Roclus en de twee tempeldienaren (27. 7.1861 )

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 208 / 220 »»
[1] Roclus hoefde niet lang op de twee Farizeeën te wachten; want toen ze, zoals, gezegd, van iemand die genezen was gehoord hadden waar de overste zich bevond en zijn wondergenezingen deed, lieten zij de zieken die ze meegebracht hadden ter verzorging achter bij de waard in de herberg,. waarvoor zij hem wat geld gaven, en begaven zich onder begeleiding van de genezen man direct naar onze herberg om met de overste, vooral over datgene wat zij voor henzelf en hun slechte plan het belangrijkste vonden, tot overeenstemming te komen, op de manier die zij zich voorgesteld hadden.
[2] Toen zij het voorportaal binnenkwamen, liep de overste hun direct tegemoet, groette hen volgens de gewoonte van de tempel en zei: 'Jullie zoeken de overste van de Essenen? Die staat in mijn geringe en onaanzienlijke persoon voor jullie! Wat willen jullie van mij? Maar ik zeg jullie van tevoren dat jullie je verzoek openlijk en zonder enig voorbehoud aan mij moeten voorleggen, anders zouden jullie vergeefs naar mij toe gekomen zijn!'
[3] Eén van de Farizeeën zei: 'Dat willen en moeten wij ook; maar wij zouden vanwege het enigszins geheime karakter van de zaak zonder getuigen met je willen praten en wel in een kamer!
[4] Roclus zei: 'Wat bij ons aan vorsten, koningen en keizers niet toegestaan wordt, wordt ook jullie niet toegestaan! Want bij ons is er geen achterbaksheid en absoluut geen sprake van geheimzinnigdoenerij meer, opdat niemand ons voortaan van enig bedrog ten aanzien van mensen kan betichten. Daarom genezen wij de zieken dan ook openlijk voor de ogen van alle mensen en niet meer in de oude burcht, die het meest door jullie toedoen een slechte naam heeft en verdacht gemaakt is. Als jullie dus iets van ons willen, zeg het ons hier dan openlijk! Want wij Essenen zijn allemaal als één; wat de een weet en kan, mag voor alle anderen niet verzwegen blijven. Jullie weten nu waar jullie met ons aan toe zijn; spreek dus openhartig met ons, of ga onverrichter zake weer terug naar waar jullie vandaan gekomen zijn! Maar dit zij jullie ook nog gezegd: verlang niets van ons, wat op de een of andere manier onrechtvaardig zou zijn in de ogen van God en de mensen!'
[5] De Farizeeër zei: 'Jullie zijn als een blad aan de boom omgedraaid; want nauwelijks twee jaar geleden hebben jullie toch heel anders gesproken en zeker ook gehandeld!'
[6] Roclus zei: 'Dat kan zijn; maar aangezien er op aarde niets bestaat dat zo perfect is dat het geen verdere en hogere vervolmaking nodig heeft, waren ook wij nog lang niet zo volkomen dat wij ons niet nog heel veel verder konden vervolmaken. En hoewel wij het grote einddoel van volmaaktheid nog lang niet bereikt hebben, hebben wij ons sinds enkele jaren een heel stuk verder ontwikkeld, en daarom denken, willen, spreken en handelen wij nu dan ook heel anders!
[7] Vroeger genazen wij de zieken onder allerlei ceremoniën zonder enige betekenis, omdat de blinde mensen het zo wilden hebben; de donkere reden was, dat de vele mensen die hier hulp zochten en die ook vonden, regelrecht begraven waren in allerlei ceremonieel bijgeloof, en wel door toedoen van hun zelfzuchtige, heerszuchtige en op winst beluste priesters die zich voor dienaren van God uitgaven en zich steeds bovenmatig lieten eren!
[8] Aangezien wij het met de mensen, die, hoog of laag, onze broeders zijn, altijd eerlijk gemeend hebben, konden wij deze oude en boosaardige onzin niet langer meer aanzien en hebben vast besloten om alle mensen hun oude dwaasheden te tonen in een glasheldere waarheid die zo licht is als de zon. Daarom hebben wij dan ook geheel en al afstand genomen van wat ook maar enigszins de schijn van ijdele, bedrieglijke geheimzinnigheid zou kunnen hebben en spreken en handelen nu met iedereen dus zonder enige terughoudendheid, en dus ook met jullie zonder enige schroom, vrees of consideratie. Want jullie tempel en jullie, die naar wij goed weten, daar hoge priesters zijn, zijn even belangrijk als ieder ander mens.
[9] En als jullie verzoek aan ons iets heeft wat tegen Gods wetten indruist staan jullie samen met je hele tempel en al jullie hoge priesters in onze ogen veel lager dan de dieren! Ik heb jullie nu helder en openlijk uiteengezet hoe het nu met ons gesteld is, en waarom, en jullie zullen dan hopelijk ook begrijpen hoe jullie je tegenover ons dienen te gedragen, als jullie bij ons een of ander waar en goed doel, waarnaar jullie streven, willen bereiken.'
«« 208 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.