De genezenen en hun schippers

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 188 / 214 »»
[1] Daarop stonden de genezenen op van hun tafels, liepen naar het meer en vertelden alles wat hun overkomen was aan de nog aanwezige schippers.
[2] Toen verbaasden ook de schippers uit de buurt van Tiberias zich en zeiden dat ook zij al heel veel over de grote Heiland uit Nazareth hadden gehoord; maar ze hadden Hem nog nooit te zien gekregen, en daarom konden ze ook niet direct voetstoots alles aannemen wat ze van andere mensen over de grote Heiland hadden gehoord. Maar nu ze een onmiskenbaar bewijs voor zich zagen, konden en wilden ze ook al het andere geloven dat ze over hem hadden gehoord en ook boven alles God prijzen, die zo'n macht aan een mens had gegeven; want zoiets was sinds mensenheugenis nog nooit voorgekomen.
[3] Daarop zei een genezene: 'Daar hebben jullie volgens jullie voorstellingen en kennis werkelijk helemaal gelijk in; maar wij zijn dit in onszelf wat anders gaan zien, en ik geloof niet dat wij ons vergissen. Die man, aan wie volgens jullie opvatting God zo'n grote macht heeft verleend, waarom jullie Hem als jullie God willen loven, schijnt de Heer Zelf in Zijn huis te zijn en met Zijn macht kan Hij geheel en al beschikken zoals Hijzelf wil, en de God, die jullie ter wille van die man willen loven en prijzen, schijnt in alle volheid in Hemzelf te wonen! Want afgaande op wat wij geheel naar waarheid van Zijn twee naar Joppe uitgezonden leerlingen hebben gehoord, spreekt Hij absoluut niet op de manier zoals vroeger de verschillende profeten tot het volk hebben gesproken -want die zeiden altijd: 'Luister, volk!' of 'Luister, koning, of jij, of jij! -Zo spreekt de Heer!', en dan pas sprak de geest van de Heer uit de mond van de profeet -maar Hij zegt: 'Ikzelf zeg jullie, en Ik wil het!'
[4] Welnu, vrienden, zodra iemand op die manier spreekt en God hem niet voor iedereen zichtbaar bestraft voor die voor ieder mens zeer zondige aanmatiging, moet zo iemand de volheid van God Zelf in zich hebben en der,halve ook Zelf geheel en al Heer zijn, anders zou het Hem nooit lukken om alle geesten, schepselen en elementen te gebieden, waarop alles gehoorzaamt aan de oneindige macht van Zijn wil! Want dat weten wij uit de mond van Zijn leerlingen, die ooggetuigen zijn geweest van heel veel tekenen en wonderen.
[5] Wij hebben dus de indruk dat wij in die grote Heiland uit Nazareth direct met God Zelf te maken hebben en niet meer met een profeet, hoe groot ook!'
[6] Daarop zei een schipper, die behoorlijk thuis was in de Schrift: 'Jullie komen uit Joppe, een stad waar nu meer heidenen dan echte, ware Joden wonen, en jullie zijn zelf derhalve meer heiden dan Jood. Wat maakt het de heidenen uit, of ze aan hun alles bij elkaar minstens tienduizend goden nog weer een nieuwe hele of halve god toevoegen?
[7] Bij ons, echte en ware Joden, staat echter al in het eerste gebod van Mozes geschreven: 'Ik alleen ben uw God en Heer; gij zult daarom alleen in Mij geloven als de ene, enig ware God en geen vreemde, door mensen bedachte goden naast Mij hebben en vereren!'
[8] Kijk, zo luidt voor eeuwig en altijd de wet voor ons Joden! Als dat nu zo is, hoe zouden wij die wonderheiland dan als een tweede en derhalve nieuwe God kunnen aannemen en hem de eer geven die wij alleen verschuldigd zijn aan de ene, enig ware God van Abraham, Isaak en Jacob?
[9] Ondanks dat alles beleven wij toch grote vreugde aan die wonderheiland uit Nazareth, omdat God aan hem, die een mens is als wij, vast en zeker vanwege zijn grote vroomheid een grote macht heeft gegeven zoals die nog nooit eerder voorgekomen is, en daarom prijzen wij alleen de ene, enig ware God, maar niet die mens, die begiftigd is met een overvloed aan goddelijke macht.
[10] Als jullie echte Joden zouden zijn, zouden jullie hetzelfde doen; maar aangezien jullie meer heidenen dan Joden zijn kunnen jullie doen wat jullie willen, want jullie hoeven je niet voor jullie geloof te verantwoorden tegenover de Farizeeën in de tempel te Jeruzalem!'
«« 188 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.