De Farizeeën spreken met elkaar over de vroegtijdige dood van kinderen en over de Messias (10.10.1860)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 5 / 220 »»
[1] Hierop zei de eerste spreker: 'Ja, daar kan ik waarlijk niets anders tegenin brengen, dan dat jij ons bij al je buitengewoon goede opvattingen niet ook opheldering hebt gegeven over hoe de vroegtijdige dood van kinderen te verenigen valt met de wijsheid, goedheid en gerechtigheid van God.
[2] De mens is er volgens jouw opvatting door God toe geroepen, om zich door middel van een goed. geordend voorleven op deze aarde een ware en met de bedoeling van God overeenkomende soliditeit van zijn ziel te verschaffen - want dat dat in de bedoeling van God ligt, blijkt immers duidelijk uit alle openbaringen die door de mond van de aartsvaders en de profeten tot ons zijn gekomen. Maar wat gebeurt er aan gene zijde met de kinderen, bij wie vanwege hun vroege dood eigenlijk noch van een ongeordend en nog minder van een geordend voorafgaand proefleven sprake is geweest? Wanneer de ziel van de mens alleen door een goed geordend voorafgaand proefleven het gedegen, ware, eeuwige leven kan bereiken, waardoor bereikt de ziel van een kind dat dan? Of sterft de kinderziel samen met het lichaam?'
[3] Daarop zei de tweede, goede spreker: 'Uit de oertijd van de mensen is niet bekend of er toen ook kinderen gestorven zijn; de vroegtijdige dood van kinderen is alleen door de zonden van de ouders veroorzaakt, en daarom zijn zij bewust of onbewust de schuld van de vroegtijdige dood van hun kinderen. Maar God zal in Zijn hoogste wijsheid ook voor de onschuldige zielen van kinderen weten te zorgen; zij zullen zeker in de grote wereld aan gene zijde in kunnen halen wat ze hier buiten hun schuld verzuimd hebben!
[4] Is deze aarde dan soms de enige wereld? Laten we kijken naar de sterrenhemel! Grote wijzen uit de oudheid en zelfs Mozes in zijn bij-boe ken, die wij nog wel hebben maar waaraan wij geen geloof schenken, hebben erop gewezen dat de zon, de maan en alle sterren werelden zijn, en dikwijls heel veel grotere dan die van ons; als dat echter zo is, dan zal het voor Gods wijsheid en macht ook wel niet zo moeilijk zijn om voor de zielen van de kinderen een andere en wellicht ook in veelopzichten betere leefwereld aan te wijzen, waarop zij dan hun levensvoltooiing zullen bereiken.
[5] Dat God in de eeuwig grote scheppingsruimte nog andere scholingswerelden voor mensen zal hebben, daaraan valt werkelijk niet te twijfelen -wij kleine en zwakke mensen hebben immers ook voor onze kinderen meer dan één enkel schoolgebouw! Wat bij ons machteloze mensen mogelijk is, waarom zou dat voor de almachtige en zeer wijze God iets onmogelijks zijn? .
[6] De aartsvaders, die zeker meer dan wij nu met Gods hemel in verbinding stonden, wisten heel goed, dat het zo is; wij hebben echter door onze materiële wereldse instelling alles wat van de geest is verloren en weten daar nauwelijks nog iets van. Ik ben weliswaar ook maar een materieel mens, maar ik heb veel geleerd en ondervonden en spreek daarom nu zoals ik spreek. Natuurlijk kan ik in de tempel in het bijzijn van allen niet zo spreken!'
[7] De eerste spreker zei: 'Nu kan ik er niets meer tegenin brengen en ben echt blij, dat jij mij van mening hebt doen veranderen. Maar het is nu ook tijd om op ons hoofdthema, namelijk op de wonderlijke profeet uit Galilea terug te komen. Ik heb daarover direct aan het begin opgemerkt dat er op aarde altijd bepaalde bijzondere mensen bestaan, uit wier woorden en daden gemakkelijk en onbetwistbaar een hogere, aan God gelijke begaafdheid te herkennen valt, zoals dat nu bij onze Galileeër het geval schijnt te zijn.
[8] Maar ook bij andere mensen ontbreekt het niet aan soortgelijke gaven. Neem nu alleen vandaag al het plotselinge verdwijnen van onze mantels en het tevoorschijn toveren van de drie leeuwen! Dat is een regelrecht wonder, dat een gewoon mens niet kan begrijpen. Nu zouden deze mensen ook kunnen zeggen: 'Ik of hij daar is jullie Messias, omdat hij in staat is wonderen te doen! ' - wat wij natuurlijk niet kunnen aannemen! Want als we dat zouden doen, dan zou het al gauw wemelen van louter messiassen! De Essenen doen ook wonderen, maar daarom zijn ze nog lang geen messiassen. De Galileeër echter presenteert zichzelf aan ons als zodanig. Wat moeten we daarvan zeggen?'
[9] De tweede, goede spreker zei: 'Mijn mening, die ik echter om begrijpelijke redenen niet heb kunnen uitspreken, IS als volgt: Zijn leringen en daden zijn mij welbekend. Hij is wat zijn leven en handelwijze betreft de zuiverste jood, geheel in de zin van Mozes. Hoe het er echter bij ons in de tempel met de beste Mozes uitziet, dat weten wij allemaal maar al te goed, en ook hij schijnt het heel perfect te weten, anders zou hij ons vanmorgen niet zulke harde woorden toegevoegd hebben. Bovendien heeft hij bij de blindgeborene enkel door zijn wil een waar godswonder gedaan, wat voorheen niemand mogelijk was, en dus ben ik van mening dat wij als scherpe waarnemers de kwestie moeten laten rusten. Komt tijd, komt raad. Is hij uiteindelijk toch degene voor wie hij zichzelf openlijk bij alle mensen uitgeeft, dan zullen wij tegen hem eeuwig niets uitrichten; is hij dat uiteindelijk toch niet, dan zal hij ook tegen ons niets uitrichten ondanks al zijn wonderen!
[10] Het is het beste om in het geheim al zijn leringen en daden te onderzoeken. Als wij vaststellen dat die helemaal zuiver zijn en zijn daden helemaal van goddelijke aard, dan zullen ook wij in hem geloven; als hij echter in onze ogen niet aan deze voorwaarde voldoet, dan blijven wij wat wij zijn, en laten al het andere aan God over!'
[11] Daarmee waren allen het eens en aten en dronken daarna weer.
[12] Na deze toespraak ging Lazarus op Mijn bevel weer naar hen toe. Hij wist wat ze allemaal gezegd hadden, want Ik had dat aan iedereen verteld.
«« 5 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.