De weg tot eenwording met de Geest en tot wedergeboorte (27.4.1861)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 150 / 220 »»
[1] Toen wij ons op de heuvel bevonden, op enkele leerlingen na, die nog in slaap gedompeld waren, kwam de Romein Marcus naar Mij toe en zei: 'Heer, zult U dit dorp vandaag ook verlaten? En als U het verlaat, wilt U mij dan niet vertellen waar U heen zult gaan, zodat wij Romeinen het zouden weten en U in de geest des te gemakkelijker en zekerder zouden kunnen volgen?'
[2] Ik zei: 'Wat het eerste deel van je vraag betreft, ben Ik te vergelijken met een man die veel akkers heeft en ervoor moet zorgen dat al zijn akkers goed bebouwd worden. Maar als hij een akker eenmaal goed op orde heeft, zou jij het dan wijs vinden, als hij van louter vreugde op de goed verzorgde akker zou blijven staan en er niet aan zou denken, dat hij ook nog andere akkers in orde moet brengen? Kijk, Ik heb nu ook deze akker, die jullie allemaal voorstellen, goed in orde gemaakt en ben daar dan ook werkelijk heel blij om!
[3] Maar nu moet Ik naar een andere, nog braak liggende akker gaan en ook die goed bebouwen en in orde maken. En zo zal Ik ook na het ochtendmaal met Mijn leerlingen vanhier vertrekken; maar waar Ik precies heen ga zeg Ik nu nog niet, zodat niet iemand bij gelegenheid zijn mond voorbij praat en Ik dan gemakkelijker voortijdig door Mijn vijanden nu eens hier en dan weer daar gevolgd zou kunnen worden; dat zou Mij bij Mijn werk alleen maar storen, omdat Ik daarbij steeds volkomen zinloos met Mijn tegenstanders zou moeten strijden. En zo is het dus heel goed dat Ik als enige weet waarheen Ik Mij wil en zal wenden; voor ieder ander is het echter voldoende om pas achteraf te horen waar Ik was en wat Ik daar gedaan heb.
[4] Daarmee wil Ik niet beweren dat jullie Romeinen je mond niet zouden kunnen houden; maar er zijn hier nog anderen, die jullie in die deugd niet evenaren, en daarom is het wel beter dat Ik Zelf niet degene ben die zich verraadt. Moet ook een wijze veldheer zijn krijgsplannen soms zelfs niet voor zijn naaste oversten en hoofdmannen verborgen houden, als hij een veldslag wil winnen? Kijk, zo doe Ik ook! Zoek er dus niets achter, als Ik jullie de aardse plaats die Ik zal bezoeken niet nader aanduid; overal zijn er nu Romeinen en Grieken onder de joden en die zullen jullie dan wel gauw bericht sturen over waar en wat Ik verder geleerd en gewerkt heb.
[5] Maar als jullie Mij in de geest willen volgen, denk dan maar diep na over alles wat jullie van Mij gehoord en gezien hebben! Handel en leef in de geest van Mijn leer, die de woorden van leven in zich draagt, dan zullen jullie Mij daardoor werkelijk en waarachtig in de geest volgen!'
[6] Toen Marcus dat van Mij gehoord had, was hij met dit antwoord helemaal tevreden, evenals alle anderen, en niemand vroeg Mij toen meer waar Ik deze dag met de leerlingen heen zou reizen.
[7] Daarop gaf Ik Rafaël een wenk, dat hij voor de jongeren moest zorgen en alles voor het vertrek van de Romeinen in gereedheid moest houden. Na deze wenk verdween Rafaël ogenblikkelijk uit Mijn nabijheid. Dat viel de nieuwelingen alweer erg op, in het bijzonder de hoofdman uit Bethlehem en zijn metgezellen.
[8] De hoofdman vroeg Mij dan ook onmiddellijk: 'Had ik vannacht eigenlijk geen gelijk, toen ik die jongen, die echt een levend wonder is, voor een soort god hield? Zijn grote wijsheid, zijn kracht en nu dit plotsklaps verdwijnen bevestigen dat toch op nauwelijks weerlegbare wijze! Waar komt hij toch vandaan en wie zijn de ouders van deze bijzondere jongen? Heer en Meester, daar zou U ons wel wat meer opheldering over kunnen geven als U dat zou willen, wat ons werkelijk heel aangenaam zou zijn!'
[9] Ik zei: 'Dat zou Ik wel kunnen, als het voor jullie zieleheil beslist noodzakelijk zou zijn; maar dat is het niet. Daarom is het voorlopig voldoende dat jullie over zijn wezen naar waarheid van hemzelf datgene weten wat hij jullie gezegd heeft toen jullie hem daarnaar vroegen. Als jullie hem niet geloven, die jullie vannacht toch zoveel bewijzen van zijn waarachtigheid heeft gegeven, dan zouden jullie tenslotte ook over hetgeen Ik jullie over hem zou vertellen, de schouders ophalen en bij jezelf zeggen: ' Ach, hoe is dat nou mogelijk?!' Houd je daarom aan Mijn leer, geloof in Mij en handel ernaar, dan zullen jullie ook weldra achter het bestaansmysterie van Mijn Rafaël komen!
[10] Veel te weten, terwijl je nog een puur natuurlijk mens bent, bezwaart hoofd en hart; maar wanneer je na vele edele handelingen veel van het levende waarheidslicht in jezelf hebt opgenomen, verlicht dat het hart en bespaart de ziel de moeizame arbeid om vaak vruchteloos in de hersenen van haar lichamelijke hoofd rond te woelen en het ware en juiste toch niet te vinden.
[11] Ik zeg jullie: in de geest van de mens liggen alle en -let wel eindeloos veel waarheden verborgen! Tracht alleen maar langs de jullie nu reeds bekende wegen tot volledige eenwording met de geest in jullie te komen, dan zullen jullie niet meer nodig hebben om te vragen wie de ouders van Rafaël zijn of waren; want de geest zal jullie in alle waarheid binnenleiden.
[12] Ga maar eens naar de steden van Egypte en lees daar met alle vlijt gedurende je hele leven hier op aarde al die bijna ontelbaar vele boeken en geschriften door, dan zullen jullie als uitzonderlijke veelweters weer in jullie vaderland terugkeren; maar daardoor zal jullie innerlijke geest nog lang niet één worden in jullie, en na het doorlezen van vele duizenden boeken en geschriften zullen jullie van het wezen van God, van jullie geest en van het voortleven van de ziel evenveel weten als jullie tot nu toe geweten hebben. Hier hebben jullie in een paar uur meer geleerd en overeenkomstig de volle waarheid ervaren, dan alle wijzen van de hele wereld jullie hadden kunnen vertellen en tonen.
[13] Blijf daarom op deze weg, want die kan jullie als enige naar de levende waarheid en wijsheid in alle dingen leiden, en zoek niet te onpas naar dingen en hun omstandigheden, waarvoor jullie nog lang niet levensrijp genoeg zijn om die op de juiste manier te vatten en te begrijpen; want een dergelijk nutteloos vorsen houdt de ziel alleen maar op om werkelijk steeds dieper in haar eigen geest door te dringen!
[14] Tracht vóór alles jullie levensgevoel volgens Mijn leer te ontwikkelen en te versterken, voel samen met de arme zijn nood en lenig die naar jullie kracht en vermogen, troost de verdrietigen, kleed degenen die naakt zijn, geef hun die honger hebben te eten en hun die dorst hebben te drinken, help de zieken waar jullie kunnen, verlos de gevangenen en verkondig de armen van geest Mijn evangelie -dat zal jullie gevoel, jullie gemoed tot in de hemelen verheffen, en jullie ziel zal op deze enig ware levensweg weldra zonder moeite één worden met haar geest uit God en daardoor ook Zijn wijsheid en macht deelachtig worden! En dat zal toch zeker meer waard zijn dan veel te weten in de wereld terwijl je daarbij een gevoelloos mens bent tegenover je medemensen en door je te weinig tot leven gewekte gevoel aan jezelf het getuigenis moet geven dat je nog heel ver af staat van het ware leven in de geest!
[15] Ik zeg jullie: de geest, die het enig levende in de mens is, is puur liefde en het tederste en eeuwig hoogst welwillende gevoel van die liefde. Wie zich derhalve inspant om die liefde van de geest en haar tederste en eeuwig meest welwillende gevoel steeds meer in zijn zelfzuchtige* (*'Zelfzuchtige' is in de grondtekst achteraf door Lorber zelf toegevoegd. ) ziel op te nemen en daarin ook steeds sterker, krachtiger, moediger en volgzamer wordt, die bevordert daardoor de volledige eenwording van de geest met de ziel; en als de ziel dan tot pure liefde en wijsheid wordt in haar tederste en meest welwillende gevoel, dan is zo'n zielook geheel en al één met haar geest en is daardoor dan ook in het meest levende bezit van alle wonderbaarlijke levens en zijnsvermogens van haar geest, en dat is dan toch zeker meer waard dan alle scholen van de wereldse geleerden op aarde doorlopen te hebben, maar daarbij een streng en gevoelloos mens te blijven.
[16] Laat daarom voorlopig al het onnodige onderzoek naar de vele omstandigheden van de dingen en hun verschijnselen, oorzaken en gevolgen in de wereld achterwege, want dat brengt de ziel zelfs nog in geen honderd jaar ook maar een millimeter dichter bij haar ware levensdoel; want daardoor kan ze niet tot een ware, innerlijke kennis komen, maar alleen tot een uiterlijke, oppervlakkige en versnipperde kennis en een blind gissen naar alles, waaruit nooit geordende en samenhangende kennis en inzicht voort kunnen komen en waardoor de ziel dus in een voortdurend angstig zoeken verkeert, wat haar weinig echt levensheil oplevert.
[17] Wat voor jullie noodzakelijk was om te weten voor het vernietigen van het vele bijgeloof, dat voortvloeide uit de natuur van de dingen van deze wereld, dat heeft men jullie dan ook niet onthouden, maar men heeft het getrouwen waar beschreven en als getuigenis van de waarheid ook op een wonderbaarlijke manier aanschouwelijk gemaakt. En dat moet jullie voorlopig genoeg zijn! Het verdere tot in het oneindige moeten jullie nu zelf trachten te bereiken en te verwerven, langs de weg die jullie duidelijk en waarachtig getoond is; dan zullen jullie het werkelijk niet meer nodig hebben om te vragen wie Rafaël is en wie zijn ouders zijn! - Hebben jullie dat nu goed begrepen?'
«« 150 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.