Het verschil tussen epicuristen en cynici in geestelijk opzicht

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 184 / 220 »»
[1] Nu zei Kado: 'Ja, Heer en Meester, met betrekking tot de woorden en lessen die U ons gegeven hebt, heb ik een vraag die mij althans heel belangrijk lijkt; als het mij toegestaan is U met een vraag lastig te vallen, wil ik wel met alle genoegen mijn mond opendoen.
[2] Kijk, o goede heiland, Heer en Meester, in wat U zei hebt U ons zo uiterst duidelijk uiteengezet hoe schadelijk het epicurisme voor het leven van de ziel is, dat wij dan ook allemaal het vaste besluit genomen hebber/ om ons daar voor altijd van te onthouden! Maar behalve Epicurus hebben wij ook nog een andere wijze van een heel andere richting; dat is Diogenes van Sinope, die de hele wereld en haar bekoringen, schoonheden en schatten en zelfs dit aardse leven diep verachtte.
[3] Hij is het complete tegendeel van Epicurus, en noch hij noch één van zijn leerlingen geloven in de onsterfelijkheid van de menselijke ziel; het gevoel van sterfelijk te zijn bezorgt hun absoluut geen angst en vrees, maar allemaal kunnen ze het ogenblik dat ze niet meer zijn nauwelijks afwachten En toch zijn het heel eerlijke, goede en dienstvaardige mensen en ze houden zich heel nauwkeurig aan eenmaal gedane beloften. Hun voedsel is zo mager en eenvoudig als maar mogelijk is. Ze verachten ieder gemak, iedere pracht en leven heel gedisciplineerd en ingetogen. Ja, ze vereren zelfs de goden en erkennen hun goedheid, wijsheid en macht; maar ze bedanken hen nergens voor en versmaden ten diepste iedere vorm van beloning die ze van een of andere godheid te verwachten zouden hebben. Het eeuwige niet-zijn is hun verlangen; elke manier van zijn en leven beschouwen zij als een ondraaglijke last en kwelling.
[4] Welnu, deze mensen zijn wat hun handelen aangaat bijna zoals een mens volgens Uw leer moet zijn. Wat missen zij eigenlijk om te kunnen worden wat wij nu door Uw genade geworden zijn? En als zij sterven, zullen hun zielen na de dood van hun lichaam dan voortleven, en hoe dan, gelukkig of ongelukkig? Ik heb steeds met aandacht naar deze zonderlinge mensen gekeken, hoewel ik mij nooit zodanig in hun leer heb kunnen vinden, dat die voor mij maatgevend zou kunnen zijn. Heer en Meester, geef ons ook daar opheldering over, en ook over de manier waarop zij tot uw leer bekeerd zouden kunnen worden!'
[5] Ik zei: 'Ja, Mijn goede vrienden, dit soort mensen is nog moeilijker op de juiste levensweg te brengen dan de epicuristen, omdat ze geen liefde voor het leven hebben! De epicuristen hebben zeker heel veel liefde voor het leven, alleen is dat eigenliefde en daarom ook een materiële liefde die de dood voortbrengt. Maar als die, zoals nu bij jullie, door het juiste geloof in een enig ware God verandert in liefde tot Hem en tot de naaste, dan zijn de epicuristen er ontegenzeglijk veel beter aan toe dan de ten opzichte van het leven afgestompte cynici.
[6] Als dezen echter bekeerd kunnen worden tot het ware geloof in de enig ware God, dan komt daardoor ook de liefde voor Hem en voor de naaste en zodoende ook voor zichzelf tot leven, omdat God, die de zuiverste en eeuwige liefde is, door het levende geloof Zijn intrek neemt in het hart van de mens en daardoor alles in de mens tot liefde en leven omvormt.
[7] Maar, zoals gezegd, dergelijke mensen zijn zowel hier op aarde als in de geestenwereld moeilijk te bekeren, omdat hun de liefde voor het leven ontbreekt. Maar als ze eenmaal bekeerd zijn, dan zijn ze ware helden in het geloof, in de liefde en in het handelen; want ze hebben op andere mensen voor, dat ze zelfverloochening, geduld en een grote mate van deemoed bezitten, waardoor ze alle materiële liefde, die in het vlees woont, gemakkelijk kunnen beheersen en vastberaden op de weg van het licht kunnen voortgaan, wat bij andere mensen veel moeilijker gaat.
[8] Als cynici echter onbekeerd sterven, leven hun zielen aan gene zijde toch eeuwig verder, ondanks hun verlangen om niet te zijn, wat ze natuurlijk niet aangenaam vinden; voor het overige ondervinden ze geen kwelling of pijn, maar ze leven precies zoals ze op deze wereld geleefd hebben. Ze worden in de geestenwereld echter ook dikwijls door engelen bezocht en voor zover mogelijk verlicht, zonder hun vrije wil aan te tasten. Maar daar is veelliefde, wijsheid, inspanning, geduld en volharding voor nodig.
[9] Overigens bestaan er van dit soort mensen steeds maar weinig, en daarom zullen ze de andere mensen ook moeilijk op grotere schaal kunnen bederven zoals de buitengewoon talrijke grote en kleine epicuristen dat kunnen, die overal thuis zijn en hun zelfzuchtige leven leiden en vanwege hun streven naar een goed leventje nauwelijks aan God denken en een arme naaste helemaal niet zien staan, behalve wanneer die voor een laag loon in het voordeel van de epicurist kan werken.
[10] Een epicurist bederft door zijn voorbeeld van een luxueus leven veel mensen: het ene, gegoede deel van de mensen streeft er alleen maar naar om ook zo'n goed leventje te hebben, en de niet welgestelde mens raakt vervuld van afgunst en ergernis, omdat hij niet zo kan leven als de welgestelden; een epicurist is daarom veel slechter dan een cynicus. Daarmee heb Ik jouw vraag nu beantwoord, en nu kan iemand anders iets vragen.'
«« 184 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.