Het ontstaan van de wind

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 96 / 220 »»
[1] Ik zei: 'Wat je Mij nu wilt vragen weet Ik al, daarom wil Ik je het stellen van de vraag besparen en je direct met het antwoord op je vraag tegemoet komen.
[2] Kijk, de wind, die nu tamelijk koel is gaan waaien, heeft die vraag in jou opgeroepen! Jij zou graag willen weten waar die wind oorspronkelijk vandaan komt en waar hij heen gaat; maar dat is voor jou moeilijk te begrijpen, ook al is het voor Mij heel gemakkelijk om het je te zeggen.
[3] Zo vernemen ook veel mensen het waaien van de wind, maar ze weten niet waar hij oorspronkelijk vandaan komt en waar hij heen gaat, en nog minder vatten en begrijpen ze waar de geestelijke wind in hun hart vandaan komt en waar die heen gaat. Daarom zijn ze dan ook steeds volonbegrip in hun hart en kennen ze niet eens hun ziel en nog minder de geest daarin, en Mij als de oer en hoofdwind van het leven kunnen ze al helemaal niet kennen.
[4] Kijk, niets in de materiële schepping kan ontstaan en voortbestaan zonder een geestelijke grondslag, en zo kan ook de wind, die nu waait, dat zeker niet!
[5] Ik heb jullie op de Olijfberg al een aanwijzing gegeven en bij een andere gelegenheid een nog uitvoeriger aanwijzing aan Mijn leerlingen, dat deze aarde evenals ieder ander hemellichaam een dierlijk organisch leven heeft en zodoende ook al de natuurlijke verrichtingen en verschijnselen van het organisch dierlijke leven te zien geeft. Ten eerste moet ze gevoed worden, en wel zoals bijvoorbeeld een groot dier. En omdat ze een dierlijk leven heeft, moet ze ook een soort hart, longen, milt, lever, nieren, maag en, kortom, op analoge wijze al die ingewanden hebben, die ook bij een volmaakt dier nodig zijn om te leven. En als de aarde dat allemaal in zich heeft, spreekt het ook vanzelf dat er aan de oppervlakte alle mogelijke uitingen van haar inwendige organisch dierlijke leven waargenomen worden door jullie, bewoners van het oppervlak van de aarde.
[6] De aarde ademt dus ook, en wel om de zes uur. Zes uur heeft ze nodig om in te ademen en zes uur om uit te ademen. Welnu, dat in en uitademen wordt op de hele aarde waargenomen, en wel vier keer, door middel van een periodieke wind die, hoewel die voor de hele aarde op hetzelfde tijdstip voortgebracht wordt, aan de oppervlakte niet gelijktijdig waargenomen kan worden. Want vanwege het dagelijkse draaien van de aarde om haar as en de door deze beweging van de aarde steeds wisselende stand van de zon boven de aarde, kan het van het oosten tot aan het westen niet gelijktijdig middag of morgen, avond en middernacht zijn.
[7] Heel ver hier vandaan in het oosten is het nu al middernacht, en heel ver in het westen, bijvoorbeeld in die landen waarvan Ik jullie eerder zei dat ze aan de andere kant van de grote oceaan liggen, zal het nu zo rond het middaguur zijn. Kort en goed: op de hele omtrek van de aarde zijn nu bijvoorbeeld alle uren van de dag vertegenwoordigd, en zo kan een levensuiting van de aarde niet op één en hetzelfde uur van de dag waargenomen worden, ook al vindt ze voor de aarde op één en hetzelfde moment plaats.
[8] De wind die nu waait is afkomstig van zo'n ademhalende levensuiting van de aarde. Maar je moet je dat niet zo voorstellen, alsof de aarde een mond of een neus heeft en dat de door deze organen uitgestoten adem nu misschien vanaf de noord of de zuidpool hier aangekomen is. Nee, dergelijke winden ontstaan veeleer alleen maar, doordat de aarde wanneer ze inademt wijder wordt, wat in het bijzonder voelbaar is onder de zeeën, die haar meer weke delen zijn, hierbij neemt haar omvang zodanig toe, dat de zee overal enkele handbreedten stijgt en bij het uitademen, waarbij de aarde weer kleiner wordt en samentrekt, daalt de zee weer net zoveel als hij gedurende het inademen gestegen is. En kijk, dit dalen en stijgen van de zeespiegel brengt dan ook de periodieke beweging tot stand van de atmosferische lucht die de aarde omgeeft en die jij nu als wind waarneemt! Want wind is niets anders dan alleen maar een vaak meer of minder heftig stromen van de lucht; ook de heftigste stormwind is niets anders. Maar de oorzaken waardoor de lucht tot stromen gebracht wordt kunnen verschillend zijn; om die allemaal op te noemen en precies te beschrijven zouden verscheidene dagen nodig zijn.
[9] Dat winden die uit het noorden komen koud zijn, en winden die uit het zuiden komen warm, wordt veroorzaakt door de klimatologische omstandigheden. In het noorden van de aarde is het koud omdat er zoveel sneeuwen ijs is, en daarom kan daar ook geen warme wind vandaan komen. Naar het zuiden toe wordt het, doordat de zonnestralen meer loodrecht op de aarde vallen, steeds warmer en aan de evenaar van de aarde zelfs heet, zoals je reeds uit ervaring weet, en daarom zijn de uit het zuiden komende winden dan ook warm; in de grote zandwoestijnen worden ze vaak verzengend heet. In het eigenlijke en diepe zuiden worden de zuidenwinden vanwege het daar aanwezige poolijs en de sneeuw ook weer heel koud, evenals de noordenwinden dat hier op het noordelijke halfrond zijn.
[10] En daarmee, vriend Marcus, is deze verklaring van de natuurlijke oorzaak van het ontstaan van de winden voorlopig voldoende; meer hierover zal jouw eigen geest je op de juiste tijd meedelen, alsook aan iedereen die in de geest wedergeboren wordt.
[11] Maar dat er op de achtergrond geesten aan het werk zijn bij alles wat er op de aarde en ook op alle andere hemellichamen gebeurt, heb Ik jullie al getoond, en daarom kunnen we deze verklaringen nu beëindigen.
[12] In latere tijden zullen er echter maar al teveelonderzoekers van alle natuurverschijnselen opstaan en alles afwegen en goed berekenen, en dat zal voor het bestrijden van vele verkeerde ideeën en het vernietigen van het zwarte bijgeloof zeker goed en nuttig zijn; maar toch zullen velen van dergelijke onderzoekers dermate ver afdwalen, dat ze het geestelijke standpunt helemaal zullen kwijtraken en in de dode materie zullen rondzwerven, en dat is dan ook niet meer iets goeds.
[13] Een mens moet weliswaar van alle dingen en verschijnselen de ware oorzaak zien; maar hij moet dat vanuit zijn levende geest ontvangen, zodat hij alles in de geest en in de volle waarheid ziet en derhalve de geestelijke levensgrondslag daarbij niet verliest. Als de mens met zijn inzicht op dit standpunt ~taat, kan hij zijn medemensen met zijn lessen over alle mogelijke dingen en gebeurtenissen werkelijk en echt van nut zijn, maar als pure natuurkundige kan hij meer kwaad dan goed doen; want wat zou het een mens baten als hij alle dingen ter wereld zou bezitten en begrijpen, maar daarbij schade zou lijden aan zijn ziel? Zou hem dat in de andere wereld dan tot enig nut zijn?'
«« 96 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.