte aanhangers van de tempel zijn, het oude duistere bijgeloof wegvaagt en sterk vermindert en hen ertoe aanzet om later de waarheid aan te nemen!
[10] Behalve wat ik jullie daarstraks over de natuurlijke reden van deze storm al verklaard heb, heb ik jullie bovendien dit nog getoond, zodat jullie ook daaruit kunnen concluderen dat de liefde en de wijsheid van de Heer bij dergelijke gelegenheden niet alleen zorgt voor het vruchtbaarder maken van de aarde en de zuivering van de lucht, maar bovendien voor het moreel vruchtbaarder maken van het menselijke hart en het reinigen van de zielelucht, en dat heeft stellig nog meer waarde dan het vruchtbaarder maken van de aarde en het zuiveren van de aardse lucht.
[11] Wie van jullie nu moed heeft, laat die opstaan en met mij een stukje naar buiten gaan, dan zal hij daar veel zien en meemaken, wat hij tot nu toe vast nog nooit gezien en meegemaakt heeft!'
[12] Agricola en ook de hoofdman zeiden: 'Om nu met jou naar buiten te gaan, dat zal iedereen wel durven; maar alleen, zonder jou, zou ons de moed in de schoenen zinken. Met jou hebben we dan ook de moed om naar buiten te gaan, de flinke onweersbui in!'
[13] Daarop stonden alle Romeinen, de hoofdman met zijn metgezellen, de waard uit Bethlehem, de leerlingen van Johannes en ook Lazarus op.
«« 141 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.