Over de bewoners van het vernietigde hemellichaam

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 76 / 220 »»
[1] Toen dat de aanwezigen zo getoond en uitgelegd werd, zei Marcus, de Romein: 'O Heer en Meester, dat moet op die planeet voor de mensen toch iets onbeschrijfelijk verschrikkelijks geweest zijn! Ze moeten allemaal wel van vertwijfeling gestorven zijn! En wat is er van hun zielen geworden?'
[2] Ik zei: 'Dat een dergelijke catastrofe voor die mensen iets heel ontzettends was, dat is wel zeker; maar het was hun eigen schuld. Ze zijn van tevoren reeds gedurende vele en lange tijden onderwezen, vermaand en gewaarschuwd. Er is hun gezegd wat ze konden verwachten. Maar met hun wereldse verstand hielden ze dat allemaal voor hersenspinsels en onzinnige verhalen van de zieners, die in hun eenvoud en aardse armoede het lichtgelovige volk wellicht alleen maar zulke dingen voorspelden om aanzien te verwerven en in de hoop dat men in hun lichamelijk onderhoud zou voorzien. De hooggeplaatste en voorname mensen geloofden hen niet alleen niet, maar ze vervolgden hen ook aan alle kanten te vuur en te zwaard; ja, ze verzetten zich tenslotte zo sterk tegen alles wat ook maar enigszins naar het geestelijke rook, dat iedereen die het waagde om hardop te spreken of te schrijven over iets wat alleen maar in de verte betrekking had op een geest, zonder enige genade gedood werd, en het was dan ook niet meer mogelijk om het hoofd te bieden aan de te grote hoogmoed en de te onbarmhartige harten van die mensen.
[3] Die mensen waren heel vindingrijk in aardse dingen en vonden reeds vele duizenden aardse jaren geleden een soort springstof uit. Wanneer die aangestoken werd, vernietigde die alles. Wanneer jullie ongeveer tienduizend pond van die vreselijke explosieven ongeveer duizend manshoogten diep onder de berg Libanon in een grot zouden opstapelen en dan aansteken, dan zou dat vervolgens allemaal op een en hetzelfde moment ontbranden en de gehele grote, hoge berg in vele stukken uiteen rijten, zoals ook de Hanochieten vóór Noach met heel wat bergen hebben gedaan, waardoor de inwendige watersluizen van de aarde geopend werden en allen vervolgens in de hoge vloedgolven omkwamen.
[4] Kijk, met zulke verschrikkelijke, hun door duivels ingegeven uitvindingen voerden de mensen van de nu vernietigde planeet hun steeds misdadiger praktijken uit en tenslotte ook op zeer grote schaal. Ze voerden oorlogen, en de een ondermijnde het land van de ander diep aan alle kanten, en ze vulden de mijnen met grote hoeveelheden van die duivelse springstof Die werd dan op slinkse wijze aangestoken en vernietigde het hele grote land. Met dergelijke pogingen om het land te vernietigen gingen ze steeds verder en verder, en ze maakten ook steeds diepere en grotere gaten in hun grote aarde, die bijna tweeduizend keer groter was dan deze aarde; maar tenslotte kwamen ze toch te diep, waardoor de inwendige kamers van die aarde, die van nature ook ver en diep naar alle kanten met oervuurstof gevuld zijn, snel en heftig mee in brand vlogen. En kijk, dat inwendige vuurgeweld rukte de gehele grote planeet uit zijn voegen en deed hem in alle richtingen exploderen, en de slechte mensen hadden hun einde bereikt, samen met dat van hun aarde!
[5] Ik wist wel dat het zo zou gebeuren, en het was ook Mijn bedoeling dat deze aarde nu is, wat ze is. Deze aarde kwam oorspronkelijk echter al overeen met het deemoedigst kleinste deel in het lichaam van een mens, namelijk het onderste knobbeltje van de huidzenuw van de kleine teen aan de linker voet -weliswaar niet wat de plaats betreft maar, zoals gezegd, wat de geestelijke betekenis van deemoed betreft -en nu is ze de draagster van Mijn eigenlijke kinderen, die zich uit eigen vrije wil naar Mijn aan hen geopenbaarde wil moeten richten en opvoeden.
[6] Er bestaat overigens zelfs in fysiek opzicht een verbinding en een overeenkomst tussen het hoofdlevensknobbeltje in het hart en het knobbeltje van de onderste huidzenuw van de linker kleine teen. En daarom kan men vooral in deemoedig geestelijk opzicht zeggen, dat deze aarde vroeger ook overeenkwam met het eerder genoemde huidzenuwknobbeltje van de teen bij de Grote Scheppingsmens en daarom nu ook het hoofdlevensknobbeltje in het hart van de Grote Scheppingsmens is en zal blijven; dat wil zeggen: geestelijk, door middel van de op haar ontstane kinderen van Mijn liefde en wijsheid. Maar ze kan het ook fysiek nog gedurende een voor jullie onvoorstelbaar lange tijd blijven, al zullen er zich op haar bodem ook grote veranderingen voordoen. Want ook de latere nakomelingen zullen weer de slechte springstof uitvinden en nog een grote hoeveelheid vernietigingsinstrumenten, en ze zullen vele, vele verwoestingen op de aarde aanrichten; dat ze evenwel niet tot op te grote diepte in de aarde kunnen komen, daar zal door Mij wel voor gezorgd worden.
[7] Zo zal Ik ook de Mijnen op deze aarde nooit als wezen achterlaten, maar in de geest bij hen blijven tot aan het einde van haar tijden, en daarom zal op deze aarde nooit een dergelijke vernietiging kunnen plaats vinden; maar plaatselijke vernielingen en verwoestingen zullen er zeker plaats vinden, en daarbij zullen de mensen ook in grote angst, schrik en ellende geraken, en velen zullen zwaar lijden onder angst en bange verwachting van de dingen die over de aarde kunnen komen. Maar zij zullen ook zelf schuldig zijn aan wat er over hen zal komen.
[8] En zo heb Ik dus voor jullie onthuld hoe het zit met dat vernietigde hemellichaam toentertijd, en hoe het nu met deze aarde gesteld is en in de toekomst zal zijn; maar gaan jullie nu bij jezelf na, of jullie alles wel begrepen hebben!'
«« 76 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.