Rafaël repareert het beschadigde schip (21.6.1862)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 212 / 214 »»
[1] Daarop liepen de overste, de commandant en ook de andere, aan hen ondergeschikte leiders en aanvoerders met Rafaël naar het schip en troffen het tot hun leedwezen aan zoals Rafaël het hun zojuist beschreven had.
[2] Ook de tien soldaten, die dezelfde mening waren toegedaan als de andere aanwezige schippers, voor het merendeel die van Kisjonah, zeiden tegen de overste: 'Heer en onze gebieder, met dit schip zullen we waarschijnlijk acht tot tien dagen niets kunnen beginnen; het moet eerst op het land gehesen en door vakkundige timmerlieden goed onderzocht, daarna gerepareerd en getest worden, anders is het niet raadzaam om zich in deze tijd met dat wisselvallige weer op dat schip op het open water van dit toch altijd al onrustige meer te begeven!'
[3] Toen de overste en de commandant zich daarvan overtuigd hadden, zei de commandant tegen Rafaël: 'Bevallige vriend, je zei zojuist dat je ook zo wonderlijk snel naar ons toe was gekomen om dit schip weer in een voor ons goed bruikbare staat te brengen! Hoe zou je dat kunnen, terwijl al deze mensen bedenkelijk hun hoofd schudden? Met twintig ossen zal dit schip nauwelijks aan land gehesen kunnen worden, en waar zijn tot slot de benodigde timmerlieden?'
[4] Rafaël zei: 'Jullie oordelen net als alle mensen naar jullie onmacht; ik oordeel echter naar de macht van God in mij, en daarom zal ik waarlijk niet meer tijd nodig hebben om dit schip in een bruikbare toestand te brengen, dan ik nodig had om vanuit het gezelschap van de Heer naar beneden bij jullie te komen! Maar schrik deze keer niet zo erg als jullie tevoren deden vanwege mijn snelle reis naar jullie toe!
[5] Kijk, vanuit de wil van de Heer in mij wil ik nu, dat dit schip ogenblikkelijk in een uitstekend bruikbare toestand wordt gebracht! En kijk,jullie schip is al volkomen in orde! Laat jullie soldaten en ook de andere schippers erop stappen en het onderzoeken, dan zullen ze niet het allerkleinste foutje ontdekken, aan de binnen noch aan de buitenkant!'
[6] Vol opperste verbazing werd het schip aan alle kanten onderzocht, en nergens was ook maar een foutje te ontdekken.Van binnen was het zo droog alsof er nooit een druppel water in het ruim was gekomen, en van buiten zag het er als nieuw en pas getimmerd uit.
[7] Na de inspectie zeiden allen: 'Dat is een ongelooflijk groot wonder! Het is nu een schip waarmee je je ook aan de grote zee kunt toevertrouwen!'
[8] Alle soldaten van Herodes bekeken de vermeende jongeman met steeds grotere aandacht, en wisten niet wat ze van hem moesten denken.
[9] Na een poosje zei de overste: 'En - tegen -zulke mensen zou Herodes ten strijde willen trekken?! Hij, nauwelijks een mug, tegenover duizend leeuwen?'
[10] Daarop zei Rafaël: 'Ja, ja, daar heb je een goede, ware opmerking gemaakt! De mensen die geen waar, innerlijk levenslicht hebben, leven in een waanlicht en ondernemen heel vaak dingen, waarvan de uitvoering even onmogelijk is als dat iemand, die vanaf zijn geboorte volkomen blind is, een oordeel kan geven over een kleur. Maar dat verhindert de vele waanmensen niet om iets wat volslagen onmogelijk is, ten uitvoer te willen brengen met alle aardse middelen die hun ten dienste staan. En als het werk hun bij de eerste poging niet lukt, dan zien ze er toch niet vanaf, maar hernieuwen ze hun pogingen aldoor; en als ze vaak na vele pogingen evenveel tot stand gebracht hebben als bij de eerste, dan schrikken ze er niet voor terug om nogmaals nieuwe pogingen te doen, net zolang tot ze daarbij hun volledige ondergang hebben bereikt.
[11] Nu zou een dergelijk, vaak herhaaldelijk mislukken van pogingen voor vele andere mensen toch een goede les moeten zijn; maar nee, ze denken, woeden en handelen even waanzinnig verder als hun steeds verongelukte voorvaderen hebben gedaan, en stevenen daarmee af op het oude ongeluk van hun waanzinnige voorvaderen.
[12] Maar aan degene die zelf iets wil en zich ook door niemand laat beleren, geschiedt nooit onrecht. Zijn vrije wil, die hem door God gegeven is om zichzelf te voleinden, wordt misbruikt en stort de mens dikwijls maar al te gauw in de afgrond van de ellende en het verderf van zijn voorvaderen. Uit velerlei ervaringen weet de mens zeker dat hij te gronde gaat, als hij in de voetstappen van zijn voorouders treedt en verder wandelt op hun onbetrouwbare paden en zelfzuchtige wegen; maar, zoals gezegd, wie geen lering trekt uit de waarheid, is zelf de schuld van zijn onvermijdelijke ondergang.
[13] Zoals het alle boosaardige dwazen nog is vergaan, zo zal het weldra ook Herodes vergaan, voor een deel reeds in dit leven, en vele duizenden malen erger in de grote wereld aan gene zijde en voor altijd!
[14] Ik kan jullie dat verzekeren, aangezien ik de wereld aan gene zijde heel goed ken, en wel om de gemakkelijk te begrijpen reden dat ikzelf al heel lang een burger van die grote wereld aan gene zijde ben. Dat ik hier zichtbaar onder de mensen rondloop, werkzaam ben en hen in naam van de Heer in woord en daad onderricht, is een grote genade van de Heer, die nu Zelf als mens onder de mensen rondloopt, hen onderricht en hun overal de grote dwalingen toont waar ze zich in bevinden. Daarmee weten jullie nu ook wie ik ben, dan hoeven jullie je niet al te zeer te verbazen over mijn daden, die voor jullie natuurlijk onbegrijpelijk zijn.'
«« 212 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.